FCC-VERKLARING Dit toestel is in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit toestel mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) Dit toestel moet elke ontvangen interferentie aanvaarden, met inbegrip van interferentie die kan resulteren in een ongewenste werking. Opmerking: Dit toestel is getest en valt binnen de limieten voor digitale toestellen van Klasse B, volgens Deel 15 van de FCC-regels.
NFORMATIE OVER DE HANDELSMERKEN Microsoft ® en Windows ® zijn gedeponeerde (V.S.) handelsmerken van Microsoft Corporation. Pentium ® is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. SD TM is een handelsmerk. Andere benamingen en producten kunnen handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaren. LEES DIT EERST Mededeling: 1.
Veiligheidsaanwijzingen Lees alle Waarschuwingen en Aandachtspunten voordat u dit product gebruikt. WAARSCHUWING Tijdens onweer kunt u de camera niet bedienen noch de wisselstroomadapter gebruiken. Als er vreemde voorwerpen in de camera zitten, schakel de camera dan UIT en verwijder de batterij en de wisselstroomadapter. Verder gebruik in deze staat kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Raadpleeg de winkel waar u de camera kocht.
VOORZICHTIG Let op de polariteit (+ of -) van de contactpunten als u de batterij plaatst. Als u de polariteit omkeert, kan dit brand en letsel veroorzaken of schade aan de camera toebrengen als de batterij breekt of lekt. Laat de flitser niet afgaan vlakbij de ogen van iemand. Dit kan het gezichtsvermogen van de persoon aantasten. Stel het LCD-controlescherm niet bloot aan schokken. Hierdoor kan het glas op het scherm beschadigd worden of kan de interne vloeistof lekken.
Opmerkingen m.b.t. het gebruik van de batterij Als u de batterij gebruikt, dient u de Veiligheidsaanwijzingen en de onderstaande opmerkingen aandachtig te lezen en strikt na te leven: Gebruik alleen de aangegeven batterij (1050mAh, 3,7V). Gebruik de batterij niet in extreem koude omgevingen, aangezien lage temperaturen de levensduur van de batterij verkorten en de prestaties van de camera hierdoor afnemen.
INHOUD 8 INLEIDING 8 Overzicht 10 Pakketinhoud 11 UW CAMERA LEREN KENNEN 11 12 15 16 Vooraanzicht Achteraanzicht Status LED-signaallampje LCD-controlescherm-pictogrammen 20 TE BEGINNEN MET 20 20 21 22 22 Het camerariempje vastmaken De batterij plaatsen en verwijderen De batterij opladen De wisselstroomadapter gebruiken Een SD-geheugenkaart plaatsen en verwijderen (opti onele accessoire) 23 De voeding aan- en uitzetten 24 Datum en tijd instellen 25 De weergavetaal kiezen 26 Een SD-geheugenkaart of intern
58 Beelden beveiligen 60 DPOF-instellingen 62 Bestanden kopiëren van intern geheugen naar een geheugenkaart 63 Het Opstartscherm aanpassen 65 [ ] Beelden verwijderen 68 MENUOPTIES 68 71 73 75 76 77 Fotografiemenu (Vastleg tabblad) Fotografiemenu (Functie tabblad) Fotografiemenu (AE/AWB tabblad) Menu afspelen Setup1 Menu Setup2 Menu 78 OPGENOMEN BEELDEN/VIDEOCLIPS NAAR UW COMPUTER OVERBRENGEN 79 Stap 1: Het USB-stuurprogramma installeren 80 Stap 2: De camera op uw computer aansluiten 81 Stap 3: Foto’s en
INLEIDING Overzicht Gefeliciteerd met uw aankoop van de nieuwe digitale camera. Het nemen van digitale foto’s hoge kwaliteit is snel en gemakkelijk met deze moderne, intelligente camera. Deze camera is uitgerust met een 8,1 Megapixel CCD en kan beelden maken met een scherpte van maximaal 3264 x 2448 pixels. Andere goede kenmerken van de digitale camera zijn onder meer: LCD-controlescherm – Met 2.
Spraakmemo – Miniatuurweergave – TV- en PC-aansluitingen – DPOF-ondersteuning – Fotografeermodus – Scènemodus – U kunt uw beelden van commentaar voorzien met een 30 seconden lang spraakmemo. Beelden kunnen tijdens het opnemen, of tijdens het afspelen van gesproken commentaar worden voorzien. Hiermee worden uw beelden in sets van negen op het LCD-controlescherm weergegeven om snel een bepaald beeld te kunnen selecteren.
Pakketinhoud Pak uw kit doos voorzichtig uit en vergewis u ervan dat u over de volgende items beschikt.
UW CAMERA LEREN KENNEN Vooraanzicht # Naam 1. Modusknop 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Omschrijving Stelt de cameramodus in. Stelt de camera scherp en vergrendelt de belichting als de toets half ingedrukt wordt, en maakt de foto als de toets volledig ingedrukt wordt. Om Sluitertoets een foto te maken drukt u de sluiterknop volledig in. Stroomindicator Als de voeding wordt aangezet, gaat het controlelampje branden. POWER Voedingstoets Met deze toets wordt de camera aan- en uitgezet.
