Gebruiksaanwijzing Wasautomaat Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, in‐ stalleert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van het milieu............................................... 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................ 7 Bediening van de wasautomaat......................................................................... 14 Bedieningspaneel.................................................................................................. 14 Voorbeelden voor de bediening.........................................................
Inhoud Opties.................................................................................................................... 44 Programmamanager.............................................................................................. 44 Intensief............................................................................................................ 44 ECO.................................................................................................................. 44 Extra behoedzaam.......
Inhoud Het programma is afgebroken en in het display verschijnt de volgende storings‐ melding:................................................................................................................. 64 Aan het einde van het programma verschijnt in het display de volgende storings‐ melding:................................................................................................................. 65 Problemen met TwinDos...........................................................................
Inhoud Lichtsterkte display................................................................................................ Uitschakeling paneel.............................................................................................. Uitschakeling apparaat.......................................................................................... Memory.................................................................................................................. Voorwastijd Katoen.....................
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak‐ kingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Oude elektrische en elektronische ap‐ paraten bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐ weest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Ondeskundig gebruik echter kan persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor‐ dat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrij‐ ke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er kinderen in huis zijn Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de was‐ automaat komen als ze constant onder toezicht staan. Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon‐ der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moe‐ ten bedienen en als ze weten wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het niet goed bedienen. Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden ge‐ plaatst en niet in gebruik genomen. Vergelijk vòòrdat u de wasautomaat aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld. Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een erkend vakman / vakvrouw worden vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Nog meer aanwijzingen voor het gebruik Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen. Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans‐ portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten", paragraaf: "Transportbeveiliging verwijde‐ ren".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De maximale beladingscapaciteit bedraagt 8 kg (droog wasgoed), maar sommige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht". Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen voor die een anti-corrosiemiddel be‐ vatten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Accessoires Alleen originele Miele-accessoires mogen worden aan- of inge‐ bouwd. Worden er andere accessoires aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro‐ ductaansprakelijkheid. Droog- en wasautomaten van Miele kunnen als was-droogzuil worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig dat kan worden nabesteld.
Bediening van de wasautomaat Bedieningspaneel f Optietoetsen a Display met sensortoetsen Met deze toetsen kunt u (een) op‐ Nadere bijzonderheden over het dis‐ tie(s) in- of uitschakelen. play kunt u op de volgende bladzij‐ den vinden. g Programmakeuzeschakelaar b Start/Stop - toets Met deze schakelaar kunt u een was‐ Met deze toets kunt u het gekozen programma kiezen. wasprogramma starten en een ge‐ h Optische interface PC start programma afbreken.
Bediening van de wasautomaat Programmaduur Wanneer u een programma start zonder gebruik te maken van de voorprogram‐ mering, dan geeft het display in uren en minuten aan hoelang het programma waarschijnlijk gaat duren. Wanneer u een programma start met voorprogrammering, dan geeft het dis‐ play pas na afloop van de voorgepro‐ grammeerde tijd aan hoelang het pro‐ gramma gaat duren. j Sensortoets Hiermee kunt u in een lijst naar be‐ neden gaan en waarden verlagen.
Bediening van de wasautomaat Basisdisplay Waarden verlagen of verhogen Het display geeft van links naar rechts het volgende aan: 2:59 1600 – De programmaduur – De gekozen wastemperatuur – Het gekozen centrifugetoerental Voorbeelden voor de bediening De pijlen in het display geven aan dat een keuzemenu ter beschikking staat. Door het aantippen van de - sensor‐ toets loopt u in het menu naar beneden en door het aantippen van de - sen‐ sortoets loopt u in het menu naar bo‐ ven.
Ingebruikneming van het apparaat Controleer voordat u uw wasau‐ tomaat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge‐ plaatst en aangesloten. Zie hoofd‐ stuk: "Plaatsen en aansluiten". Iedere wasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft. Om veiligheidsredenen is het niet mo‐ gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren.
Ingebruikneming van het apparaat Dispensers uit de trommel ver‐ wijderen In de trommel bevinden zich twee dis‐ pensers met de wasmiddelen UltraPha‐ se1 en UltraPhase2 voor de automa‐ tische wasmiddeldosering. Eerste wasprogramma starten Voordat het eerste wasprogramma kan worden gestart, moet de Twin‐ Dos-eenheid in gebruik worden ge‐ nomen. Lees hiervoor hoofdstuk: "TwinDos". Leg uw hand in de greep van de deur en trek de deur open. Haal de beide dispensers uit het ap‐ paraat.
TwinDos Deze wasautomaat is uitgerust met een geïntegreerde wasmiddeldoseereen‐ heid. Deze wasmiddeldoseereenheid kan 1. met het 2-fasen-systeem van Miele of 2. met willekeurige vloeibare wasmid‐ delen en / of wasverzachters worden gebruikt. 2-fasen-systeem van Miele Het 2-fasen-systeem van Miele werkt met een basiswasmiddel (UltraPhase 1) en een reinigingsversterker (UltraPhase 2). Deze beide middelen worden voor een optimaal wasresultaat tijdens het wasproces op verschillende tijdstippen gedoseerd.
