Gebruiksaanwijzing Wasautomaat Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, in‐ stalleert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................... 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................ 7 Bediening van de wasautomaat ......................................................................... 14 Bedieningspaneel .................................................................................................. 14 Basisdisplay ......................................................................
Inhoud Centrifugeren ....................................................................................................... 39 Voorprogrammering............................................................................................. 41 Kiezen .................................................................................................................... 41 Wijzigen..................................................................................................................
Inhoud Wasmiddelen ........................................................................................................ 65 Het juiste wasmiddel.............................................................................................. 65 Wateronthardingsmiddel........................................................................................ 65 Doseerhulp.............................................................................................................
Inhoud Wasautomaat stellen.............................................................................................. 91 Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten................................................... 91 Onder een werkblad plaatsen........................................................................... 92 Was-droogzuil................................................................................................... 92 Het waterbeveiligingssysteem ......................................
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak‐ kingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Oude elektrische en elektronische ap‐ paraten bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐ weest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Ondeskundig gebruik echter kan persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor‐ dat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrij‐ ke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er kinderen in huis zijn Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de was‐ automaat komen als ze constant onder toezicht staan. Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon‐ der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moe‐ ten bedienen en als ze weten wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het niet goed bedienen. Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De elektrische veiligheid van de wasautomaat is uitsluitend ge‐ waarborgd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het ge‐ volg is van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasauto‐ maat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan èèn van de volgende voorwaarden is voldaan: – als de stekker uit de contactdoos is getrokken of – als de desbetreffende zekering van de huisinstallatie is uitgescha‐ keld of – of als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Nog meer aanwijzingen voor het gebruik Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen. Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans‐ portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten", paragraaf: "Transportbeveiliging verwijde‐ ren".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wees voorzichtig bij het openen van de deur wanneer u de stoomfunctie heeft gebruikt. U loopt het risico zich te verbranden door vrijkomend stoom en door hoge temperaturen aan het tromme‐ loppervlak en het glas. Doe een stapje terug en wacht totdat de stoom is weggetrokken. De maximale beladingscapaciteit bedraagt 9 kg (droog wasgoed), maar sommige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken en mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt. Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, neem dan direct contact op met de dokter. Personen die een gevoe‐ lige of beschadigde huid hebben, kunnen het vloeibaar wasmiddel maar beter niet aanraken.
Bediening van de wasautomaat Bedieningspaneel a Display met sensortoetsen f Optietoetsen Nadere bijzonderheden over het dis‐ Met deze toetsen kunt u (een) op‐ play kunt u op de volgende bladzij‐ tie(s) in- of uitschakelen. den vinden. g Programmakeuzeschakelaar b Start/Stop - toets Met deze schakelaar kunt u een was‐ Met deze toets kunt u het gekozen programma kiezen. wasprogramma starten en een ge‐ h Optische interface PC start programma afbreken.
Bediening van de wasautomaat Programmaduur Wanneer u een programma start zonder gebruik te maken van de voorprogram‐ mering, dan geeft het display in uren en minuten aan hoelang het programma waarschijnlijk gaat duren. Wanneer u een programma start met voorprogrammering, dan geeft het dis‐ play pas na afloop van de voorgepro‐ grammeerde tijd aan hoelang het pro‐ gramma gaat duren. j Sensortoets Hiermee kunt u in een lijst naar be‐ neden gaan en waarden verlagen.
Bediening van de wasautomaat Basisdisplay Scrollen door een meerkeuzemenu Katoen 10:30 Duur 2:59 Overige extra functies Inweken uur 1600 Omw/min Extra water Voorwas Zodra een menupunt in een meerkeuze‐ menu wordt ingesteld, dan wordt dat met een vinkje aangegeven.
Ingebruikneming van het apparaat Controleer voordat u uw wasau‐ tomaat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge‐ plaatst en aangesloten. Zie hoofd‐ stuk: "Plaatsen en aansluiten". Beschermfolie en sticker ver‐ wijderen Dispensers uit de trommel ver‐ wijderen In de trommel bevinden zich twee dis‐ pensers met de wasmiddelen UltraPhase1 en UltraPhase2 voor de automatische wasmiddeldosering.
Ingebruikneming van het apparaat Iedere wasautomaat wordt in de fa‐ briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in de trommel achter‐ blijft. Om veiligheidsredenen is het niet mo‐ gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren. Ter activering van het centrifugeren moet u eerst een waspro‐ gramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel draaien. Wordt er wel wasmiddel gebruikt, dan kan er overmatige schuimvorming op‐ treden. Druk op de - toets.
Ingebruikneming van het apparaat Meldingen Er volgen nog twee meldingen. Deze hebben betrekking op het verwijderen van de transportbeveiliging en op de verdere gang van zaken bij de inge‐ bruikneming van het apparaat. Bevestig deze meldingen met de OK - toets. Eerste wasprogramma starten Voordat het eerste wasprogramma kan worden gestart, moet de Twin‐ Dos-eenheid in gebruik worden ge‐ nomen. Lees hiervoor hoofdstuk: "TwinDos".
TwinDos Deze wasautomaat is uitgerust met een geïntegreerde wasmiddeldoseereen‐ heid. Deze wasmiddeldoseereenheid kan 1. met het 2-fasen-systeem van Miele of 2. met willekeurige vloeibare wasmid‐ delen en / of wasverzachters worden gebruikt. 2-fasen-systeem van Miele Het 2-fasen-systeem van Miele werkt met een basiswasmiddel (UltraPhase 1) en een reinigingsversterker (UltraPhase 2). Deze beide middelen worden voor een optimaal wasresultaat tijdens het wasproces op verschillende tijdstippen gedoseerd.
TwinDos De dispensers/reservoirs Zorg ervoor dat kinderen niet in aanraking kunnen komen met ge‐ vulde reservoirs of dispensers. Neem de doseeraanwijzingen en waarschu‐ wingen van de wasmiddelfabrikant in acht. Gebruik van dispensers UltraPhase 1 en UltraPhase 2 zijn ver‐ krijgbaar in wegwerpdispensers. Druk op de gele ontgrendelingsknop (1.) en trek het reservoir naar buiten (2.). Druk op het klepje voor het gedeelte met de TwinDos-reservoirs. Het klepje springt open.