Achteraanzicht # Naam Omschrijving Verstrekt menu-informatie om de camera te bedienen, geeft voorbeelden 1. LCD-controlescherm weer voordat de foto wordt genomen en nadat de foto is genomen. 2. Status-LED Geeft de huidige status van de camera weer. Zoom-in toets Zoomt de lens in de telefotopositie. 3. Zoom-uit toets Zoomt de lens in de groothoekpositie. 4. MENU (Menu) toets Schakelt het On-Screen Display (OSD) menu aan en uit. 5. Focustoets Om de juiste scherpstellinginstelling te kiezen. 6.
SET/Richtingstoets # Naam 1. S toets 2. 3. 4. 5. Omschrijving Naar boven bladeren. Verandert de sluitersnelheid, lensopening, belichtingscompensatie en handmatig schermstellen. X toets Naar rechts bladeren. Flitsertoets Om de juiste flitserinstelling te kiezen. T toets Naar beneden bladeren. Verandert de sluitersnelheid, lensopening, belichtingscompensatie en handmatig schermstellen. W toets Naar links bladeren.
Modusknop # Naam 1. Auto Omschrijving De camera stelt de belichting enz. automatisch in. Als u foto’s neemt in één van de 16 speciale omstandigheden 2. SCN Scènemodus hoeft u slechts te richten en wordt de foto genomen. P Programma Met deze modus kunnen de sluitersnelheid en diafragmawaarde 3. (automatische automatisch worden ingesteld en andere parameters handmatig belichtingstijd) worden ingesteld. U kunt de sluitertijd aangeven terwijl de camera automatisch de 4.
Status LED-signaallampje De status LED geeft de huidige operationele status van de camera aan. De betekenis van de LED is afhankelijk van de status van de camera. Color Status Aan Groen Knipperend Aan Rood Oranje Als de camera uitgeschakeld is Tijdens het fotograferen Bij aansluiting op een PC De batterij is volledig geladen. AE of AF is vergrendeld omdat de sluitertoets halverwege ingedrukt is. – – – Verkrijgen van toegang tot bestanden bezig. Aan het communiceren met de PC.
LCD-controlescherm-pictogrammen Voor fotografeermodi : [ ], [ SCN ] 1 2 3 4 5 1. Moduspictogram 2. Opslagmedia 16 6 [ ] Intern geheugen (niet de kaart) [ ] SD-geheugenkaart Pre-opname [ ] 7 3. Zoomstatus ] Combi-opn. [ 4. Spraakmemo 8 9. Beeldafmeting 5. Batterijstatus 15 ] 3264 x 2448 [ 9 10S [ ] Batterij volledig vol ] 2560 x 1920 [ 14 01/06/2006 20:50 00053 10 [ ] Halfvolle batterij ] 1600 x 1200 [ ] 640 x 480 [ [ ] Nagenoeg lege batterij 13 12 11 10.
Voor fotografeermodi : [P], [Tv], [Av], [M], [ ], [ ] 1 1. Moduspictogram 2. Opslagmedia 3. Zoomstatus 4. Spraakmemo 5. Batterijstatus 6. Flitsermodus 7. Kolommendiagram 8. Hoofdscherpstellinggebied 9. Pictogram van de opnamemodus 10. Beeldscherpte 11. Beschikbaar aantal foto’s 12. Beeldkwaliteit 13. Zelfontspanner-pictogram 14. Sluitertijd / Lensopening * In de modi [ P ] , [ ] en [ ], verschijnt het pictogram Sluitertijd / Lensopening als de knop (S1) half wordt ingedrukt. 15.
Voor fotografeermodus: [ 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Moduspictogram Opslagmedia Zoomstatus Batterijstatus Flitsermodus Witbalans Metering Hoofdscherpstellinggebied [ ] Belichtingscompensatie [ ] Tegenlichtcorrectie 10.Beeldscherpte 11.Beschikbaar aantal foto’s 12.Beeldkwaliteit 13.Indicator voor te maken foto 14.Scherpstelling-instelling 15.Waarschuwing lange sluitertijd ] 1 2 4 3 14 5 15 0.
1 2 Voor Videomodus [ 1. Moduspictogram 2. Opslagmedia 3. Zoomstatus 4. Batterijstatus 5. Videobeeldscherpte 6. Beschikbare opnametijd/verstreken tijd 7. Videokwaliteit 8. Zelfontspanner-pictogram 9. Datum en tijd 10. Pictogram Witbalans 11. Scherpstelling-instelling Afspeelmodus [ 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
TE BEGINNEN MET Het camerariempje vastmaken Bevestig het riempje zoals in de afbeelding aangegeven. De batterij plaatsen en verwijderen We raden u ten stelligste aan de gespecificeerde herlaadbare lithium-ion batterij (1050mAh, 3,7 V) te gebruiken om het maximum te halen uit de functies van deze camera. Laad de batterij volledig op voordat u de camera gebruikt. Controleer of de voeding van de digitale camera uitstaat voordat de batterijen worden geplaatst of verwijderd. De batterij plaatsen 1.
De batterij opladen Gebruik de wisselstroomadapter om de batterij te laden of om de camera van voeding te voorzien. Controleer of de camera uitstaat voordat u de batterij plaatst om aan de slag te gaan. 1. Steek één uiteinde van de wisselstroomadapter in het DC IN 5V-contactpunt van de camera. 2. Steek het andere uiteinde van de stroomadapter in een stopcontact. De LED knippert (groen) als de batterij wordt opgeladen en brandt continu (groen) als het geladen is voltooid.
