Instructions for use

worden zoals bij een defect.
- Raadpleeg onderstaande tabel
wanneer het toestel niet naar behoren
werkt:
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Er stroomt
water langs de
filterhouder.
-De filterhouder werd niet
goed geplaatsts.
-De rand van het bakje is
met koffie bedekt.
-De distributiegroep is vuil.
-Zie paragraaf “koffiezetten”
-Maak de rand van het bakje
en de koffiedistributiegroep
schoon.
-Gebruik tijdens het schoon-
maken een vochtige doek.
Er komt geen
koffie uit.
-Er zit geen water in het
reservoir.
-Het aspiratiebuisje reikt
niet tot op de bodem van
het waterreservoir of werd
niet goed geplaatst.
-De gaatjes van het bakje
zijn verstopt, de koffie werd
te fijn gemalen of de uit-
geoefende druk is te groot.
-Vul het waterreservoir.
-Plaats het aspiratiebuisje tot
het de bodem van het waterre-
servoir bereikt. Zorg ervoor dat
het niet wordt dichtgenepen.
-Leeg het bakje en maak
het met water schoon. Maak
de distributiegroep met een
vochtige doek schoon. Vul
het bakje opnieuw en druk de
koffie lichtjes aan.
Er komt sle-
chts moeizaam
koffie uit.
-De koffie werd te fijn
gemalen of te stevig aan-
gedrukt.
-Zorg ervoor dat de korrel niet
te fijn is en de koffie niet te
stevig wordt aangedrukt.
Er zit geen
schuim op de
koffie.
-De gebruikte koffie is
bedorven of uitgedroogd.
-De koffie werd niet vol-
doende aangedrukt.
-De korrel is te grof.
-Gebruik verse koffie en
bewaar het opengemaakte
pak in een hermetische
verpakking.
-Druk de koffie stevig aan.
-Maal de koffie fijner.
De koffie
stroomt te snel
door.
-De koffie werd heel grof
gemalen.
-Er werd niet voldoende
koffie in het bakje gedaan.
-De koffie werd niet vol-
doende aangedrukt.
-Maal de koffie fijner.
-Controleer of de juiste hoeve-
elheid koffie in het bakje werd
gedaan.
-Druk de koffie steviger aan.
0DQXDO0LQLPRNDLQGE 
56