TwinDos De reservoirs Verwijder de reservoirs uit de vakken. Open de gele sluiting en vul het ge‐ wenste wasmiddel in het reservoir. Sluit het reservoir weer af en schuif het weer in het vak. Let er daarbij op dat de vergrendeling vastklikt. Tip: Noteer welk wasmiddel in welk vak zit, om later de juiste instellingen in de elektronica te kunnen invoeren. Schuif de dispenser voor UltraPhase 1 in vak 1 totdat de dis‐ penser vastklikt.
TwinDos Het menu Instellingen openen In het menu Instellingen kunt u de ge‐ bruikte wasmiddelen vastleggen. Schakel de wasautomaat in en wacht totdat het basisscherm in het display oplicht. Onderhoud Terug Tip de sensortoets OK aan. 10:30 Duur Soort wasm. / Hoeveelheid wasm. Instellingen voor UltraPhase 1 en UltraPhase 2 Katoen Doseereenheid 2:59 De doseringen van UltraPhase 1 en UltraPhase 2 zijn vanuit de fabriek in‐ gesteld voor hardheidsgraad I ().
TwinDos Vak 1 Te doseren wasmiddelhoeveelh. Miele UltraPhase 1 48 ml Miele UltraColor Normaal vervuild Miele fijn-/wolwasmiddel Tip: Heeft uw water hardheidsgraad II () of III (), pas de doseringen voor de Miele-producten dan aan volgens de aanwijzingen op de wasmiddelverpak‐ king. Bevestig de dosering met de sensor‐ toets OK of corrigeer de dosering met de sensortoetsen en . De wasautomaat stelt automatisch UltraPhase 2 voor vak 2 in.
TwinDos Eerste wasprogramma starten Vòòr de eerste wasbeurt met wasgoed moet het leidingsysteem van de Twin‐ Dos-eenheid worden gevuld. In het display verschijnt: Vuilgraad Normaal Daarom moet een wasprogramma zonder wasgoed worden gedraaid. Draai de kraan open. Draai de programmakeuzeschakelaar op Katoen. In het display verschijnt: Belading Kies met de - toets vuilgraad Sterk en bevestig uw keuze met de OK toets.
Tips om energie en water te besparen Energie- en waterverbruik Gebruik van wasmiddelen – Maak bij ieder programma dat u kiest gebruik van de maximale beladings‐ capaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. – Gebruik voor het doseren van de exacte hoeveelheid wasmiddel de automatische wasmiddeldosering. – Bij een geringe belading verbruikt het apparaat dankzij de beladingsauto‐ maat minder water en energie.
Tips om energie en water te besparen EcoFeedback 2. Het werkelijke verbruik Met de EcoFeedback - sensortoets kunt u informatie over het energie- en waterverbruik van uw wasautomaat op‐ vragen. Tip: Na afloop van het programma kunt u vòòr het openen van de deur het wer‐ kelijke verbruik van het afgelopen pro‐ gramma aflezen. Het display geeft u de volgende infor‐ matie: Tip de EcoFeedback - toets aan.
1. Het wasgoed onder de loep Tip: Tips voor het verwijderen van thee-, koffie-, ei- en bloedvlekken kunt u vinden in de vlekkenwijzer op www.miele.nl. Wanneer u het wasgoed van te voren met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel, bijv. reinigingsben‐ zine, behandelt, let er dan op dat het middel niet met kunststof onderdelen in aanraking komt. Maak de zakken leeg. Voorwerpen zoals spijkers, mun‐ ten en paperclips kunnen wasgoed en onderdelen beschadigen.
2. Programma kiezen Wasautomaat inschakelen Druk op de - toets. B. Programmakeuze via stand "Ove‐ rige programma's" en display De trommelverlichting gaat aan. De trommelverlichting gaat automa‐ tisch na 5 minuten uit. Door op de Start/Stop - toets te drukken schakelt u de verlichting weer in. Programmakeuze A. Programmakeuze via de program‐ makeuzeschakelaar Draai de programmakeuzeschakelaar op stand Overige programma's.
3. Trommel vullen Deur openen Deur sluiten Leg uw hand in de greep van de deur en trek de deur open. Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt. Leg de was uitgevouwen en losjes in de trommel. Leg stukken wasgoed van verschillen‐ de grootte in de trommel. Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen. Gebruik de maximale belading. Deze wordt in het display aangegeven.
4. Programma-instellingen kiezen Temperatuur instellen Vuilgraad Licht vervuild Er zijn geen vuile vlekken te zien, maar de kledingstukken ruiken niet meer zo fris. Normaal vervuild Er zijn lichte vlekken te zien. Sterk vervuild Er zijn donkere vlekken te zien. In het display staat: U kunt een eerder ingestelde tempera‐ tuur van een wasprogramma wijzigen. Druk op de Temperatuur - toets. In het display verschijnt: Temperatuur °C (Koud–90°C ) Vuilgraad Normaal Verlaag, resp.
4. Programma-instellingen kiezen Centrifugetoerental instellen Opties instellen U kunt een eerder ingesteld toerental van een wasprogramma wijzigen. Druk op de Centrifugetoerental toets. In het display verschijnt: Centrifugetoerental 1600 Omw/min (0-1600 Omw/min) Verlaag, resp. verhoog het toerental met de - toets, resp. de - toets en bevestig uw keuze met de OK toets. Druk op de toets voor de gewenste optie. Het controlelampje van deze toets gaat branden.