De wisselstroomadapter gebruiken Het gebruik van een wisselstroom/lader voorkomt dat de camera automatisch wordt uitgezet terwijl er bestanden naar uw computer worden overgedragen. Voer de stappen uit in het vorige hoofdstuk “De batterij opladen”. Controleer of u alleen de voor deze digitale camera aangewezen wisselstroomadapter gebruikt. Schade veroorzaakt door het gebruik van een onjuiste adapter wordt niet door de garantie gedekt.
De voeding aan- en uitzetten 1. Laad de batterij of sluit de wisselstroomadapter op uw camera aan. 2. Druk op de POWER toets om de camera aan te zetten. De LED brandt groen en de camera wordt ingeschakeld. Als de voeding van de camera wordt aangezet, gaat het voedingscontrolelampje branden. Als de voeding wordt aangezet, wordt de camera in de huidig geselecteerde modus opgestart. 3. Om uw camera uit te zetten, drukt u nogmaals op de POWER toets.
Datum en tijd instellen De datum en tijd moeten ingesteld worden wanneer: De camera voor de eerste keer wordt aangezet. U de camera aanzet nadat er lange tijd geen batterij in de camera zat. Als de datum- en tijdinformatie niet verschijnt op het LCD-controlescherm, volg dan deze stappen om de correcte datum en het uur in te stellen. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ], en druk op de MENU toets. 2. Selecteer [Setup2] met de X toets. 3. Selecteer [Datum/tijd] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
De weergavetaal kiezen Kies een On-Screen Display (OSD) taal voor de informatie op het LCD-controlescherm wordt weergegeven. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ] en druk op de MENU toets. 2. Selecteer [Setup2] met de X toets. 3. Selecteer [Taal] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. Het scherm om de taal in te stellen wordt weergegeven. 4. Selecteer de weer te geven taal met de S / T toetsen en druk op de SET toets. De instelling wordt nu opgeslagen. 5.
Een SD-geheugenkaart of intern geheugen formatteren Met deze functie wordt het interne geheugen (of geheugenkaart) geformatteerd en worden alle opgeslagen beelden, videoclips en gegevens verwijderd. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ] en druk op de MENU toets. 2. Selecteer [Setup1] met de X toets. 3. Selecteer [Formatteren] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 4. Selecteer [Uitvoeren] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. Om het formatteren te annuleren, selecteert u [Annuleren]. 5.
Beeldscherpte en kwaliteit instellen De beeldscherpte- en kwaliteitsinstellingen bepalen de beeldpuntgrootte (afmeting), de bestandsgrootte en de compressiefactor voor uw beelden. Deze instellingen beïnvloeden het aantal afbeeldingen dat kan worden opgeslagen. Naarmate u de camera leert kennen, wordt aanbevolen iedere kwaliteits- en beeldscherpte instelling te proberen, zodat u het effect die deze instellingen op uw beelden heeft in kunt schatten.
Mogelijk aantal foto’s (niet-bewegende beelden) De volgende tabel geeft het geschatte aantal opnamen weer dat u kunt maken bij elke instelling op basis van de capaciteit van het intern geheugen en een eventuele een SD-geheugenkaart.
Mogelijke opnametijd/seconde (videoclip) Grootte 640 x 480 * * Kwaliteit Capaciteit van de SD-geheugenkaart Intern geheugen 32MB 64MB 128MB Fijn 0:19 0:22 0:44 1:30 Standaard 0:39 0:43 1:29 3:00 256MB 512MB 1GB 3:01 5:50 11:44 6:00 11:37 23:15 Beeldsnelheid van opgenomen video kan verschillen, afhankelijk van toegangssnelheid van de SDgeheugenkaart. Als u een langszame SD-geheugenkaart gebruikt, beïnvloedt dit de beeldsnelheid en opnametijd.
FOTOGRAFEERMODUS [ ] Auto modus De automatische fotografeermodus is de meest gebruikte fotografeermodus. Er kunnen gemakkelijk foto’s gemaakt worden omdat de belichting (de combinatie van sluitertijd en lensopeninginstelling) automatisch gestuurd wordt afhankelijk van de fotografeeromstandigheden. Uw camera is uitgerust met een 2,8" TFT LCD-controlescherm met kleurenweergave waarmee u beelden kunt samenstellen, gefotografeerde beelden/videoclips kunt afspelen of de menu-instellingen kunt aanpassen. 1. 2.
Spraakmemo’s opnemen In de fotografeermodus kan een spraakmemo van 30 seconden lang kan worden opgenomen direct nadat een foto is gemaakt. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op ] en [ ]. één van de fotografeermodi, behalve bij de modi [ 2. Druk op de MENU toets en selecteer het [Functie] menu met de X toets. Het menu [Functie] wordt weergegeven. 3. Selecteer [Spraakmemo] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 4.
De optische zoom gebruiken Met zoom fotografie kunt u, afhankelijk van de afstand tot het onderwerp, foto’s tot 6 maal de grootte van breedhoek nemen. U kunt het midden van het scherm uitvergroten en foto’s nemen in de digitale zoommodus. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi. 2. Kadreer uw foto met behulp van de zoomtoets. Door op de toets te drukken wordt op het onderwerp ingezoomd en wordt het beeld op het LCD-controlescherm vergroot.
De digitale zoom gebruiken Met een combinatie van 6 keer optische zoom en 8,5 keer digitale zoom kan maximaal 51 keer zo groot worden ingezoomd, afhankelijk van het onderwerp en de afstand. De digitale zoom kan handig zijn, maar hoe meer een foto wordt vergroot (ingezoomd), hoe waziger (korreliger) de foto wordt. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi. behalve bij de modus [ ]. 2. Om de digitale zoom in te schakelen: a. Druk op de MENU toets. b.