TwinDos Wasmiddelen De volgende vloeibare wasmiddelen en/of wasverzachters kunnen worden gebruikt. – Miele UltraPhase 1 – Miele UltraPhase 2 – Miele Ultra Color – Miele fijn-/wolwasmiddel – Miele wasverzachter – Universele wasmiddelen – Colorwasmiddelen – Fijnwasmiddelen – Fijn-/wolwasmiddelen – Wasverzachters Elektronica instellen op was‐ middel en/of wasverzachter Schakel de wasautomaat in en wacht totdat het basisscherm in het display oplicht.
TwinDos Opgave van de te doseren hoeveel‐ heden TwinDos vullen De te doseren hoeveelheden van de Miele-producten zijn vanuit de fabriek afgestemd op water met hardheids‐ graad I. Wanneer uw water hardheidsgraad II of III heeft, verhoog dan de te dose‐ ren hoeveelheden van de Miele-pro‐ ducten volgens de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. Stel de te doseren hoeveelheden van andere wasmiddelen in overeenkom‐ stig de hardheidsgraad.
TwinDos Druk op de gele ontgrendelingsknop (1.) en trek een reservoir naar buiten (2.). Open de gele sluiting en vul het ge‐ wenste wasmiddel in het reservoir. Verwijder het stopje van de dispen‐ sers. Verwijder de reservoirs uit de vakken. Sluit het reservoir weer af en schuif het weer in het vak. Let er daarbij op dat de vergrendeling vastklikt. Gebruik van dispensers Bij het Miele-2-fasen-systeem wordt gebruik gemaakt van dispensers die in de vakken passen.
TwinDos Eerste wasprogramma starten Voordat het eerste wasprogramma met wasgoed kan worden gestart, moet de TwinDos-eenheid worden ge‐ vuld. Daarom moet een wasprogramma zonder wasgoed worden gedraaid. voor wit wasgoed Bevestig met de OK - toets de keuze voor wit wasgoed. Druk op de Start/Stop - toets. Draai de kraan open. Draai de programmakeuzeschakelaar op Katoen.
Tips om energie en water te besparen Energie- en waterverbruik Gebruik van wasmiddelen – Maak bij ieder programma dat u kiest gebruik van de maximale beladings‐ capaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. – Gebruik voor het doseren van de exacte hoeveelheid wasmiddel de automatische wasmiddeldosering.
Tips om energie en water te besparen EcoFeedback 2. Het werkelijke verbruik Met de EcoFeedback - sensortoets kunt u informatie over het energie- en waterverbruik van uw wasautomaat op‐ vragen. Tip: Na afloop van het programma kunt u vòòr het openen van de deur het wer‐ kelijke verbruik van het afgelopen pro‐ gramma aflezen. Het display geeft u de volgende infor‐ matie: Tip de EcoFeedback - toets aan.
1. Het wasgoed onder de loep Tip: Tips voor het verwijderen van thee-, koffie-, ei- en bloedvlekken kunt u vinden in de vlekkenwijzer op www.miele.nl. Wanneer u het wasgoed van te voren met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel, bijv. reinigingsben‐ zine, behandelt, let er dan op dat het middel niet met kunststof onderdelen in aanraking komt. Maak de zakken leeg. Voorwerpen zoals spijkers, mun‐ ten en paperclips kunnen wasgoed en onderdelen beschadigen.
2. Programma kiezen Wasautomaat inschakelen Druk op de - toets. B. Programmakeuze via stand "Ove‐ rige programma's" en display De trommelverlichting gaat aan. De trommelverlichting gaat automa‐ tisch na 5 minuten uit. Door op de Start/Stop - toets te drukken schakelt u de verlichting weer in. Programmakeuze A. Programmakeuze via de program‐ makeuzeschakelaar Draai de programmakeuzeschakelaar op stand Overige programma's.
3. Trommel vullen Deur openen Deur sluiten Leg uw hand in de greep van de deur en trek de deur open. Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt. Leg de was uitgevouwen en losjes in de trommel. Leg stukken wasgoed van verschillen‐ de grootte in de trommel. Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen. Gebruik de maximale belading. Deze wordt in het display aangegeven.
4. Programma-instellingen kiezen Vuilgraad Licht vervuild Er zijn geen vuile vlekken te zien, maar de kledingstukken ruiken niet meer zo fris. Normaal vervuild Er zijn lichte vlekken te zien. Sterk vervuild Er zijn donkere vlekken te zien. In het display staat: Tip: U kunt een eerder ingestelde vuil‐ graad wijzigen en de vraag naar de vuil‐ graad uitschakelen. Zie hoofdstuk: "In‐ stellingen", paragraaf: "Vuilgraad".
4. Programma-instellingen kiezen Centrifugetoerental instellen Voorprogrammeren Druk op de Centrifugetoerental toets. U kunt het door u gekozen programma eerder laten starten: minimaal 15 minu‐ ten en maximaal 24 uur. Dat kunt u bij voorbeeld doen om gebruik te maken van het nachttarief. In het display verschijnt: Zie hoofdstuk: "Voorprogrammering". U kunt een eerder ingesteld toerental van een wasprogramma wijzigen. Toerental 1600 o/min Verlaag, resp.
