Owner's manual

86
1
3
2
4
5
6
NEDERLANDS
WERKZAAMHEDEN IN DE ZELFNIVELLERINGSMODUS
In de zelfnivelleringsmodus lijnt de laser zich zelfstandig uit in een bereik van ±4°. Daarvoor
worden een horizontale laserlijn, een verticale laserlijn of beide laserlijnen tegelijkertijd
geprojecteerd.
Plaats de laser op een vaste,
vlakke en trillingsvrije
ondergrond of monteer hem op
een statief.
Draai de draaischakelaar naar:
.
De laser genereert 2 laserlijnen.
(A) Horizontale lijn naar voren
(B) Verticale lijn naar voren
(C) Laserpunt (loodlijn)
(D) Als alle lijnen geactiveerd zijn,
genereert de laser kruislijnen
naar voren.
Kies de gewenste lijnen
via de toets MODE.
Als de laser bij een
actieve zelfnivellering in
het begin niet op ±4° is
uitgelijnd, knipperen de
laserlijnen.
Positioneer de laser in
dat geval opnieuw.
Draai, voordat u de laser verplaatst,
de draaischakelaar naar
.
Daardoor wordt de pendel gearrêteerd
en de laser beschermd.
1/4" draadbout
> 4°
> 4°
A
D
C
C
B