Operation Manual

1. Sluit een uiteinde van de
auto-oplader op de
vermogenconnector van uw
apparaat aan.
2. Sluit het andere uiteinde op de
12-volt sigarettenaansteker of op de
vermogenpoort aan en laad uw
apparaat op. Het groene lampje van
de indicator op de auto-oplader
brandt om aan te geven dat er
vermogen aan uw apparaat wordt
geleverd.
OPMERKING: let op het volgende voor een optimale prestatie van de lithiumbatterij:
z Laad de batterij niet op bij een hoge temperatuur (bijv. in direct zonlicht).
z U hoeft de batterij niet eerst volledig te ontladen voordat u begint met het opladen. U kunt
de batterij opladen voordat deze leeg is.
z Als u het product gedurende langere tijd niet zult gebruiken, moet u de batterij minstens
elke twee weken volledig opladen. Het overladen van de batterij kan de laadprestatie
beïnvloeden.
OPMERKING: Uw apparaat kan ook worden opgeladen wanneer het via de USB-kabel op
een desktopcomputer is aangesloten. Als u uw apparaat op deze manier wilt opladen, moet u
het apparaat uitschakelen zodat het opladen van de batterij sneller verloopt.
1.4 Richtlijnen voor besturing
Het apparaat in- en uitschakelen
Voor een normale werking, schakelt u het apparaat uit door kort op de
voedingsknop te drukken. Het apparaat gaat in stand-by.
Wanneer u de voedingsknop vervolgens opnieuw kort indrukt, wordt het systeem
opnieuw geactiveerd.
6