De flitser instellen Stel de flitser in om foto’s te nemen. De flitsermodus kan ingesteld worden afhankelijk van de fotografeeromstandigheden. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. toets om de gewenste flitsmodusinstelling te 2. Blader met de selecteren.
De beschikbare flitsinstellingen in de diverse fotografiemodi: [Leeg] Auto Modusknop Scènemodus Vastlegmod. Focusmodus * * Auto Programma Sluitertijdprioriteit Lensopeningvoorkeuze Handmatig Gebruikerinstelling Video Panorama Anti-shake Sport Portret Nachtportr. Nacht Kaarslicht Vuurwerk Landschap Flora Zonsopgang Zonsonderg. Tekst Zwartwit Sepia Opsp. water Stro. Water Huisdieren Enkel Continu AEB Reeks Reeks + flits Pre-opname Combi-opn.
De onderstaande tabel helpt u de juiste flitsermodus te kiezen: Flitsermodus [Leeg] [ [ ] ] [ ] [ ] NE-36 Omschrijving De flitser gaat automatisch af afhankelijk van de fotografeeromstandigheden. Automatisch flitsen Deze modus is alleen beschikbaar als de camera ingesteld is in de modi [ ], [P], [ ] en [ ]. Gebruik deze modus om het fenomeen van de rode ogen te beperken als u natuurlijk ogende foto’s wilt maken van mensen en dieren in Rode ogen reductie omstandigheden met weinig licht.
De scherpstelling instellen De afstand tot het object van de gemaakte foto’s kan worden ingesteld op Normale automatische scherpstelling, [ ] Macro automatische scherpstelling, [ s ] Super macro automatische scherpstelling, [ ] Oneindig, [3M] 3m of [ MF ] Handmatige scherpstelling. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi. De beschikbare scherpstelling-instellingen zijn afhankelijk van de geselecteerde fotografeermodus. 2.
De zelfontspanner instellen Met deze instelling kunt u met de zelfontspanner foto’s nemen en opslaan. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi. 2. Druk op de toets om de instelling te bevestigen. Door iedere druk op de toets wordt het pictogram één stap door de sequentie bewogen en op het scherm weergegeven. Voor de vastlegmodus [Single] (enkel). Uit [ 10s] 10 sec. [ 2s ] 2 sec. 10+2s ] 10+2 sec.
Belichtingscompensatie/Tegenlichtcorrectie U kunt foto’s nemen waarbij u de achtergrond bewust intenser of donkerder maakt. Deze instellingen worden gebruikt als er geen geschikte intensiteit (belichting) bereikt kan worden in omstandigheden waarin het verschil in intensiteit tussen het voorwerp en de achtergrond (het contrast) groot is, of wanneer het voorwerp dat u wilt fotograferen heel klein is tegen de achtergrond. De belichting kan ingesteld worden in eenheden van 1/3 EV. 1.
* Drukwerk dat bestaat uit witte tekst op zwart papier * Onderwerpen die weinig licht weerkaatsen zoals groenblijvende bomen of donker gebladerte Tegenlichtcorrectie (+1,3 EV, vast) * Als de achtergrond helder en het onderwerp donker is. * Als onderwerpen (mensen) een lichtbron hebben zoals de zon achter hun rug. In de [ ] modus kan alleen backlightcorrectie worden ingesteld. [SCN] Scènemodus Door gewoon één van de volgende 16 modi te kiezen, kunt u foto’s onder de geschiktste instellingen nemen. 1.
De onderstaande tabel helpt u de juiste scènemodus te kiezen: Scènemodus [ ] Sport Omschrijving Selecteer deze modus om snel bewegende objecten vast te leggen. Selecteer deze modus als u een foto wilt nemen van iemand tegen een niet [ ] Portret scherpgestelde (wazige) achtergrond. Selecteer deze modus als u mensen wilt fotograferen tegen een avondscène of [ ] Nachtportr. nachtelijke achtergrond. Selecteer deze modus als u een donkere scène zoals een nachtelijk panorama [ ] Nacht wilt fotograferen.
De beschikbare vastlegmodi in verschillende scènemodi: Enkel Continu Sport O O Portret O O Nachtportr. O X Nacht O O Kaarslicht O O Vuurwerk O X Landschap O O Flora O O Zonsopgang O O Zonsonderg. O O Tekst O O Zwartwit O O Sepia O O Opsp. Water O O Stro. Water O O Huisdieren O O *1: In de vastlegmodus [Continu] AEB Reeks Reeks + flits Pre-opname Combi-opn.
[Tv] Fotografeermodus Sluitertijdprioriteit In deze modus worden foto’s genomen waarbij prioriteit wordt gegeven aan de sluitersnelheid. De sluitersnelheid van de diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld. Als u een snelle sluitertijd instelt, kunt u foto’s nemen van bewegende voorwerpen die eruitzien alsof ze stilstaan. Als u een tragere sluitertijd instelt, kunt u foto’s nemen die de indruk wekken dat het onderwerp beweegt. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op [ Tv ]. 2.
[Av] Modus Lensopeningvoorkeuze In deze modus worden foto’s genomen waarbij een voorkeuze wordt gemaakt wat betreft de lensopeningwaarde. De sluitersnelheid van de lensopeningwaarde wordt automatisch ingesteld. De diafragmawaarde heeft invloed op de diepte van de camera. Als u een kleine diafragmawaarde instelt (hogere F-waarde), kunt u portretfoto’s nemen met een wazige achtergrond.