5. Wasmiddel doseren De wasautomaat biedt u verschillende mogelijkheden om wasmiddel te dose‐ ren. TwinDos Afhankelijk van de gedoseerde mid‐ delen in de vakken 1 en 2: Miele-2-fasen-systeem Afhankelijk van de kleur van het was‐ goed worden van UltraPhase 1 en Ul‐ traPhase 2 de optimale hoeveelheden automatisch gedoseerd. Tip de Dos - toets aan.
5. Wasmiddel doseren Wasmiddellade Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat – het wasgoed niet schoon en na ver‐ loop van tijd grauw en hard wordt; – er zich vetbolletjes in het wasgoed vormen; – er zich kalk op de verwarmingsele‐ menten vormt.
5. Wasmiddel doseren Capsuledosering Capsule plaatsen Er zijn capsules met drie verschillende soorten inhoud: Open de wasmiddellade. = Textielonderhoudsmiddelen (bijv. wasverzachters, impreg‐ neermiddelen) = Additieven (bijv. wasmiddelver‐ sterkers) = Wasmiddelen Een capsule bevat altijd de juiste hoe‐ veelheid voor èèn wasbeurt. Deze capsules zijn verkrijgbaar via in‐ ternet (www. miele-shop.com), bij de afdeling Onderdelen van Miele Neder‐ land of bij de Miele-vakhandelaar.
5. Wasmiddel doseren Capsuledosering uitschakelen / wij‐ zigen Tip de Cap - toets aan en volg de aanwijzingen in het display. Wanneer u een capsule gebruikt, mag u niet òòk nog eens een was‐ verzachter in vakje doseren. Het water stroomt bij capsuledosering uitsluitend via de capsule in vakje . Sluit het klepje en druk het stevig dicht. Sluit de wasmiddellade. De capsule gaat open zodra hij in de wasmiddellade is geplaatst.
6. Programma starten - Einde van het programma Programma starten Druk op de knipperende Start/Stop toets. De deur wordt vergrendeld en het was‐ programma gestart. Controleer of de trommel leeg is. Achtergebleven stukken wasgoed kunnen bij de volgende wasbeurt krimpen of afgeven. Hebt u de start voorgeprogrammeerd, dan geeft het display aan hoelang het nog duurt voordat het gekozen pro‐ gramma begint. Deze voorgeprogram‐ meerde tijd wordt in het display afge‐ teld.
Centrifugeren Maximaal centrifugetoerental Programma Omw/min Katoen 1600 Kreukherstellend 1200 Fijne was 900 Wol 1200* Zijde 600* Automatic extra 1400 Dekbedden 1200 Outdoor 800 Impregneren 1000 Sportkleding 1200 Alleen spoelen / Stijven 1600* Apparaat reinigen 900 QuickPowerWash 1600* Express 20 1200 Overhemden 900 Donker wasgoed / Jeans 900 Pompen/Centrifugeren 1600 36 Eindcentrifugetoerental Wanneer u een programma kiest, ver‐ schijnt in het display altijd het opt
Centrifugeren Spoelstop kiezen Stel met de Centrifugetoerental toets de Spoelstop () in. Het was‐ goed blijft na de laatste spoelgang in het water liggen. Dat heeft het voor‐ deel dat het wasgoed minder kreukt wanneer u het niet direct uit de trom‐ mel haalt. – Toch eindcentrifugeren: De wasautomaat biedt u het voor het gekozen programma maximaal toe‐ laatbare centrifugetoerental aan. U kunt een lager toerental kiezen. Druk op de Start/Stop - toets, waarna het apparaat met centrifugeren begint.
Voorprogrammering U kunt de start van het door u gekozen programma minimaal 15 minuten en maximaal 24 uur vertragen. Dat kunt u bij voorbeeld doen om gebruik te ma‐ ken van het nachttarief. Kiezen Druk op de Voorprogrammering toets. In het display verschijnt: Start over 00 :00 h Voer de uren met de en - toet‐ sen in en bevestig uw keuze met de OK - toets. Het scherm wisselt: Start over 05: 00 h Voer de minuten met de en toetsen in en bevestig uw keuze met de OK - toets.
Programma-overzicht Katoen 90℃ tot koud Maximaal 8,0 kg Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; t-shirts, ondergoed, tafellakens en servetten Let op De instellingen 60°C/40°C onderscheiden zich van / daar‐ in dat: – de programma's korter duren; – de temperatuurstops langer worden aangehouden; – het energieverbruik hoger is. Voor wasgoed dat aan bijzonder hoge hygiënische eisen moet vol‐ doen is een temperatuur van 60°C of hoger geschikt.
Programma-overzicht Fijne was Wasgoed 60°C tot koud Maximaal 3,0 kg Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels en kunstzijde Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden ge‐ wassen Let op – Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een programma met een voorwas moeten worden gewassen. Kies daarom de vuil‐ graad Sterk, zodat automatisch een voorwas wordt uitgevoerd. – Centrifugeer kreukgevoelig wasgoed helemaal niet.
Programma-overzicht Dekbedden 60°C tot koud Maximaal 2,5 kg 1 dekbed 2,20m x 2,00m Wasgoed Dekbedden met veren of donzen vullingen Let op – Druk vòòr het wassen de lucht uit het dekbed om overmatige schuimvorming te voorkomen. Stop het dekbed daarvoor in een goed aansluitende waszak of bind het met een wasbare band af. – Volg de aanwijzingen op het onderhoudsetiket. Outdoor 40°C tot koud Maximaal 2,5 kg Wasgoed Outdoorkleding met membranen als Gore-Tex®, SYMPATEX® en WINDSTOPPER®.