5. Wasmiddel doseren De wasautomaat biedt u verschillende mogelijkheden om wasmiddel te dose‐ ren. TwinDos Afhankelijk van de gedoseerde mid‐ delen in de vakken 1 en 2: Miele-2-fasen-systeem Afhankelijk van de kleur van het was‐ goed worden van UltraPhase 1 en UltraPhase 2 de optimale hoeveelheden automatisch gedoseerd. Vloeibaar wasmiddel / Wasverzach‐ ter In het display wordt het beste middel aangegeven en met een vinkje () ge‐ markeerd.
5. Wasmiddel doseren Wasmiddellade Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat – het wasgoed niet schoon en na ver‐ loop van tijd grauw en hard wordt; – er zich vetbolletjes in het wasgoed vormen; – er zich kalk op de verwarmingsele‐ menten vormt.
5. Wasmiddel doseren Capsuledosering Capsule plaatsen Er zijn capsules met drie verschillende soorten inhoud: Open de wasmiddellade. = Textielonderhoudsmiddelen (bijv. wasverzachters, impreg‐ neermiddelen) = Additieven (bijv. wasmiddel‐ versterkers) = Wasmiddelen (alleen voor de hoofdwas) Een capsule bevat altijd de juiste hoe‐ veelheid voor één wasbeurt. Open het klepje van vakje /. Deze capsules zijn verkrijgbaar via in‐ ternet (www. miele-shop.
5. Wasmiddel doseren Capsuledosering uitschakelen / wij‐ zigen Tip de Cap - toets aan en volg de aanwijzingen in het display. Wanneer u een capsule gebruikt, mag u niet òòk nog eens een was‐ verzachter in vakje doseren. Het water stroomt bij capsuledosering uitsluitend via de capsule in vakje . Sluit het klepje en druk het stevig dicht. Sluit de wasmiddellade. De capsule gaat open zodra hij in de wasmiddellade is geplaatst.
6. Programma starten - Einde van het programma Programma starten Druk op de Start/Stop - toets, die in‐ middels is gaan knipperen. De deur wordt vergrendeld (dit ziet u aan symbool in het display) en het wasprogramma wordt gestart. Hebt u de start voorgeprogrammeerd, dan geeft het display aan hoelang het nog duurt voordat het gekozen pro‐ gramma begint. Deze voorgeprogram‐ meerde tijd wordt in het display afge‐ teld.
6. Programma starten - Einde van het programma Einde van het programma Tijdens de kreukbeveiliging is de deur nog vergrendeld en knipperen in het display afwisselend: Katoen Controleer of de trommel leeg is. Achtergebleven stukken wasgoed kunnen bij de volgende wasbeurt krimpen of afgeven. 10:30 Kreukbeveiliging 1600 Omw/min en Druk op de Start/Stop-toets om het wasgoed uit het apparaat te halen. Druk op de Start/Stop - toets, waarna de deur wordt ontgrendeld. Open de deur.
Centrifugeren Maximaal centrifugetoerental Programma Omw/min Katoen 1600 Kreukherstellend 1200 Fijne was 900 Wol 1200* Jeans 900 Overhemden 900 Automatic extra 1400 Opfrissen – Donker textiel 1200 Dekbedden 1200 Outdoor 800 Impregneren 1000 Alleen spoelen 1600* Stijven 1400* Zijde 600* Sportkleding 1200 Dons 1200 Vitrage 600 Nieuw textiel 1200 Hoofdkussens 1200 Pompen/Centrifugeren 1600 Apparaat reinigen Artikelenmix Wanneer u een programma kiest, ver‐ schijn
Centrifugeren Spoelstop kiezen Stel met de Overige opties - toets de optie Spoelstop in. Het wasgoed blijft na de laatste spoelgang in het water liggen. Dat heeft het voordeel dat het wasgoed minder kreukt wanneer u het niet direct uit de trommel haalt. – Toch eindcentrifugeren: De wasautomaat biedt u het voor het gekozen programma maximaal toe‐ laatbare centrifugetoerental aan. U kunt een lager toerental kiezen. Druk op de Start/Stop - toets, waarna het apparaat met centrifugeren begint.
Voorprogrammering U kunt de start van het door u gekozen programma minimaal 15 minuten en maximaal 24 uur vertragen. Dat kunt u bij voorbeeld doen om gebruik te ma‐ ken van het nachttarief. Kiezen Voor een correct verloop van de voorprogrammering moet de actuele dagtijd zijn ingesteld. Druk op de Voorprogrammering toets. In het display verschijnt: Starten Druk op de Start/Stop - toets.
Voorprogrammering Wissen en het wasprogramma direct starten Druk op de Voorprogrammering toets. Einde om Tijd wijzigen Direct starten Terug Tip de - toets aan. Het menupunt Direct starten is nu wit gemarkeerd. Tip de OK - toets aan, waarna het wasprogramma direct start. Afbreken Druk op de Start/Stop - toets. Keuze Voorprogrammering afbreken Trommel bijvullen Kinderbeveiliging activeren Tip de OK - toets aan.
Programma-overzicht Katoen 90°C tot koud Maximaal 9,0 kg Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; t-shirts, ondergoed, tafellakens en servetten Let op De instellingen 60°C/40°C onderscheiden zich van / daar‐ in dat: – de programma's korter duren; – de temperatuurstops langer worden aangehouden; – het energieverbruik hoger is. Voor wasgoed dat aan bijzonder hoge hygiënische eisen moet vol‐ doen is een temperatuur van 60°C of hoger geschikt.
Programma-overzicht Fijne was 60°C tot koud Maximaal 3,0 kg Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels en kunstzijde Let op – Centrifugeer kreukgevoelig wasgoed helemaal niet. 40°C tot koud Wol Maximaal 2,0 kg Wasgoed Wasgoed van wol en wasgoed waar o.a. wol in zit Let op Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental. Jeans Let op 60°C tot koud Maximaal 3,0 kg – Was jeansstoffen binnenstebuiten.
Programma-overzicht Opfrissen Maximaal 1,0 kg Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels dat droog en niet echt vuil is en waar wat kreukels in zitten. De bovenkleding waarvoor u deze optie wilt gebruiken moet droger‐ geschikt en strijkbestendig zijn. Let op – Hoe kleiner de belading, des te beter het resultaat. – Haal het wasgoed direct na afloop van het programma uit de trommel en droog het daarna in de droogautomaat in het pro‐ gramma "Gladstrijken" of hang het op een hangertje.
