Owner's manual

20
Deutsch
DNed
Nederlands
TECHNISCHE GEGEVENS
vacuümpomp
VP 6
(110 V)
VP 6
(220-240 V)
Productienummer 4108 90 02...
... 000001-999999
4118 61 02...
... 000001-999999
Frequentie 60 Hz 50-60 Hz
Aansluitleiding 400 W 250 W
Onbelast toerental 3400 U/min 3400 U/min
Netzekering 2 AT 2 AT
Eindvacuüm -850 mbar -850 mbar
Pompvermogen 6 m
3
/h
100 l/min
6 m
3
/h
100 l/min
Afmetingen(l x b x h) 325 x 210 x 280 mm 365 x 230 x 268 mm
Omgevingstemperatuur -10°C – +40°C -10°C – +40°C
Persluchtaansluiting IG 3/8 “ IG 3/8 “
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2014 12 kg 12 kg
Motor
Beschermklasse I (randaarding), bescher
Thermische overstroombeveiliging
Geluidsinformatie
Het kenmerkende A-gewogen geluidsniveau van de machine bedraagt:
Geluidsdrukniveau (K=3dB(A))
Draag oorbeschermers!
Bij werken kan het geluidsniveau 80 dB (A) overschrijden.
78 dB (A) 78 dB (A)
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen door - ook die in de bijgeleverde brochure.
Als de waarschuwingen en voorschriften niet worden opgevolgd,
kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg
hebben. Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften
voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEIDSADVIEZEN
Controleer eerst of de netspanning overeenstemt met de ap-
paraatspanning, die op het typeplaatje van de vacuüminstallatie
is vermeld.
De vacuüminstallatie mag uitsluitend worden aangesloten op een
contactdoos met randaarde die aan de voorschriften voldoet. Het
is verboden het aardcontact los te maken.
De aansluitleiding of het eventueel gebruikte verlengsnoer
regelmatig op beschadiging controleren.
De slangleiding op beschadiging controleren, geschikte zuigslan-
gen gebruiken, ten minste bestand tegen temperaturen van 80 °C.
Hou er rekening mee dat elektrische apparaten in principe
uitsluitend door elektriciens mogen worden gerepareerd, onder-
houden en gecontroleerd in overeenstemming met de nationale
voorschriften (bijv. VBG 4), omdat onvakkundige reparaties tot
grote risico’s voor de gebruiker kunnen leiden.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Voor schade die is ontstaan door niet-naleving van de gebruik-
saanwijzing, door oneigenlijk gebruik of door onvakkundig uitge-
voerde reparaties en toepassingen, wordt geen aansprakelijkheid
aanvaard.
Voor het beoogde gebruik gelden de nationale bepalingen inzake
arbeidsveiligheid (bijv. de wetten met betrekking tot technische
arbeidsmiddelen en de veiligheid van apparaten).
Bij de ingebruikname, het werk en het onderhoud van de vacuü-
minstallatie dienen de desbetreende nationale voorschriften
voor ongevallenpreventie in acht te worden genomen.
De vacuüminstallatie mag uitsluitend in combinatie met een
geschikt werktuig worden ingezet.
VOORGESCHREVEN GEBRUIK VAN HET SYSTEEM
De vacuüminstallatie dient zo te worden opgesteld, dat de
aanzuiglucht en uitlaatlucht van de motor goed kan circuleren
en een verplaatsing van de vacuüminstallatie, bijv. onder invloed
van trillingen, wordt vermeden. De ventilatiesleuven in de kast
moeten vrij en schoon worden gehouden. De vacuüminstallatie
mag niet in een gesloten kast worden gebruikt, tenzij deze met
een ventilator voldoende gekoeld en belucht wordt. Neem de
beschermingsgraad van het apparaat in acht!
INGEBRUIKNAME
Sluit de zuigslang aan op de daarvoor bedoelde aansluiting. Let
er a.u.b. ook op dat de gebruikte zuigslang bestand is tegen
temperaturen van minstens 80 °C.
Sluit het netsnoer aan.
Schakel het apparaat met de hoofdschakelaar in.