[M] Handmatige modus In de handmatige modus kunnen de lensopeningwaarde en de sluitersnelheid individueel worden ingesteld. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op [M]. 2. Verschuif de toets en selecteer de waarde voor sluitersnelheid of lensopening. 3. Stel de sluitertijd of lensopening in met de S / T toetsen. 4. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk hem daarna volledig in.
[ ] Modus Gebruikerinstelling Met deze modus kunt u handmatig parameters instellen en al deze instellingen worden opgeslagen. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op [ ]. 2. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk hem daarna volledig in. [ ] Videomodus Met deze modus kunt u videoclips opnemen met een beeldscherpte van 640 x 480 beeldpunten. Er kan ook spraak opgenomen worden. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op [ ]. 2.
[ ] Panoramamodus Deze modus is ontworpen om het maken van een serie foto’s die vervolgens aan elkaar worden gehecht tot één enkele foto, makkelijker te maken. U kunt een foto van een object maken dat niet in één foto past, bijvoorbeeld een landschap, en dit vervolgens plakken met een programma als Cool 360 of Photoshop. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op [ ]. 2. Maak de eerste foto. De volgende foto verschijnt naast de vorige foto. 3.
Een onderwerp op een bestaand achtergrondbeeld opnemen (Pre-opname) Pre-opname helpt u de gewenste achtergrond te gebruiken, zelfs als u iemand anders moet vragen de foto te nemen. Pre-opname bestaat uit twee stappen. 1. Eerst maakt u de gewenste achtergrond door de sluitertoets in te drukken, waardoor een halfdoorzichtig achtergrondbeeld op het monitorscherm blijft staan. 2.
1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi, met uitzondering van de [ ], [ ] en [ ]. a. Druk op de MENU toets. b. Kies [Functie] met de X-toets en druk op de SET-toets. b. Selecteer [Vastlegmod.], en druk op de SET-knop. d. Kies [Pre-opname], en druk op de SET-toets. 2. Breng de gewenste achtergrond in beeld op het monitorscherm, en druk vervolgens de sluitertoets in om dit tijdelijk op te nemen als referentiebeeld.
Opnames van twee mensen in één foto combineren (Combi-opname) Met de modus Combi-opname kunt u foto’s maken van twee mensen en deze combineren in één enkele foto. Zo kunt u zichzelf bijvoorbeeld in een groepsfoto plaatsen, zelfs als er niemand in de buurt is die de foto voor u kan maken. Eerste foto Tweede foto Dit is het deel van de foto zonder de persoon die de eerste foto maakt. Zorg dat de achtergrond van de foto correct is uitgelijnd als de foto wordt gemaakt van degene die de eerste foto nam.
[ ] PLAYBACK MODUS Niet-bewegende beelden bekijken U kunt de foto’s op het LCD-controlescherm bekijken. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven. 2. De foto’s kunnen met de W / X toetsen naar voren of naar achteren worden weergegeven. Om de vorige foto te zien drukt u op W. Om de volgende foto te zien drukt u op X. Foto-informatie weergeven U kunt de informatieweergave veranderen door op de toets te drukken bij het bekijken van de beelden.
Videoclips afspelen U kunt de opgenomen videoclips afspelen op het LCD-controlescherm. U kunt ook spraak afspelen. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven. 2. Selecteer de gewenste videoclip met de W / X toetsen. Er wordt een [ ] pictogram met de videodata weergegeven. 3. Druk op de SET toets om een videoclip af te spelen. Door op de X / W toetsen tijdens de afspeling te drukken wordt snel naar voren/naar achteren gebladerd.
Niet-bewegende beelden/videoclips op een TV afspelen U kunt ook uw beelden op een TV-scherm bekijken. Voordat u de camera op een apparaat aansluit, moet u NTSC / PAL selecteren afhankelijk van de uitzendstandaard van de videoapparatuur die u op de camera gaat aansluiten. Het wordt aanbevolen de wisselstroomadapter te gebruiken terwijl u de opgenomen foto’s en videobestanden overdraagt. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2.
Spraakmemo’s toevoegen Er kan maximaal 30 seconden audio worden opgenomen, zoals een spraakmemo voor ieder gefotografeerd foto. Een spraakmemo kan slechts één keer opgenomen worden. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven. 2. Selecteer het gewenste beeld waaraan u de audiomemo wilt toevoegen met de W / X toetsen. 3. Druk op de sluitertoets. [VOICE RECORDING] wordt weergegeven op het scherm en het opnemen gaat van start. 4.
Miniatuurweergave Hiermee kunt u 4 tot 9 miniatuurbeelden tegelijk op het LCD-controlescherm bekijken, zodat u snel het gewenste beeld kunt opzoeken. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven. 2. Druk op de toets. De beelden worden weergegeven in miniatuurversie. Beelden die zijn geselecteerd met de S / T / W / X toetsen worden aangegeven met een groen kader. Als er tien of meer beelden zijn, kan het scherm met de S / T toetsen worden geschoven. 3.
Zoom Afspelen In deze modus kunt u uw beeld in het geselecteerde deel vergroten, zodat u kleine details kunt controleren. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de W / X toetsen om het beeld te selecteren dat u wilt vergroten. U kunt de foto waarop u wilt inzoomen ook selecteren uit het miniatuuroverzicht. 3. Pas de zoomverhouding aan met de / toetsen. Het beeld wordt vergroot door op de de toets te drukken. Druk op de toets om terug te keren naar de normale vergroting.
