Operation Manual
2.3 Het kompas kalibreren
Kalibreer het kompas telkens opnieuw wanneer dat nodig is. Bijvoorbeeld:
Wanneer de statusindicator rood wordt weergegeven
Wanneer het apparaat gedurende lange tijd niet werd gebruikt.
Na belangrijke wijzigingen in de omgeving, zoals verandering van locatie en
temperatuurschommelingen
1. Houd het apparaat buitenshuis en uit de buurt van metalen objecten en
magnetische velden.
2. Tik in het kompasscherm op de knop
.
3. Leg het apparaat plat in de palm van uw hand. Draai uw arm met de palm
omhoog gericht, zoals weergegeven op het scherm. Doe dit meerdere malen
tot een bericht verschijnt met de melding dat het kompas is gekalibreerd.
17