Operation Manual

52
ONDERHOUD
Stel de camera niet bloot aan schokken of stoten
Zet de camera uit tijdens vervoer
Deze camera is niet water- of spatwaterdicht. Verwisselen van de geheugenkaart of van de
batterijen met natte handen kan de camera beschadigen
Wees bijzonder voorzichtig wanneer u de camera op het strand of aan het water gebruikt. Water,
zand stof en zout kunnen de camera beschadigen.
Leg de camera niet direct in de zon. Richt het objectief niet recht naar de zon; de CCD kan erdoor
beschadigd raken.
SCHOONMAKEN
Als de camera of de lens vuil geworden zijn, poets deze dan voorzichtig schoon met een zachte,
schone en droge doek. Is er zand op de lens of de camera blaas het dan voorzichtig weg; poetsen
kan krassen veroorzaken.
Moet het objectief worden schoongemaakt, blaas dan eerst zand en stof er vanaf. Gebruik daarna
zo nodig een met een druppel lensreiniger bevochtigde lenstissue om de lens vanuit het midden
voorzichtig schoon te poetsen.
Gebruik nooit organische oplosmiddelen om de camera te reinigen.
Raak de lens nooit met uw vingers aan.
BEWAREN
Bewaar de camera op. in een droge, koele en goed geventileerde ruimte; uit de buurt van stof en
chemicalien. Moet de camera voor langere tijd worden opgeborgen maak dan gebruik van een
luchtdichte doos met daarin wat silicagel droogmiddel.
Haal de batterijen en de geheugenkaart uit de camera als u deze langere tijd niet gebruikt..
Bewaar de camera niet in de nabijheid van nafthaleen of mottenballen.
Als de camera langere tijd wordt opgeslagen is het goed om deze van tijd tot tijd toch even te laten
werken. Wordt de camera weer in gebruik genoemen, controleer dan eerst of alles nog goed
werkt..
BEDRIJFSTEMPERATUUR EN OMSTANDIGHEDEN
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij temperaturen tussen 5°C en 40°C.
Bewaar de camera nooit op plaatsen die extreem warm kunnen worden, zoals in het dashboard-
kastje van een in de zon geparkeerde auto; bescherm de camera ook tegen extreme vochtigheid.
Wanneer de camera van een koude in een warme omgeving komt kan er condens optreden. Om
dat te voorkomen kunt u de camera in een plastic zak meenemen en deze pas opnenen als de
camera weer op temperatuur is gekomen..
DE LCD MONITOR
Hoewel de LCD monitor via hoge precisietechniek is geproduceerd is het mogelijk dat een klein
aantal beeldpunten niet optimaal functioneert.
Oefen geen druk uit op het oppervlak van het LCD scherm; dit kan tot permanente beschadiging
leiden.
Bij lage tempereturen kan het LCD scherm tijdelijk donker worden. Dit herstelt zich vanzelf nadat
de camera weer op temperatuur is gekomen.
De LCD monitor kan bij lage temperaturen trager werken en bij hoge temperaturen zwart worden.
Ook dit herstelt zich vanzelf als de camera weer op normale temperatuur is.
Zijn er vingerafdrukken op het LCD scherm gekomen, poets deze er dan voorzichtig af met een
zachte, schoine en droge doek.
DE BATTERIJEN
Bij digitale camera’s wordt het gebruik van NiMH accu’s sterk aanbevolen boven alkaline batterijen.
Bij lage temperaturen nemen de batterijprestaties af. Houd de batterijen warm, bijvoorbeeld in uw
jas en houd reserve batterijen bij de hand. De capaciteit van batterijen kan zich herstellen nadat
deze weer op temperatuur zijn gekomen. NiMH accu’s zijn minder temperatuurgevoelig en zijn bij
lage temperaturen dus helemaal te prefereren.;
Verwijder batteriejn of accu’s als u de camera langere tijd niet gebruikt. Lekkende batterijen
kunnen de camera permanent beschadigen.
Gebruikt u alkaline batterijen dan kan er mogelijk wel eens een onterechte waarschuwing voor
bijna lege batterijen worden gegeven. Blijf de camera gewoon gebruiken en het waarschuwings-
signaal zal vanzelf verdwijnen (tenzij de waarschuwing terecht is uiteraard).
ONDERHOUDEN EN BEWAREN