Diapresentatie Met de diapresentatiefunctie kunt u uw beelden automatisch in opeenvolgende volgorde als een diapresentatie weergeven. Dit is een veel gebruikte en amusante functie voor het bekijken van genomen foto’s en voor presentaties. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets. Het menu Afspelen wordt weergegeven. 3. Selecteer [Diashow] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. De diapresentatie gaat van start. 4.
Beelden beveiligen Instelling om de gegevens in op “alleen lezen” te zetten om te voorkomen dat er per ongeluk foto’s worden gewist. Beelden beveiligen 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met de W / X toetsen. 3. Druk op de MENU toets. Het menu Afspelen wordt weergegeven. 4. Selecteer [Beveiligen] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 5. Selecteer [Enkel] of [Alle] met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 6.
De beveiliging annuleren Om de beveiliging te annuleren, geeft u het beeld weer waarvan u de beveiliging wilt annuleren. 1. Selecteer [Beveiligen] met de S / T toetsen van het afspeelmenu en druk op de SET toets. 2. Selecteer [Enkel] of [Alle] met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 3. Selecteer [Bev. Annul.] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. De beveiliging wordt geannuleerd en de camera keert terug naar de afspeelmodus. Meerdere beelden tegelijk beschermen 1.
DPOF-instellingen DPOF is de afkorting van Digital Print Order Format (digitale afdrukorderformat), waarmee u afdrukinformatie aan de geheugenkaart kunt toevoegen. Met behulp van het DPOF-menu op de camera kunt u de afbeeldingen die moeten worden afgedrukt selecteren en aangeven hoeveel afdrukken gemaakt worden; plaats vervolgens de geheugenkaart in een printer die daarvoor geschikt is.
9. Selecteer [Aan] of [Uit] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. Aan: De datum van de foto wordt ook afgedrukt. Uit: De datum van de foto wordt niet afgedrukt. 10.Selecteer [Afdruk aan] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 11.Selecteer [Uitvoeren] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. Zo wordt een bestand gecreëerd met de DPOF-informatie. Als de bewerking voltooid is, wordt opnieuw het weergavescherm weergegeven.
Bestanden kopiëren van intern geheugen naar een geheugenkaart Met deze functie kunnen uw bestanden van het interne geheugen van de camera naar een geheugenkaart worden gekopieerd. Naturlijk kunt u dit alleen doen als u een geheugenkaart geïnstalleerd heeft en enkele bestanden in het interne geheugen heeft staan. 1. Draai de modusknop in op [ ]. 2. Selecteer de afbeelding die u naar een geheugenkaart wilt kopiëren met de W / X toetsen. 3. Druk op de MENU toets. Het menu Afspelen wordt weergegeven. 4.
Het Opstartscherm aanpassen U kunt een afbeelding die met de camera is gemaakt gebruikt als nieuw opstartscherm. 1. 2. 3. 4. 5. Draai de modusknop in op [ ]. Kies de afbeelding die u wilt gebruiken als nieuw opstartscherm. Druk op de MENU toets. Selecteer [Setup1] met de u toets. Selecteer [Startlogo] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 6. Selecteer [Gebr.afb.] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 7. Selecteer [Uitvoeren] met de S / T toetsen en druk op de SET toets.
J J J J J J J J NE-64 De afbeelding die gebruikt wordt op het opstartscherm wordt opgeslagen in het interne geheugen. Als het interne geheugen wordt geformatteerd, wordt ook de door de gebruiker geselecteerde afbeelding verwijderd. In dit geval wordt de standaardafbeelding gebruikt als opstartscherm. Als de gebruiker de opstartafbeelding vervangt via USB (toestel voor gegevensopslag), en als deze afbeelding niet overeenkomt met het correct bestandsformaat, kan het opstartscherm beschadigd raken.
[ ] Beelden verwijderen Onmiddellijk wissen (snelwisfunctie) Met de snelwisfunctie kunt u de laatst genomen foto direct wissen. 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi. 2. Druk op de toets. De laatste foto en het snelverwijderingsmenu worden op het scherm weergegeven. 3. Druk nogmaals op de toets om het beeld te wissen. U kunt ook op de SET toets drukken om de verwijdering te bevestigen.
Verwijderen in de afspeelmodus Eén beeld verwijderen/alle beelden verwijderen. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. De laatste foto wordt op het scherm weergegeven. 2. Selecteer het beeld dat u wilt wissen met de W / X toetsen. 3. Druk op de toets. Het verwijderingsmenu wordt weergegeven. 4. Selecteer [Enkel] of [Alle] met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. Enkel: Wist de geselecteerde foto of de laatste foto. Alle: Wist alle afbeeldingen behalve beveiligde afbeeldingen.
Geselecteerde beelden verwijderen Hiermee wordt er een aantal geselecteerde beelden verwijderd. ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ 2. Druk op de toets. Het verwijderingsmenu wordt weergegeven. 3. Selecteer [Selecteren] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. De beelden worden weergegeven in miniatuurversie. 4. Selecteer het beeld dat u wilt wissen met de S / T / W / X toetsen en druk op de toets. Het [ ] pictogram wordt getoond. Druk opnieuw op de toets om de bewerking te annuleren.