Programma-overzicht Outdoor 40°C tot koud Maximaal 2,5 kg Wasgoed Outdoorkleding met membranen als Gore-Tex®, SYMPATEX® en WINDSTOPPER®. Let op – Doe ritssluitingen en sluitingen met klittenband dicht. – Gebruik geen wasverzachter. – U kunt dit wasgoed wanneer dat nodig is nabehandelen met het programma Impregneren. Het is beter om dit niet na iedere was‐ beurt te doen.
Programma-overzicht 30°C tot koud Zijde Maximaal 1,0 kg Wasgoed Zijde en alle stoffen zonder wol die ook met de hand kunnen worden gewassen Let op Was panty's en bh's in een waszak. Sportkleding 60°C tot koud Wasgoed Sport- en fitnesskleding van microvezels en fleece Let op – Gebruik geen wasverzachter. Maximaal 3,0 kg – Neem de aanwijzingen van het onderhoudsetiket in acht. Dons 60°C tot koud Maximaal 2,0 kg Wasgoed Wasgoed met donzen vulling (jacks, slaapzakken, kussens e.d.
Programma-overzicht Hoofdkussens 60°C tot koud 2 kussens (40 x 80 cm) of 1 kussen (80 x 80 cm) Wasgoed Hoofdkussens met synthetische vulling die in de wasautomaat mo‐ gen worden gewassen Let op – Druk vòòr het wassen de lucht uit het textiel om overmatige schuimvorming te voorkomen. Stop het daarvoor in een goed aansluitende waszak of bind het met een wasbare band af. – Volg de aanwijzingen op het onderhoudsetiket. Pompen/Centrifugeren Let op – – Alleen pompen: Kies 0 omw/min.
Programma-overzicht Artikelenmix – Wasgoed Verschillende stukken wasgoed met een verschillend onderhouds‐ etiket die gezien de kleine hoeveelheid niet apart kunnen worden gewassen. U kunt uit een lijst van max. 19 artikelen kiezen. Let op De wasautomaat past het wasproces automatisch aan de gemeng‐ de samenstelling aan. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk: "Fa‐ vorieten".
Favorieten Via het display moeten bij het waspro‐ gramma nog de volgende parameters worden ingesteld. Het is mogelijk om een programma onder een eigen naam als favoriet op te slaan. De favorieten worden alfabetisch gesor‐ teerd. – Temperatuur – Centrifugetoerental – Automatische dosering Onder favorieten opslaan Er zijn twee mogelijkheden om een wasprogramma als favoriet op te slaan. – CapDosing Mogelijkheid 1 – Vlekken Draai de programmakeuzeschakelaar op Favorieten.
Favorieten Mogelijkheid 2 Naam invoeren U kunt een gekozen en gestart waspro‐ gramma als favoriet opslaan. U kunt een naam voor de favoriet in‐ voeren met max. 10 tekens. Druk na het starten van het program‐ ma op de Start/Stop - toets. Keuze Programma afbreken Trommel bijvullen Kinderbeveiliging activeren Verschuif de lijst met de of toets naar: Keuze Programma opslaan _Terug _ _ _ ______________ Programma afbreken Voer naam in.
Favorieten Naam opslaan Favoriet wissen Hebt u al 10 favorieten in uw lijst, moet u èèn favoriet wissen, voordat u een nieuw programma kunt opslaan. Sla naam op. Michael 1 Kies menupunt Wissen. 1 2 3 4 5 Loop met de en - toetsen door de tekens, totdat symbool is ge‐ markeerd en bevestig het teken met de OK - toets. Het wasprogramma is nu onder de fa‐ vorieten opgeslagen.
Artikelenmix Lijst met artikelen samenstel‐ len U kunt nu kiezen uit de volgende menu‐ punten: U hebt een paar licht verontreinigde kledingstukken en/of andere stukken textiel die allemaal op een verschillende manier moeten worden gewassen. Ge‐ zien de kleine hoeveelheden kunnen ze echter niet in een apart programma worden gewassen. – Een artikel toevoegen: Aan de hand van de verschillende arti‐ kelen berekent de wasautomaat auto‐ matisch het programma dat daarvoor het geschikst is.
Opties U kunt een aantal opties inschakelen om het programma dat u heeft gekozen nog beter af te stemmen op uw was‐ goed en de manier waarop u dit wilt wassen. Dat doet u via de optietoetsen en het display. ECO Er wordt minder energie verbruikt, maar het wasresultaat blijft gelijk. Dit wordt bereikt door een verlengde programma‐ duur en een verlaging van de gekozen wastemperatuur. Extra behoedzaam De wasmechaniek is minder sterk, waardoor het wasgoed minder kreukt.
Opties Gladstomen Extra water Na afloop van het eigenlijke waspro‐ gramma wordt er stoom in de trommel gesproeid. Door de maximale belading met 50% te verminderen krijgt u een optimaal resultaat. Tevens moet het wasgoed een bepaald restvocht heb‐ ben. Daarom wordt het eindcentrifuge‐ toerental aangepast. De waterstand wordt bij het was- en spoelproces verhoogd. Hoe sterk de waterstand moet worden verhoogd, kunt u zelf instellen. Zie hoofdstuk: "Instellingen", paragraaf: "Stand "Extra water"".
Opties Overzicht wasprogramma's - Programmamanager Bij programma's die hier niet zijn genoemd kan de programmamanager niet wor‐ den ingeschakeld.
Opties Overzicht wasprogramma's - Opties Bij programma's die hier niet zijn genoemd kan geen van onderstaande opties worden ingeschakeld.
Opties Overzicht wasprogramma's - Andere opties Bij programma's die hier niet zijn genoemd kan geen van onderstaande opties worden ingeschakeld.