Programma-overzicht Sportkleding 60℃ tot koud Wasgoed Sport- en fitnesskleding van microvezels en fleece Let op – Gebruik geen wasverzachter. Maximaal 3,0 kg – Neem de aanwijzingen van het onderhoudsetiket in acht. Alleen spoelen / Stijven Wasgoed Maximaal 8,0 kg – Wasgoed dat met de hand is gewassen en moet worden gespoeld – Tafellakens, servetten en beroepskleding die moeten worden ge‐ steven Let op – Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental.
Programma-overzicht QuickPowerWash 60°C – 40°C Maximaal 5,0 kg Wasgoed Wasgoed dat ook in het programma Katoen kan worden gewassen Let op – Het wasgoed wordt door een speciale bevochtiging en door een speciaal wasritme bijzonder snel en grondig gereinigd. – Het programma duurt minder dan 1 uur. Express 20 40°C tot koud Maximaal 3,5 kg Wasgoed Katoenen wasgoed dat nauwelijks gedragen of vrijwel niet vuil is. Let op De optie Kort is automatisch ingeschakeld.
Opties U kunt een aantal opties inschakelen om het programma dat u heeft gekozen nog beter af te stemmen op uw was‐ goed en de manier waarop u dit wilt wassen. Dat doet u via de optietoetsen en het display. ECO Er wordt minder energie verbruikt, maar het wasresultaat blijft gelijk. Dit wordt bereikt door een verlengde programma‐ duur en een verlaging van de gekozen wastemperatuur.
Opties Voorstrijken Aan het einde van het programma wordt het wasgoed gladgestreken. Dit vermindert de kreukvorming in het was‐ goed. Maximale belading is echter niet mogelijk. Neem de aanwijzingen in het display in acht. Met kleine beladingen is het eindresultaat beter. Kort Voor licht verontreinigd wasgoed zon‐ der zichtbare vlekken. De wastijd wordt verkort. Extra water De waterstand wordt bij het was- en spoelproces verhoogd. U kunt voor de optie Extra water ver‐ schillende varianten instellen.
Opties Overzicht wasprogramma's - Programmamanager Bij programma's die hier niet zijn genoemd kan geen van onderstaande opties worden ingeschakeld.
Opties Welke opties kunnen bij welke programma's worden gekozen? Bij programma's die hier niet zijn genoemd kan geen van onderstaande opties worden ingeschakeld.
Programmaverloop Hoofdwas Spoelen Centrifu‐ geren Water‐ stand Wasritme Water‐ stand Spoel‐ gangen Katoen 2-51)2)3) Kreukherstellend 2-42)3) Fijne was 2-42)3) Wol 2 Zijde 2-33) Automatic extra 2-42)3) Dekbedden 3-43) Outdoor 3-43) Impregneren – 1 Sportkleding 2-33) Alleen spoelen / Stij‐ ven 0-13) Apparaat reinigen 3 QuickPowerWash
Programmaverloop = Lage waterstand = Middelste waterstand = Hoge waterstand = Intensief ritme = Normaal ritme = Sensitief ritme = Schommelritme = Handwasritme = Wordt uitgevoerd – = Wordt niet uitgevoerd De automaat beschikt over een volledig elektronische besturing met beladings‐ automaat. Tijdens een wasprogramma zuigt het wasgoed water op. Om hoe‐ veel water het gaat hangt af van de hoeveelheid wasgoed en het soort tex‐ tiel.
Textielbehandelingssymbolen Wassen Het getal in de wastobbe geeft de maximale wastemperatuur aan. Drogen De punten geven de globale tempera‐ tuur aan.
Programmaverloop wijzigen Afbreken Wijzigen U kunt een wasprogramma ieder mo‐ ment afbreken, nadat u het heeft ge‐ start. Programma Is een programma eenmaal gestart, kunt u geen ander programma meer kiezen, zonder het lopende programma af te breken. Druk op de Start/Stop - toets. In het display verschijnt: Programma afbreken Tip de OK - toets aan. De wasautomaat pompt het water weg. In het display verschijnt: Progr.
Programmaverloop wijzigen Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen Druk op de Start/Stop - toets. In het display verschijnt: Attentie: Nadat de wasautomaat een programma eenmaal heeft gestart, kan hij in de hoeveelheid wasgoed geen wijzigingen meer vaststellen. Daarom gaat de wasautomaat, ook na‐ dat u nog wasgoed in de trommel heeft gelegd of uit de trommel heeft gehaald, altijd van de maximale beladingshoe‐ veelheid uit. Tip de OK - toets aan.
Programmaverloop wijzigen Kinderbeveiliging Kinderbeveiliging uitschakelen Met het inschakelen van de kinderbe‐ veiliging voorkomt u dat de deur van de wasautomaat tijdens het wassen wordt geopend of dat het programma wordt afgebroken. Volg dezelfde procedure als bij het in‐ schakelen van de kinderbeveiliging. In het display staat: Kinderb. deactiveren Kinderbeveiliging inschakelen Tip de OK - toets aan. Druk op de Start/Stop - toets. De kinderbeveiliging is nu uitgescha‐ keld.