MENUOPTIES Fotografiemenu (Vastleggen tabblad) Dit menu is voor de gebruikte basisinstellingen wanneer beelden in de fotografeermodi worden genomen. Deze instellingen worden niet opgeslagen, zelfs niet als de camera uitgezet wordt of als de Auto UIT functie geactiveerd wordt. Programma / Tv / Av / M / Gebruikerinstelling Beschikbare menu-opties in elke fotografiemodus: Vastleg Functie AE/AWB Auto Grootte Vastlegmod. Witbalans Vastleg Functie Kwaliteit Spraakmemo Handm. WB Grootte Vastlegmod.
Anti-shake Vastleg Grootte Kwaliteit Scherpte Contrast Kleur Functie Spraakmemo LCD Held. Digi.Zoom Voorbeeld Datumafdr. Pieptoon AE/AWB Witbalans Handm. WB Metering Focusgebied Flitsoffset ] en stel de modusknop in 1. Schuif de modusschakelaar naar [ op één van de fotografeermodi. 2. Druk op de MENU toets. Het menu [Vastleg] wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste [Vastleg] optie-element met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu op te roepen. 4.
Scènemodus Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Scènemodus” voor nadere informatie. Grootte (resolutie) Stelt de beeldscherpte in van het te nemen foto. * [ ] 3264 x 2448: 3264 x 2448 pixels (8 Megapixel resolutie) * [ ] 2560 x 1920: 2560 x 1920 pixels (5 Megapixel resolutie) * [ ] 1600 x 1200: 1600 x 1200 pixels (2 Megapixel resolutie) ] 640 x 480: 640 x 480 pixels (VGA resolutie) * [ Kwaliteit Om de kwaliteit van de te nemen foto in te stellen (compressiegraad).
Fotografiemenu (Functie tabblad) 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het [Functie] menu met de X toets. Het [Functie] tabblad uit het Fotografiemenu wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste [Functie] optie-element met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu op te roepen. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5.
Spraakmemo Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “Spraakmemo’s opnemen” voor nadere informatie. * Aan/Uit Als [Voorbeeld] is ingesteld op [Uit], is [Spraakmemo] ook ingesteld op [Uit]. LCD Held. Om een intensiteitniveau te selecteren voor het LCD-controlescherm. De LCD wordt intenser met de S toets en donkerder met de T toets. Het instellingsbereik varieert van -5 tot +5. Digi.Zoom Stelt in of de digitale zoom al dan niet gebruikt wordt als er een foto wordt gemaakt.
Fotografiemenu (AE/AWB tabblad) 1. Schuif de modusschakelaar naar [ ] en stel de modusknop in op één van de fotografeermodi. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het [AE/AWB] menu met de X toets. Het [AE/AWB] tabblad uit het Fotografiemenu wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste [AE/AWB] optie-item met de S / Ttoetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu in te gaan. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5.
ISO Stelt de gevoeligheid in om foto’s te nemen. Als de gevoeligheid (en daarmee het ISO-cijfer) is verhoogd, kunt u foto’s nemen op donkere plaatsen, maar zal de foto er (door de beeldpunten) korreliger gaan uitzien. * 64 /100 /200 /400 / Automatisch Bij de instelling [Auto] wordt de ISO-waarde automatisch geselecteerd uit een waarde van ISO 64 tot ISO 200. In de [ ] modus kan het de ISO-functie niet worden gebruikt.
Menu afspelen In de [ ] modus worden de instellingen ingesteld die voor het afspelen nodig zijn. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets. Het menu Afspelen wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste optie-item met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu in te gaan. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
Setup1 Menu Stel de gebruiksomgeving van de camera in. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup1] met de X toets. Het [Setup1] menu wordt weergegeven. 3. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu in te gaan. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten. Media info.
Setup2 Menu 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup2] met de X toets. Het [Setup2] menu wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste [Setup2] optie-item met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu in te gaan. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
OPGENOMEN BEELDEN/VIDEOCLIPS NAAR UW COMPUTER OVERBRENGEN Om beelden/videoclips van de camera naar uw computer over te brengen, dient u de volgende stappen te nemen: Stap 1: Het USB-stuurprogramma installeren (alleen voor gebruikers van Windows 98) Stap 2: De camera aansluiten op uw computer Stap 3: Beelden en videobestanden downloaden Systeemvereisten (Windows) Pentium 166 MHz of hoger Windows 98/98SE/Me/2000/XP 128MB RAM 128MB harde schijfruimte Cd-Rom station Beschikbare USB-poort Systeemvere
Stap 1: Het USB-stuurprogramma installeren Computers met Windows 98 Het USB-stuurprogramma op de Cd-Rom is uitsluitend voor computers met Windows 98. Het is niet nodig het USB-stuurprogramma op computers met Windows 2000/ME/XP te installeren. 1. Plaats de met de camera meegeleverde Cd-Rom in uw Cd-Rom-station. Het welkomscherm wordt weergegeven. 2. Klik op “INSTALL USB DRIVER”. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Stap 2: De camera op uw computer aansluiten 1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op het USBcontactpunt van de camera. 2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de USBpoort van uw computer. 3. Zet uw camera aan. Het [USB] scherm wordt weergegeven. 4. Selecteer [PC] en druk op de SET toets. 5. Dubbelklik op “Deze computer” op het bureaublad van Windows. 6. Zoek het pictogram op van een nieuwe “uitwisselbare schijf”.