Textielbehandelingssymbolen Wassen Het getal in de wastobbe geeft de maximale wastemperatuur aan. Drogen De punten geven de globale tempera‐ tuur aan.
Programmaverloop Hoofdwas Spoelen Centrifu‐ geren Water‐ stand Wasritme Water‐ stand Spoel‐ gangen Katoen 2-51)2)3) Kreukherstellend 2-42)3) Fijne was 2-42)3) Wol 2 Jeans 2-42)3) Overhemden 3-43) Automatic extra 2-42)3) Donker textiel 3-52)3) Dekbedden 3-43) Outdoor 3-43) Impregneren – 1 Alleen spoelen – – 2 Stijven – – Zijde
Programmaverloop = Lage waterstand = Middelste waterstand = Hoge waterstand = Intensief ritme = Normaal ritme = Sensitief ritme = Schommelritme = Handwasritme = Wordt uitgevoerd – = Wordt niet uitgevoerd De automaat beschikt over een volledig elektronische besturing met beladings‐ automaat. Tijdens een wasprogramma zuigt het wasgoed water op. Om hoe‐ veel water het gaat hangt af van de hoeveelheid wasgoed en het soort tex‐ tiel.
Programmaverloop wijzigen Afbreken Onderbreken U kunt een wasprogramma ieder mo‐ ment afbreken, nadat u het heeft ge‐ start. Druk op de toets Start/Stop. Schakel de wasautomaat met de - toets uit. Schakel de wasautomaat met de - toets weer in. In het display verschijnt: Wijzigen Keuze Programma Programma afbreken Is een programma eenmaal gestart, kunt u geen ander programma meer kiezen, zonder het lopende programma af te breken.
Programmaverloop wijzigen Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen Druk op de Start/Stop-toets. In het display verschijnt: Keuze Programma afbreken Trommel bijvullen Kinderbeveiliging activeren Keuze Daarom gaat de wasautomaat, ook na‐ dat u nog wasgoed in de trommel heeft gelegd of uit de trommel heeft gehaald, altijd van de maximale beladingshoe‐ veelheid uit.
Programmaverloop wijzigen Kinderbeveiliging Kinderbeveiliging uitschakelen Met het inschakelen van de kinderbe‐ veiliging voorkomt u dat de deur van de wasautomaat tijdens het wassen wordt geopend of dat het programma wordt afgebroken. Terug In het display verschijnt: Tip de OK - toets aan. Keuze De kinderbeveiliging is nu uitgescha‐ keld. Programma afbreken Loop met de - toets door de lijst naar: Keuze Kinderbeveiliging activeren Programma opslaan Terug Tip de OK - toets aan.
Wasmiddelen Het juiste wasmiddel Doseerhulp U kunt alle wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasautoma‐ ten. Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen kunt u vinden op de wasmiddelverpakking. Gebruik voor het doseren van het was‐ middel de attributen die door de was‐ middelfabrikant als hulp bij het doseren zijn geleverd, bijv. doseerbolletjes. Ge‐ bruik die vooral bij vloeibare wasmidde‐ len.
Wasmiddelen Aanbevelingen voor Miele-wasmiddelen De Miele-wasmiddelen zijn door Miele speciaal voor de Miele-wasautomaat ont‐ wikkeld. De Miele-wasmiddelen zijn verkrijgbaar op internet onder www.mieleshop.nl, bij de afdeling "Onderdelen" van Miele en bij uw Miele-vakhandelaar.
Wasmiddelen Wasmiddeladviezen conform verordening (EU) Nr. 1015/2010 De adviezen gelden voor de temperaturen zoals aangegeven in het hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Wasmiddelen Handmatige dosering Na afloop van het waspro‐ gramma wasverzachter of stijf‐ sel doseren U kunt de wasverzachter of via de auto‐ matische dosering of via de wasmiddel‐ lade doseren. Automatische dosering Eèn van de reservoirs van de automa‐ tische dosering moet met wasverzach‐ ter gevuld zijn. Tip de Dos - toets aan. Activeer het reservoir met wasver‐ zachter. De wasverzachter wordt bij de laatste spoelgang toegevoegd.
Wasmiddelen Kleuren en ontkleuren Gebruik geen ontkleuringsmid‐ del in de wasautomaat om corrosie te voorkomen. Het gebruik van textielverf in de wasau‐ tomaat is uitsluitend toegestaan voor huishoudelijke doeleinden. Het zout dat erin zit kan het roestvrij staal aantasten. Neem de aanwijzingen van de textiel‐ verffabrikant precies in acht. Apart spoelen met wasverzachter Doseer wasverzachter in vakje of plaats een capsule met wasverzach‐ ter. Kies het programma Alleen spoelen.
Reiniging en onderhoud Trommel reinigen (Hygiëne Info) Wanneer er regelmatig met lage tempe‐ raturen en / of een vloeibaar wasmiddel wordt gewassen, bestaat het gevaar dat zich in de wasautomaat ziektekie‐ men en geurtjes ontwikkelen. Draai om dit te voorkomen regelmatig het pro‐ gramma Apparaat reinigen. Doe dit in ieder geval iedere keer wanneer de melding Hygiëne-info: Start het programma op minstens 60°C. in het display ver‐ schijnt.
Reiniging en onderhoud Zuighevel en kanaal reinigen Wanneer u verschillende keren vloei‐ baar stijfsel hebt gebruikt, reinig de zuighevel dan extra goed. Vloeibare stijfsels klonteren snel. Wasmiddelladekast reinigen Zuighevel reinigen 1. Trek de zuighevel uit vakje en rei‐ nig de hevel onder de warme kraan. Reinig ook het buisje waar de zuig‐ hevel overheen wordt gestoken. 2. Zet de zuighevel weer terug. Reinig ook het gedeelte waar de was‐ middellade zit.