Wasmiddelen Het juiste wasmiddel Doseerhulp U kunt alle wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasautoma‐ ten. Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen kunt u vinden op de wasmiddelverpakking. Gebruik voor het doseren van het was‐ middel de attributen die door de was‐ middelfabrikant als hulp bij het doseren zijn geleverd, bijv. doseerbolletjes. Ge‐ bruik die vooral bij vloeibare wasmidde‐ len.
Wasmiddelen Overzicht wasprogramma's - Wasmiddelen Miele-2fasensysteem Univer‐ seel Color- Fijn- en wol- Katoen X X X – – Kreukherstellend X X X – – Fijne was X – – X – Wol – – – X X Zijde – – – X X Automatic extra X X X – – Dekbedden – – – X X Outdoor X – – X X Sportkleding X – – X X Apparaat reinigen – X – – X QuickPowerWash X X X – – Express 20 X X1) X1) – – Overhemden X X X – – Donker wasgoed / Jeans X – X1) – X
Wasmiddelen Overzicht wasprogramma's - Textielonderhoudsmiddelen / Cap‐ sules Textielonderhoudsmiddelen Capsules Wasverzach‐ ters Impregneer‐ middelen4) Stijfsels Katoen X – – X X X Kreukherstellend X – – X X X Fijne was X – – X X X Wol X – – X – X Zijde X – – X – X Automatic extra X – – X X X Dekbedden – – – X – X Outdoor – – – X X – Impregneren – X – – – X Sportkleding – – – X X X Alleen spoelen / Stijven X – X –
Wasmiddelen Handmatige dosering Na afloop van het waspro‐ gramma wasverzachter of stijf‐ sel doseren U kunt de wasverzachter of via de auto‐ matische dosering of via de wasmiddel‐ lade doseren. Automatische dosering Eèn van de reservoirs van de automa‐ tische dosering moet met wasverzach‐ ter gevuld zijn. Tip de Dos - toets aan. Activeer het reservoir met wasver‐ zachter. De wasverzachter wordt bij de laatste spoelgang toegevoegd.
Wasmiddelen Kleuren en ontkleuren Gebruik geen ontkleuringsmid‐ del in de wasautomaat om corrosie te voorkomen. Het gebruik van textielverf in de wasau‐ tomaat is uitsluitend toegestaan voor huishoudelijke doeleinden. Het zout dat erin zit kan het roestvrij staal aantasten. Neem de aanwijzingen van de textiel‐ verffabrikant precies in acht. Apart spoelen met wasverzachter of stijfsel Stijfsel moet zijn voorbereid zoals be‐ schreven op de verpakking.
Reiniging en onderhoud Trommel reinigen (Hygiëne Info) Wanneer er regelmatig met lage tempe‐ raturen en / of een vloeibaar wasmiddel wordt gewassen, bestaat het gevaar dat zich in de wasautomaat ziektekie‐ men en geurtjes ontwikkelen. Draai om dit te voorkomen regelmatig het pro‐ gramma Apparaat reinigen. Doe dit in ieder geval iedere keer wanneer de melding Hygiëne-info in het display ver‐ schijnt. Wasmiddellade reinigen De vakjes voor de voorwas en de hoofdwas zijn zelfreinigend.
Reiniging en onderhoud Zuighevel en kanaal reinigen Wanneer u verschillende keren vloei‐ baar stijfsel hebt gebruikt, reinig de zuighevel dan extra goed. Vloeibare stijfsels klonteren snel. Wasmiddelladekast reinigen 1. Trek de zuighevel uit vakje en reinig de hevel onder de warme kraan. Reinig ook het buisje waar de zuighevel overheen wordt gestoken. 2. Zet de zuighevel weer terug. Reinig het kanaal voor de wasver‐ zachter met warm water en een bor‐ stel.
Reiniging en onderhoud TwinDos reinigen Vakken reinigen Reservoir(s) reinigen Reinig het reservoir / de reservoirs ie‐ dere keer wanneer u van vloeibaar wasmiddel of wasverzachter wisselt. Bij gebruik van dispensers van het 2fasen-systeem van Miele is reiniging niet nodig. De vakken waar reservoirs of dispen‐ sers in worden geschoven kunnen vuil worden door achterblijvende wasmid‐ delresten. Zodra u reservoirs vult of dispensers vervangt, reinig dan de vakken met een vochtige doek.
Reiniging en onderhoud Watertoevoerzeefje reinigen Draai de kraan dicht. De wasautomaat heeft èèn zeefje ter bescherming van de watertoevoerklep. Dit zeefje, dat zich in de schroefkoppe‐ ling van de toevoerslang bevindt, moet u ongeveer 1 keer per halfjaar controle‐ ren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u vaker con‐ troleren. Schroef de toevoerslang van de kraan. Trek het rubberen dichtingsringetje 1 uit de groef.
Wat moet u doen, wanneer . . . Hulp bij problemen De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u de afdeling Klantcontacten niet in te schakelen en kunt u tijd en kosten besparen. De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Bedenk echter het volgende: Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Wat moet u doen, wanneer . . . Het programma is afgebroken en in het display verschijnt de volgende storingsmelding: Probleem Watertoevoer Zie Oorzaak en oplossing De watertoevoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd. Controleer of de kraan ver genoeg is openge‐ draaid. Controleer of er knikken in de toevoerslang zitten. Controleer of de waterdruk hoog genoeg is. Het zeefje in de watertoevoerslang is verstopt. Reinig het zeefje.
