Operation Manual
25
WLAN-Sync.
Tik op de optie WLAN-Sync. om de WLAN-functie van
het apparaat in te schakelen.
Raadpleeg het hoofdstuk "WLAN gebruiken" voor meer
informatie over het gebruik van WLAN.
Sensoren
Deze optie geldt niet voor alle modellen. U kunt de sensor-
detectiefunctie instellen door Handmatig, Automatisch
of Geen sensor te selecteren in elke accessoireoptie.
• Tik op / om de gewenste accessoireoptie
te selecteren: Hartslag-detectie, Ritmedetectie of
Vermogenmeter det..
• Is de optie Handmatig geselecteerd, dan kunt u tikken
op de knop Nu scannen om handmatig de sensor te
zoeken.
Opmerking: Eenmaal verbonden verschijnt het pictogram /
/ op de titelbalk. Desensor-id wordt getoond in het veld
Id van aangesloten sensor.
Alarmen
• Scherm klik: Schakel het geluid bij het tikken op het
scherm in of uit.
• Instructies: schakel het geluid bij het ontvangen van
instructies in of uit.
• HS-zone Alarm: schakel het alarmgeluid voor de HS-
zone tijdens de training in of uit.
• Alarm verm.zone: schakel het alarmgeluid voor de
vermogenszone tijdens de training in of uit.
GPS
Het scherm GPS geeft de kwaliteit van het GPS-signaal
nauwkeurig weer. U ziet het aantal satellieten, de huidige
positie en de sterkte van de signalen.
Kompas
Met de functie Kompas kalibratie kunt u het ingebouwde
kompas van het apparaat kalibreren.
Zo kalibreert u het kompas:
1. Ga uit de buurt van eventuele storingsbronnen staan
zoals magnetrons en magnetische apparaten.
2. Tik op Start calibratie.
3. Beweeg het apparaat door uw arm gedurende een
paar seconden in een patroon ∞ te bewegen (als
afgebeeld op het scherm).
4. Als u klaar bent, verschijnt het bericht "Compas
calibratie succesvol" op het scherm.
Als het bericht “Kompas calibratie is niet gelukt”
verschijnt, moet u de beweging herhalen tot de kalibratie
geslaagd is.
Opmerking: Als u het ingebouwde elektronische kompas
gebruikt, moet u het apparaat uit de buurt houden van objecten
die magnetische velden genereren, zoals elektrische apparaten,
magneten of hoogspanningsmasten. Deze kunnen het apparaat in
de verkeerde richting laten wijzen.