Reiniging en onderhoud TwinDos reinigen Deze wasautomaat beschikt over een reinigingsprogramma voor de Twin‐ Dos. In dit programma worden de ge‐ bruikte reservoirs en de slangen bin‐ nen de wasautomaat gereinigd. Bij gebruik van dispensers van het Miele-2-fasen-systeem hoeft u de dis‐ pensers niet te reinigen. Reservoirs en slangen reinigen Wanneer u reservoirs en slangen langere tijd niet heeft gebruikt, kan het wasmiddel in de slangen gaan klonteren.
Reiniging en onderhoud Watertoevoerzeefje reinigen Draai de kraan dicht. De wasautomaat heeft èèn zeefje ter bescherming van de watertoevoerklep. Dit zeefje, dat zich in de schroefkoppe‐ ling van de toevoerslang bevindt, moet u ongeveer 1 keer per halfjaar controle‐ ren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u vaker con‐ troleren. Schroef de toevoerslang van de kraan. Trek het rubberen dichtingsringetje 1 uit de groef.
Wat moet u doen, wanneer . . . Hulp bij problemen De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u de afdeling Klantcontacten niet in te schakelen en kunt u tijd en kosten besparen. De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Bedenk echter het volgende: Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Wat moet u doen, wanneer . . . Het programma is afgebroken en in het display verschijnt de volgende storingsmelding: Probleem Oorzaak en oplossing Storing waterafvoer De waterafvoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd. Reinig pluizenfilter en De waterafvoerslang ligt te hoog. Reinig filters en filterhuis. Bedenk dat de maximale opvoerhoogte 1 m is. afvoerpomp. Controleer de afvoerslang. Storing watertoevoer Draai de kraan open. De watertoevoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd.
Wat moet u doen, wanneer . . . Aan het einde van het programma verschijnt in het display de volgende storingsmelding: Probleem Oorzaak en oplossing De filters zijn verontreinigd. Reinig de filters zoals beschreven in paragraaf: "Deur openen bij verstopte afvoer en/of stroomuit‐ val". U kunt na het reinigen opnieuw een wasprogram‐ ma starten.
Wat moet u doen, wanneer . . . Aan het einde van het programma verschijnt in het display de volgende storingsmelding: Probleem Oorzaak en oplossing Er heeft zich tijdens het wasprogramma teveel schuim gevormd. Controleer de gedoseerde hoeveelheid wasmid‐ del. Controleer bij automatische wasmiddeldosering de ingevoerde doseringen. Neem de aanwijzingen op de wasmiddelverpak‐ king in acht en houd rekening met de mate waarin het wasgoed is verontreinigd.
Wat moet u doen, wanneer . . . Problemen met TwinDos Probleem Oorzaak en oplossing Er is geen wasmiddel en/of wasverzachter gedoseerd. De automatische dosering is niet ingeschakeld. Tip voor de volgende wasbeurt de Dos - toets aan. De automatische dosering wordt ingeschakeld. Er is geen wasmiddel / wasverzachter gedoseerd, hoewel de automatische dosering is ingeschakeld. Probeer het nog een keer. Wordt er nog steeds niet gedoseerd, schakel dan de afdeling Klantcontacten van Miele in.
Wat moet u doen, wanneer . . . Algemene problemen met de wasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing De wasautomaat trilt tij‐ De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een dens het centrifugeren. contramoer vastgeschroefd. Stel de wasautomaat stevig en schroef de stelvoe‐ ten met een contramoer vast. De wasautomaat heeft het wasgoed niet nor‐ maal gecentrifugeerd en het wasgoed is nog nat.
Wat moet u doen, wanneer . . . Algemene problemen met de wasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing Aan het einde van het programma zit er nog vocht in de capsule. Het buisje in de wasmiddellade, waar de capsule op wordt gestoken, is verstopt. Reinig het buisje. Dat is geen storing. Om technische redenen blijft er altijd wat water in de capsule zitten. Naast de capsule zit er water in het wasver‐ zachter-/capsulevak.
Wat moet u doen, wanneer . . . Een tegenvallend wasresultaat Probleem Oorzaak en oplossing Het wasgoed wordt met In vloeibare wasmiddelen zitten geen bleekmiddelen. een vloeibaar wasmid‐ Fruit-, koffie- of theevlekken zijn er dan moeilijk uit te del niet schoon. krijgen. Gebruik het Miele-2-fasen-systeem. Door de ge‐ richte dosering van UltraPhase 2 tijdens het was‐ proces worden vlekken effectief verwijderd. Gebruik poedervormige wasmiddelen met een bleekmiddel.
Wat moet u doen, wanneer . . . De deur kan niet open. Probleem Oorzaak en oplossing De deur kan tijdens het wasprogramma niet open. Wanneer er wordt gewassen, is de trommel vergren‐ deld. Druk op de Start/Stop-toets. Kies met de -toets Afbreken of Trommel bijvul‐ len. De deur wordt ontgrendeld en u kunt de deur openen. Er bevindt zich nog water in de trommel en de auto‐ maat kan het water niet afpompen.
Wat moet u doen, wanneer . . . Deur openen bij verstopte af‐ voer en/of stroomstoring Schakel de wasautomaat uit. Druk tegen het klepje van het filter‐ huis. Het klepje springt open. Verstopte afvoer Wanneer de afvoer is verstopt, kan zich een vrij grote hoeveelheid water in de automaat bevinden. Wees voorzichtig! Het water is heet, wanneer kort daarvoor op een hoge temperatuur is gewassen. U kunt zich aan het water branden! Water opvangen Draai de filters er niet helemaal uit.
Wat moet u doen, wanneer . . . Deur openen Controleer steeds of de trommel stilstaat wanneer u het wasgoed uit de automaat wilt halen. Wanneer u uw hand in een nog draaiende trom‐ mel steekt, loopt u het risico zich te verwonden. Reinig ze grondig. Controleer of de pompschoepvleu‐ gels gemakkelijk rond te draaien zijn, verwijder indien nodig draden en/of knopen e.d. en reinig het filterhuis. Ontgrendel de deur met een schroe‐ vendraaier. Open de deur.