Wat moet u doen, wanneer . . . Aan het einde van het programma verschijnt in het display de volgende storingsmelding: Probleem Con. filter+inspuiter Oorzaak en oplossing De filters zijn verontreinigd. Reinig de filters zoals beschreven in paragraaf: "Deur openen bij verstopte afvoer en/of stroomuit‐ val". U kunt na het reinigen opnieuw een wasprogram‐ ma starten. De inspuiter boven in de vulring van de deur is door pluizen verstopt. Verwijder de pluizen met de vingers, niet met een scherp voorwerp.
Wat moet u doen, wanneer . . . Aan het einde van het programma verschijnt in het display de volgende storingsmelding: Probleem Oorzaak en oplossing Controleer dosering Er heeft zich tijdens het wasprogramma teveel schuim gevormd. Controleer de gedoseerde hoeveelheid wasmid‐ del. Controleer bij automatische wasmiddeldosering de ingestelde hoeveelheid wasmiddel. Neem de aanwijzingen op de wasmiddelverpak‐ king in acht en houd rekening met de mate waarin het wasgoed is verontreinigd.
Wat moet u doen, wanneer . . . Problemen met TwinDos Probleem Oorzaak en oplossing Er is geen wasmiddel en/of wasverzachter gedoseerd. De automatische dosering is niet ingeschakeld. Tip voor de volgende wasbeurt de Dos - toets aan. De automatische dosering wordt ingeschakeld. Er is geen wasmiddel / wasverzachter gedoseerd, hoewel de automatische dosering is ingeschakeld. Probeer het nog een keer. Wordt er nog steeds niet gedoseerd, schakel dan de afdeling Klantcontacten van Miele in.
Wat moet u doen, wanneer . . . Algemene problemen met de wasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing De wasautomaat trilt tij‐ De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een dens het centrifugeren. contramoer vastgeschroefd. Stel de wasautomaat stevig en schroef de stelvoe‐ ten met een contramoer vast. De wasautomaat heeft het wasgoed niet nor‐ maal gecentrifugeerd en het wasgoed is nog nat.
Wat moet u doen, wanneer . . . Algemene problemen met de afwasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing Aan het einde van het programma zit er nog vocht in de capsule. Het buisje in de wasmiddellade, waar de capsule op wordt gestoken, is verstopt. Reinig het buisje. Dat is geen storing. Om technische redenen blijft er altijd wat water in de capsule zitten. Naast de capsule zit er water in het wasver‐ zachter-/capsulevak.
Wat moet u doen, wanneer . . . Een tegenvallend wasresultaat Probleem Oorzaak en oplossing Het wasgoed wordt met In vloeibare wasmiddelen zitten geen bleekmiddelen. een vloeibaar wasmid‐ Fruit-, koffie- of theevlekken zijn er dan moeilijk uit te del niet schoon. krijgen. Gebruik het Miele-2-fasen-systeem. Door de ge‐ richte dosering van UltraPhase 2 tijdens het was‐ proces worden vlekken effectief verwijderd. Gebruik poedervormige wasmiddelen met een bleekmiddel.
Wat moet u doen, wanneer . . . De deur kan niet open. Probleem Oorzaak en oplossing De deur kan tijdens het wasprogramma niet open. Wanneer er wordt gewassen is de trommel vergren‐ deld. Druk op de Start/Stop - toets. Kies met de - toets Afbreken of Trommel bijvul‐ len. De deur wordt ontgendeld en u kunt de deur openen. Er bevindt zich nog water in de trommel en de auto‐ maat kan het water niet afpompen.
Wat moet u doen, wanneer . . . Deur openen bij verstopte af‐ voer en/of stroomstoring Schakel de wasautomaat uit. Druk tegen het klepje van het filter‐ huis. Het klepje springt open. Verstopte afvoer Wanneer de afvoer is verstopt, kan zich een vrij grote hoeveelheid water in de automaat bevinden. Wees voorzichtig! Het water is heet, wanneer kort daarvoor op een hoge temperatuur is gewassen. U kunt zich aan het water branden! Water opvangen Draai de filters er niet helemaal uit.
Wat moet u doen, wanneer . . . Deur openen Controleer steeds of de trommel stilstaat wanneer u het wasgoed uit de automaat wilt halen. Wanneer u uw hand in een nog draaiende trom‐ mel steekt, loopt u het risico zich te verwonden. Reinig ze grondig. Controleer of de pompschoepvleu‐ gels gemakkelijk rond te draaien zijn, verwijder indien nodig draden en/of knopen e.d. en reinig het filterhuis. Ontgrendel de deur met een schroe‐ vendraaier. Open de deur.
Afdeling Klantcontacten Reparaties Voor storingen die u niet zelf kunt ver‐ helpen, waarschuwt u – de Miele-vakhandel of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Adres, telefoonnummer en website van Miele Nederland vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐ zing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet en onze technici het type en het serienummer van uw apparaat weten. Beide gegevens vindt u op het typepla‐ tje boven het deurglas.
