Operation Manual
De opnameteller geeft bij benadering het aantal beelden dat met de beschikbare geheugen-
ruimte kan worden opgeslagen bij gebruik van de op dat moment geldende instellingen voor
beeldgrootte en -kwaliteit. Worden de instellingen veranderd, dan past de teller zich aan. De
berekeningen zijn gebaseerd op gemiddelde bestandsgrootten; daardoor kan het gebeuren dat
de teller na een opname niet of juist met meer dan 1 verspringt. Staat de teller op nul, dan kun-
nen bij de geldende grootte- en kwaliteitsinstellingen geen foto’s meer worden opgenomen.
Door de instellingen te veranderen is het misschien mogelijk toch nog beelden op de geheu-
genkaart op te slaan.
Zit er geen geheugenkaart in de camera, dan geeft de opnameteller het aantal beelden aan dat
bij benadering in het interne geheugen kan worden opgeslagen. Zit er een geheugenkaart in de
camera, dan geeft de opnameteller het aantal opnamen aan dat bij benadering op de geheu-
genkaart kan worden opgeslagen.
Camera-info
Globale bestandsgrootten
2560 x 1920 2048 x 1536 1600 x 1200 640 x 480
Fine
Standard
Economy
Globaal aantal beelden dat in het interne geheugen kan worden opgeslagen (14,5 MB).
Fine
Standard
Economy
Globaal aantal beelden dat kan worden opgeslagen op een 64 MB geheugenkaart.
Fine
Standard
Economy
52
G
EAVANCEERDE OPNAMETECHNIEK
2460KB 1600KB 1000KB 210KB
1260KB 830KB 530KB 130KB
660KB 440KB 290KB 100KB
6 9 14 71
11 17 28 103
22 33 48 155
25 38 61 297
49 74 117 430
94 138 203 645
Auto DSP
Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s (Auto
DSP) kan tijdelijk worden uitgeschakeld in het menu van de automa-
tische opnamestand. In dat geval wordt de programma-automatiek
actief. Na uitzetten van de camera wordt Automatische Selectie van
Digitale Onderwerpsprogramma’s weer actief.
Drive mode
Image size
Quality
Auto DSP
Digital zoom
Single
2560x1920
Standard
On
Off
Digitale zoom (Digital zoom)
De digitale zoom wordt geactiveerd in de auto-opnamestand, in de digitale onderwerpsprogramma’s
en in sectie 3 van de menu’s van de P-, A-, S- en M-belichtingsstand (blz. 44).
De digitale zoom verlengt het telebereik van de optische zoom tot 4 x, in stappen van 0,1 x. De over-
gang tussen optische en digitale zoom verloopt zonder onderbreking. Is de digitale zoom actief, dan
wordt de vergroting op de monitor weergegeven en veranderen de scherpstelkaders in een enkelvou-
dig scherpstelveld. Wegens de vaak sterke vergroting is gebruik van een statief aan te raden.
De digitale zoom wordt bediend met de
zoomknop (1). Door de knop naar rechts
(T) te drukken zoomt u in naar de telestand
van het objectief. Wanneer de digitale
zoom wordt geactiveerd verschijnt de ver-
grotingsfactor op de monitor. Door de
knop naar links (W) te drukken zoomt u uit
naar de groothoekstand. Na het zoomen
verschijnt de zoomschaal kort. De gele
sectie geeft het digitale zoombereik aan.
Digitale zoom-opnamen worden geïnter-
poleerd naar de ingestelde beeldgrootte.
Daarbij kan enig verlies in beeldkwaliteit
optreden.
Vergroting
Zoomschaal
1
53