Afdeling Klantcontacten Reparaties Voor storingen die u niet zelf kunt ver‐ helpen, waarschuwt u – de Miele-vakhandel of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Adres, telefoonnummer en website van Miele Nederland vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐ zing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet en onze technici het type en het serienummer van uw apparaat weten. Beide gegevens vindt u op het type‐ plaatje boven het deurglas.
Plaatsen en aansluiten Het apparaat aan de voorkant a Watertoevoerslang Waterproof-sys‐ teem b Elektrische aansluiting e Wasmiddellade f Deur g Klepje van het gedeelte met filters, c Waterafvoerslang (met draaibaar en afvoerpomp en noodontgrendeling verwijderbaar bochtstuk) met ver‐ h Klepje van het TwinDos-gedeelte schillende mogelijkheden voor water‐ afvoer i Vier stelvoeten d Bedieningspaneel 86
Plaatsen en aansluiten Het apparaat aan de achterkant a Waterafvoerslang b Houders voor de watertoevoer- en waterafvoerslang tijdens het trans‐ port c Elektrische aansluiting d Draagpunten onder de dekselrand voor transportdoeleinden e Watertoevoerslang Waterproof-sys‐ teem f Draaibeveiligingen met transport‐ stangen g Houders voor de watertoevoer- en waterafvoerslang tijdens het trans‐ port en voor de transportstangen na de plaatsing 87
Plaatsen en aansluiten Plaats van opstelling Wasautomaat plaatsen Als plaats van opstelling is een beton‐ nen vloer het meest geschikt. In tegen‐ stelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat aan het centrifugeren is. Wanneer u het apparaat van de verpak‐ kingsbodem tilt en op de plaats neerzet waar het moet staan, pak het dan aan de voorkant bij de stelvoeten en aan de achterkant bij de draagpunten onder de dekselrand vast.
Plaatsen en aansluiten Draai de linker transportstang met de bijgevoegde steeksleutel 90° en Draai de rechter transportstang 90° en trek de stang eruit. trek de stang eruit.
Plaatsen en aansluiten Sluit de gaten na het verwijderen van de transportbeveiliging af om te voorkomen dat u zich bezeert. Bevestig de transportstangen aan de achterwand van de wasautomaat. Let er daarbij op dat het bovenste haakje boven de houder ligt. Sluit de gaten met de bijgeleverde stopjes af. Bewaar de transportstangen. Moet de wasautomaat weer worden getransporteerd (bijv. bij een verhui‐ zing), dan moet de transportbeveili‐ ging weer worden gemonteerd.
Plaatsen en aansluiten Wasautomaat stellen Om optimaal te kunnen functioneren, moet de automaat stevig en waterpas staan. Wanneer een wasautomaat verkeerd wordt geplaatst, wordt er meer water en energie verbruikt dan nodig is en kan het apparaat gaan schuiven. Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten Het stellen van de automaat gebeurt met behulp van de vier machine- of stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt geleverd, zijn alle stelvoeten naar bin‐ nen gedraaid.
Plaatsen en aansluiten Onder een werkblad plaatsen Het bovenblad van de wasauto‐ maat mag niet worden gedemon‐ teerd. Deze wasautomaat kan met bovenblad helemaal onder een werkblad worden geplaatst, als het werkblad tenminste hoog genoeg is. 92 Was-droogzuil Op de wasautomaat kan een Mieledroogautomaat worden geplaatst. Hier‐ voor is een tussenstuk* (WTV) nodig. Alle met * aangeduide onderdelen zijn verkrijgbaar bij Miele Nederland B.V.
Plaatsen en aansluiten Het waterbeveiligingssysteem De watertoevoerslang Het Miele-waterbeveiligingssysteem biedt volledige bescherming tegen wa‐ terschade door de wasautomaat. – Op de watertoevoerslang bevinden zich twee magneetventielen die de watertoevoer direct bij de kraan af‐ sluiten. De beide magneetventielen zorgen voor een dubbele lekbeveili‐ ging. Als één ventiel defect is, sluit het tweede de watertoevoer.
Plaatsen en aansluiten De elektronica en de lek- en over‐ loopbeveiliging van de wasautomaat – De lekbeveiliging Water ten gevolge van lekkage in de wasautomaat wordt in de lekbak opgevangen. De magneetventielen worden door een vlotterschakelaar uitgeschakeld. De overige watertoe‐ voer is geblokkeerd; het water dat zich in de kuip bevindt, wordt afge‐ pompt.
Plaatsen en aansluiten Watertoevoer De behuizing op de watertoe‐ voerslang bevat elektrische onderde‐ len en mag daarom niet worden ge‐ monteerd in gedeelten van het ver‐ trek waar met water wordt gewerkt zoals bijv. badkuipen of douchecabi‐ nes. De wasautomaat mag zonder terug‐ slagklep op het waterleidingnet worden aangesloten, omdat hij gebouwd is vol‐ gens EU-normen. De waterdruk moet minstens 100 kPa en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra‐ gen. Is de druk hoger dan 1.
Plaatsen en aansluiten Onderhoud Wanneer u het systeem vervangt, doe dat dan alleen met het Miele Water‐ proof-systeem. Het zeefje in het koppelstuk van het waterinlaatventiel mag ter bescher‐ ming van het ventiel niet worden ver‐ wijderd. Verlenging slang Een slang met metalen omhulsel van 1,5 m lang kan worden nabesteld bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling On‐ derdelen van Miele Nederland B.V. Deze slang is bestand tegen een druk van minstens 14.000 kPa en kan als verlengslang worden gebruikt.
Plaatsen en aansluiten Waterafvoer Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1 m. Het water moet ongehinderd weg kunnen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is afneembaar. De slang kan indien nodig tot 5 m wor‐ den verlengd. Het toebehoren is ver‐ krijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Ne‐ derland B.V.