Stap 3: Foto’s en videobestanden downloaden Wanneer de camera aanstaat en op uw computer is aangesloten, wordt ze beschouwd als een schijfstation net zoals een floppy of Cd. U kunt beelden downloaden (overdragen) door ze van de “Uitwisselbare schijf” (“naamloze” of “ongelabelde” schijf op een Macintosh) te kopiëren naar de harde schijf van uw computer. Windows Open de “uitwisselbare schijf” en andere mappen door erop te dubbelklikken. Uw beelden bevinden zich in deze map(pen).
OP EEN PICTBRIDGE COMPLIANTIE PRINTER AANSLUITEN Als er een PictBridge ondersteunde printer beschikbaar is, kunnen beelden worden afgedrukt door de digitale camera direct op de PictBridge compatibele printer aan te sluiten zonder een computer te hoeven gebruiken. De camera op de printer aansluiten 1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op uw camera aan. 2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-poort van de printer. 3. Zet uw camera aan. 4. Het scherm [USB] wordt weergegeven.
3. Als u [Enkel] in de eerdere stap selecteert, wordt de illustratie aan de rechterzijde weergegeven. Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met de W / X toetsen. Selecteer het [Afdr.nr.]. (maximaal 99) met de S / T toetsen. Nadat de gewenste beelden en afdrukaantal is geselecteerd, druk op de SET toets om te bevestigen. 4. Selecteer [Afsluiten] met de S / T toetsen en druk op de toets SET. 5. Selecteer [Afdrukken] met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het afdrukken te starten. 6.
BEWERKINGSOFTWARE INSTALLEREN Photo Explorer installeren De Photo Explorer van Ulead ® voorziet in een simpele en efficiënte manier om digitale media over te dragen, in te bladeren, aan te passen en te distribueren. U kunt foto’s, video’s of geluidclips van verschillende digitale apparaattypes afhalen en gemakkelijk persoonlijke Omschrijvingen opzoeken en toevoegen; tijdige aanpassingen maken; of media door het medium van uw keuze distribueren: E-mail, afdrukken, diapresentaties.
Photo Express installeren Ulead® Photo Express omvat volledige fotoprojectsoftware voor digitale beelden. Met de stap-voor-stapaanwijzingen, visuele programma-interface en programmahulp kan de gebruiker opwindende fotoprojecten creëren. Digitale foto’s kunnen zonder moeite uit digitale camera’s of scanners worden verkregen. Deze kunnen heel eenvoudig met de Visual Browse (visueel bladeren) modus worden georganiseerd.
Cool 360 installeren Met Ulead® COOL 360TM kunt u snel en makkelijk een reeks foto’s omzetten in een panoramascène van 360 o of in een breedhoekscène voor een meeslepende kijkervaring. De intuïtieve interface van COOL 360 en de makkelijk te gebruiken wizard leveren snel geweldig ogende panorama’s; tegelijkertijd verzekeren de vervormings-, meng- en uitlijnwerktuigen excellente resultaten. Deel de gemaakte panorama’s via e-mail, maak webpagina’s of plaats ze in documenten en presentaties.
CAMERASPECIFICATIES Element Beeldsensor Beeldscherpte Omschrijving 1/1,8” CCD sensor (8,1 megapixels) 3264 x 2448, 2560 x 1920, 1600 x 1200, 640 x 480 640 x 480 LCD-controlescherm 2,8” kleuren TFT LCD (230K pixels) Opnamemedia 32 MB intern geheugen (26 MB beschikbaar voor het opslaan van foto’s) Ondersteunt SD-geheugenkaart (maximaal 1 GB) (opti onele accessoire) Bestandsformaat JPEG, DCF, EXIF 2.
PROBLEMEN OPLOSSEN Raadpleeg de hieronder weergegeven symptomen en oplossingen voordat u de camera voor reparatie opstuurt. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw plaatselijke leverancier of servicecenter. Voedingsvoorziening Symptoom Oorzaak De accu is niet geplaatst. D e v o e d i n g w o r d t n i e t De batterij is uitgeput. De adapter is niet op de juiste manier aangezet. aangesloten.
Foto’s nemen Symptoom Oorzaak De batterijvoeding is laag. De voeding staat niet aan. De camera staat niet in de opnamemodus. De sluitertoets is niet helemaal ingedrukt. De geheugenkaart heeft geen vrije ruimte meer. Z e l f s a l s i k o p d e De levensduur van de geheugenkaart is sluitertoets druk, neemt beëindigd. De flitser wordt opgeladen. de camera geen foto’s. De geheugenkaart wordt niet door de camera herkent. De automatische uitzetfunctie is geactiveerd.
Beelden weergeven Symptoom Kan niet afspelen. De inhoud van de geheugenkaart kan niet worden weergegeven. Er kunnen geen bestanen worden gewist. Oorzaak Oplossing Verschuif de modustoets naar de Het is niet ingesteld op de weergavemodus. afspelingmodus. U heeft een geheugenkaart proberen weer Plaats een kaart die door dit toestel is te geven die niet door dit toestel werd geformatteerd en waarop al iets is geformatteerd. opgeslagen. Het bestand is beschermd. Annuleer de bescherming.
A.Informatie over afvalverwijdering voor gebruikers (particulierehuishoudens) 1. In de Europese Unie Let op: Deze apparatuur niet samen met het normale huisafval weggooien! Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet gescheiden wordeningezameld conform de wetgeving inzake de verantwoorde verwerking,terugwinning en recycling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.