Plaatsen en aansluiten Het apparaat aan de voorkant a Watertoevoerslang Waterproof-sys‐ teem b Elektrische aansluiting c Waterafvoerslang (met draaibaar en verwijderbaar bochtstuk) met ver‐ schillende mogelijkheden voor wa‐ terafvoer e Wasmiddellade f Deur g Klepje van het gedeelte met filters, afvoerpomp en noodontgrendeling h Klepje van het TwinDos-gedeelte i Vier stelvoeten d Bedieningspaneel 75
Plaatsen en aansluiten Het apparaat aan de achterkant a Waterafvoerslang b Houders voor de watertoevoer- en waterafvoerslang tijdens het trans‐ port c Elektrische aansluiting d Draagpunten onder de dekselrand voor transportdoeleinden e Watertoevoerslang Waterproof-sys‐ teem 76 f Draaibeveiligingen met transport‐ stangen g Houders voor de watertoevoer- en waterafvoerslang tijdens het trans‐ port en voor de transportstangen na de plaatsing
Plaatsen en aansluiten Plaats van opstelling Wasautomaat plaatsen Als plaats van opstelling is een beton‐ nen vloer het meest geschikt. In tegen‐ stelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat aan het centrifugeren is. Wanneer u het apparaat van de verpak‐ kingsbodem tilt en op de plaats neerzet waar het moet staan, pak het dan aan de voorkant bij de stelvoeten en aan de achterkant bij de draagpunten onder de dekselrand vast.
Plaatsen en aansluiten Draai de linker transportstang met de bijgevoegde steeksleutel 90° en Draai de rechter transportstang 90° en trek de stang eruit. trek de stang eruit. Sluit de gaten na het verwijderen van de transportbeveiliging af om te voorkomen dat u zich bezeert.
Plaatsen en aansluiten Sluit de gaten met de bijgeleverde stopjes af. Bevestig de transportstangen aan de achterwand van de wasautomaat. Let er daarbij op dat het bovenste haakje boven de houder ligt. Bewaar de transportstangen. Moet de wasautomaat weer worden getransporteerd (bijv. bij een verhui‐ zing), dan moet de transportbeveili‐ ging weer worden gemonteerd. Transportbeveiliging monteren Het monteren van de transportbeveili‐ ging gebeurt in omgekeerde volgorde.
Plaatsen en aansluiten Wasautomaat stellen Om optimaal te kunnen functioneren, moet de automaat stevig en waterpas staan. Wanneer een wasautomaat verkeerd wordt geplaatst, wordt er meer water en energie verbruikt dan nodig is en kan het apparaat gaan schuiven. Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten Het stellen van de automaat gebeurt met behulp van de vier machine- of stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt geleverd, zijn alle stelvoeten naar bin‐ nen gedraaid.
Plaatsen en aansluiten Onder een werkblad plaatsen Het bovenblad van de wasauto‐ maat mag niet worden gedemon‐ teerd. Deze wasautomaat kan met bovenblad helemaal onder een werkblad worden geplaatst, als het werkblad tenminste hoog genoeg is. Was-droogzuil Op de wasautomaat kan een Mieledroogautomaat worden geplaatst. Hier‐ voor is een tussenstuk* (WTV) nodig. Alle met * aangeduide onderdelen zijn verkrijgbaar bij Miele Nederland B.V.
Plaatsen en aansluiten Het waterbeveiligingssysteem van Miele Het Miele waterbeveiligingssysteem biedt volledige bescherming tegen wa‐ terschade door de wasautomaat. Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit drie onderdelen: – 1) de watertoevoerslang – 2) De elektronica en de ommanteling – 3) de waterafvoerslang 1) De watertoevoerslang – Deze beschikt over een elektrisch waterinlaatventiel. Dit systeem functioneert als een au‐ tomatische kraan en zit in de uitstul‐ ping van de watertoevoerslang.
Plaatsen en aansluiten Watertoevoer Het waterinlaatventiel bevat elektrische onderdelen en mag daar‐ om niet worden gemonteerd in ge‐ deelten van het vertrek waar met wa‐ ter wordt gewerkt, bijv. badkuipen of douchecabines. Het waterinlaatventiel mag niet nat worden! Voor de aansluiting is een kraan met 3 /4"-schroefkoppeling noodzakelijk. Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag de automaat uitsluitend door een erkend installateur op de waterleiding worden aangesloten.
Plaatsen en aansluiten Waterafvoer Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1 m. Het water moet ongehinderd weg kunnen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is draaibaar en kan indien nodig worden verwijderd. 3. De slang kan in een putje in de vloer worden gehangen. 4. De slang kan op een wasbak of was‐ tafel met kunststof nippel worden aan‐ gesloten.
Plaatsen en aansluiten Elektrische aansluiting De wasautomaat is standaard voorzien van een aansluitkabel met stekker met beschermingscontact (randaarde), ge‐ schikt voor aansluiting op een stopcon‐ tact met beschermingscontact (rand‐ aarde). De wasautomaat moet zo wor‐ den geplaatst dat men altijd zonder problemen bij het stopcontact kan komen. Gebruik om veiligheidsrede‐ nen geen verlengsnoer of stekkerdo‐ zen of iets dergelijks.