Plaatsen en aansluiten Elektrische aansluiting De wasautomaat is standaard voorzien van een aansluitkabel met stekker met beschermingscontact (randaarde), ge‐ schikt voor aansluiting op een stopcon‐ tact met beschermingscontact (rand‐ aarde). De wasautomaat moet zo wor‐ den geplaatst dat men altijd zonder problemen bij het stopcontact kan komen. Gebruik om veiligheidsrede‐ nen geen verlengsnoer of stekkerdo‐ zen of iets dergelijks.
Technische gegevens Hoogte 850 mm Breedte 596 mm Diepte 636 mm Diepte bij geopende deur 1054 mm Hoogte voor onderbouw 850 mm Breedte voor onderbouw 600 mm Gewicht Ca. 100 kg Beladingscapaciteit 9 kg droog wasgoed Aansluitspanning Zie typeplaatje Aansluitwaarde Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk "Verbruiksgegevens". Minimale waterdruk 100 kPa Maximale waterdruk 1.
Verbruiksgegevens Belading Katoen Verbruiksgegevens Energie Water in kWh in l Programma‐ duur Rest‐ vocht 90°C 9,0 kg 2,4 65 2 h 34 min 50% 60°C 9,0 kg 1,45 65 2 h 04 min 50% 60°C 4,5 kg 1,10 52 2 h 04 min 50% * 9,0 kg 0,90 55 2 h 59 min 44% * 4,5 kg 0,80 49 2 h 59 min 44% 40°C 9,0 kg 0,99 72 2 h 40 min 46% 40°C 4,5 kg 0,76 52 2 h 35 min 46% * 4,5 kg 0,58 43 2 h 59 min 44% Kreukherstellend 40°C 4,0 kg 0,60 49 2 h 01 min 30% Fijne was 30°C 3
Verbruiksgegevens Instructie voor vergelijkende onderzoeken: * Testprogramma's volgens EN 60456 en energielabeling volgens EU-richtlijn 1061/2010 De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water, kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net‐ spanning en gekozen opties.
Instellingen Instellingen kiezen Met de instellingen kunt u de elektro‐ nica van de wasautomaat aan veran‐ derende situaties aanpassen. Loop met de en - toetsen door de instellingen, totdat de gewenste instelling in het display is aangege‐ ven. De instellingen kunt u ieder moment wijzigen. Instellingen oproepen – Met de - toets loopt u in het menu naar beneden. Eerst moet aan de volgende voorwaar‐ den zijn voldaan: – Met de - toets loopt u in het menu naar boven.
Instellingen Taal Er zijn verschillende talen waarin de meldingen in het display kunnen wor‐ den weergegeven. Met bovenge‐ noemde instelling kunt u uw eigen taal kiezen. Het vlaggetje achter het woord Taal dient als leidraad, wanneer u een ande‐ re taal wilt instellen. De gekozen taal wordt ingesteld. Doseereenheid Hiermee kunt u het soort en de hoe‐ veelheid wasmiddel voor de automa‐ tische dosering instellen en tevens de te reinigen reservoirs.
Instellingen Geluidssterkte zoemer Hiermee kunt u de geluidssterkte van de zoemer instellen of de zoemer uit‐ schakelen. Er zijn 7 verschillende standen die op een balkdiagram worden aangegeven. Wordt de laagste stand ingesteld, dan is de zoemer uitgeschakeld. Toetssignaal Met deze instelling kunt u een toets‐ signaal inschakelen. Dit klinkt iedere keer wanneer u op een toets drukt. Vanuit de fabriek is het toetssignaal uit‐ geschakeld.
Instellingen Temperatuureenheid Het display kan de temperatuur weer‐ geven in °C/Celsius of in°F/Fahrenheit. Met bovengenoemde instelling kunt u één daarvan kiezen. Vanuit de fabriek is °C/Celsius inge‐ steld. Lichtsterkte display De lichtsterkte van de meldingen in het display kan verschillen. Met bo‐ vengenoemde instelling kunt u tussen 7 standen kiezen.
Instellingen Inweektijd Wanneer u de optie "Inweken" heeft ingeschakeld, kunt u met bovenge‐ noemde instelling een programmaduur kiezen tussen de 30 minuten en 5 uur. De tijd wordt ingesteld in stappen van 30 minuten. Voorwastijd Katoen Wanneer u de optie "Voorwas" hebt ingeschakeld, krijgt u een voorwas van 25 minuten. Met bovengenoemde instelling kunt u deze tijd verlengen. Keuze – Geen (Fabrieksinstelling) De voorwastijd blijft 25 minuten. – +6 min. De voorwastijd bedraagt 31 minuten. – +9 min.
Instellingen Maximaal spoelniveau Met deze instelling kunt u het maxi‐ male spoelniveau inschakelen. Het is belangrijk voor allergiepatiënten dat het wasgoed goed wordt gespoeld. Het waterverbruik is dan wel hoger. Vanuit de fabriek is de instelling uitge‐ schakeld. Afkoeling van het waswater Met deze instelling kunt u ervoor zor‐ gen dat aan het einde van de hoofd‐ was extra water in de trommel stroomt ter afkoeling van het waswater.
Na te bestellen accessoires Voor deze wasautomaat zijn wasmidde‐ len, additieven en onderhoudsmiddelen voor textiel en apparaat beschikbaar. Al deze producten zijn op de Miele-was‐ automaten afgestemd. UltraColor U kunt deze en vele andere interessante producten via internet (www. mieleshop.com), bij Miele (zie omslag) of bij uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Na te bestellen accessoires Dons Textielonderhoudsmiddelen – Vloeibaar wasmiddel voor kussens, slaapzakken en kleding met dons Deze middelen zijn verkrijgbaar in een praktische doseerfles of als capsule waarmee u per wasbeurt kunt doseren. – Behoudt de elasticiteit van dons en veren. – Behoudt de ademingsactviteit van kleding met dons. – Voorkomt klontering van dons.
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk. Bezoek op www.miele.nl ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat. U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88. Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88 Bezoek het Miele Inspirience Centre: De Limiet 2 4131 NR VIANEN Duitsland - Miele & Cie.
WKR 770 WPS nl-NL M.-Nr.