Operation Manual
GEAVANCEERDE OPNAMETECHNIEK
In dit hoofdstuk worden de geavanceerde opnamemogelijkheden van de camera behandeld. Lees
eerst de informatie over de basis-opnametechniek voordat u hier verder gaat.
3. Flitsstand (blz. 26)
7. Witbalans (blz. 55)
8. Cameragevoeligheid (ISO) (blz. 59)
12. Lichtmeetmethode (blz. 58)
10. Waarschuwing cameratrilling (blz. 27)
13. Sluitertijd
14. Diafragma
24. Digitale zoom (blz. 53)
19. Transportstand (blz. 45)
17. Datum in beeld (blz. 93)
18. Opnameteller (blz. 52)
25. Kleurinstelling (blz. 60)
23. Beeldgrootte (blz. 51)
22. Beeldkwaliteit (blz. 51)
2. Gebruiksstand
A Scherpstelkader
B. Spotmeetveld (blz. 58)
11. Belichtingsstand (blz. 36-38)
15. Macrostand (blz. 35)
9. Flitsscorrrectie (blz. 41)
4. Flitsscorrrectie (blz. 57)
Informatie opnamestand
1. Aanduiding groothoekconverter (blz. 90)
5. Verscherping (blz. 61)
6. Contrast (blz. 60)
20. Schaal handmatige scherpstelling (blz. 54)
16. Scherpstelstand (blz. 54)
21. Batterijconditie (blz. 14)
34
G
EAVANCEERDE OPNAMETECHNIEK
Macro
Globale positie vanaf CCD
Macro-aanduiding
Met de macrostand kan de camera scherpstellen tot 1 cm vanaf
de voorzijde van het objectief of 8 cm vanaf de CCD. Het scherp-
stelbereik verandert met de zoomstand, zie hieronder.
Druk op de macrotoets (1) om de macrostand te activeren. Druk
opnieuw op de macrotoets als u de macrostand wilt uitschake-
len.
In het volgende overzicht ziet u het macrobereik van de verschil-
lende standen. Alle afstanden zijn gemeten vanaf de CCD.
Groothoekstand: 8 - 107 cm
26,5 - 30,8 mm: 107 - 237 cm
Telestand: 67 - 207 cm
1
De aanduiding voor het interne geheugen verschijnt wanneer er geen geheugenkaart
in de camera zit.
Aanduiding intern geheugen
35