Verbruiksgegevens Belading Katoen Verbruiksgegevens Energie Water in kWh in l Programma‐ duur Rest‐ vocht 90°C 8,0 kg 2,3 58 2 h 29 min 50% 60°C 8,0 kg 1,35 58 1 h 59 min 50% 60°C 4,0 kg 1,00 49 1 h 59 min 50% * 8,0 kg 0,80 48 2 h 59 min. 44% * 4,0 kg 0,72 46 2 h 59 min.
Verbruiksgegevens Instructie voor vergelijkende onderzoeken: * Testprogramma's volgens EN 60456 en energielabeling volgens EU-richtlijn 1061/2010 De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water, kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net‐ spanning en gekozen opties.
Technische gegevens Hoogte 850 mm Breedte 596 mm Diepte 636 mm Diepte bij geopende deur 1054 mm Hoogte voor onderbouw 850 mm Breedte voor onderbouw 600 mm Gewicht 107 kg Beladingscapaciteit 8 kg droog wasgoed Aansluitspanning Zie typeplaatje Aansluitwaarde Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk "Verbruiksgegevens". Minimale waterdruk 100 kPa Maximale waterdruk 1.
Instellingen Met de instellingen kunt u de elektro‐ nica van de wasautomaat aan veran‐ derende situaties aanpassen. De instellingen kunt u ieder moment wijzigen. Variant instellen Door de - toets aan te tippen krijgt u de verschillende varianten binnen de instelling in het display te zien. De ingestelde variant wordt met een vinkje aangegeven. Instellingen oproepen Eerst moet aan de volgende voorwaar‐ den zijn voldaan: Staat uw keuze in het display, beves‐ tig deze dan met de OK - toets.
Instellingen Taal Er zijn verschillende talen waarin de meldingen in het display kunnen wor‐ den weergegeven. Met bovenge‐ noemde instelling kunt u uw eigen taal kiezen. Het vlaggetje ! achter het woord Taal dient als leidraad, wanneer u een ande‐ re taal wilt instellen. De gekozen taal wordt ingesteld. Soort en hoeveelheid wasmid‐ del Hiermee kunt u het soort wasmiddel voor de reservoirs van de automa‐ tische dosering instellen. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "TwinDos".
Instellingen Code Met deze instelling kunt een code in‐ schakelen waarmee u de elektronica vergrendelt en voorkomt dat uw appa‐ raat door vreemden wordt gebruikt. Keuze – Activeren De code is 125. Voer de code na het inschakelen van het apparaat weer in om het te kun‐ nen bedienen. – Deactiveren Wanneer u de wasautomaat zonder code wilt bedienen. – Wijzigen U kunt een willekeurige code invoe‐ ren.
Instellingen Uitschakeling apparaat Het apparaat wordt na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld en wel na afloop van het programma / de kreukbeveiliging of wanneer u het na het inschakelen niet verder bedient. Met bovengenoemde instelling kunt u deze tijd verlengen. Keuze – 15 minuten (Fabrieksinstelling) Uitschakeling na 15 minuten – 20 minuten Uitschakeling na 20 minuten – 30 minuten Uitschakeling na 30 minuten Memory Met deze instelling kunt u de memory inschakelen.
Instellingen Temperatuurverlaging Met deze instelling kunt u een tempe‐ ratuurbeveiliging inschakelen. Vanaf 1000 m boven de zeespiegel heeft water een lager kookpunt. Om te voorkomen dat het gaat koken, zorgt deze beveiliging ervoor dat de tempe‐ ratuur niet boven de 80°C uitkomt, ook wanneer een hogere temperatuur wordt gekozen. Vanuit de fabriek is de beveiliging uitge‐ schakeld. Extra water Met deze instelling kunt u ervoor zor‐ gen, dat er voor de wasprogramma's meer water wordt gebruikt.
Instellingen Afkoeling van het waswater Met deze instelling kunt u ervoor zor‐ gen dat aan het einde van de hoofd‐ was extra water in de trommel stroomt ter afkoeling van het waswater. Dit is handig bij het programma "Ka‐ toen" en wel wanneer er een tempera‐ tuur is gekozen van 70°C en hoger. Ook aanbevolen: – wanneer de wasautomaat in een ge‐ bouw staat met waterafvoerbuizen die niet aan de Komokeur voldoen; – wanneer u de waterafvoerslang in een wasbak, wastafel of gootsteen hangt.
Na te bestellen accessoires Voor deze wasautomaat zijn wasmidde‐ len, additieven en onderhoudsmiddelen voor textiel en apparaat beschikbaar. Al deze producten zijn op de Miele-was‐ automaten afgestemd. UltraColor U kunt deze en vele andere interessante producten via internet (www. mieleshop.com), bij Miele (zie omslag) of bij uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Na te bestellen accessoires Dons Textielonderhoudsmiddelen – Vloeibaar wasmiddel voor kussens, slaapzakken en kleding met dons Deze middelen zijn verkrijgbaar in een praktische doseerfles of als capsule waarmee u per wasbeurt kunt doseren. – Behoudt de elasticiteit van dons en veren. – Behoudt de ademingsactviteit van kleding met dons. – Voorkomt klontering van dons.
Adresse 97
WKH 170 WPS nl-NL M.-Nr.