Gebruikershandleiding 785/786/788/766
Revisie: R01 (8/2017) Verklaring van afstand De schermopnamen in deze handleiding kunnen verschillen tussen de verschillende besturingssystemen en softwareversies. Het wordt aanbevolen om de nieuwste handleiding van uw product te downloaden van de Mio™-website (www.mio.com). Specificaties en documenten zijn onderhevig aan verandering zonder voorafgaande kennisgeving. MiTAC kan niet garanderen dat dit document foutloos is.
Inhoudsopgave Kennismaken met de dashcam............................................................................. 4 MiVue achtercamera........................................................................................ 5 Aan-/uittoets..................................................................................................... 5 Systeemindicator.............................................................................................. 5 Uw dashboardcamera in een voertuig gebruiken.........
Gegevens over safety cams bijwerken.......................................................... 18 Een verbinding maken......................................................................................... 18 MiVue Pro-app............................................................................................... 18 Instellen van een WIFI verbinding.................................................................. 18 Een Bluetooth-verbinding configureren..................................................
Kennismaken met de dashcam Opmerking: De schermopnamen en andere presentaties die in deze handleiding worden weergegeven, kunnen verschillen van de werkelijke schermen en presentaties die door het eigenlijke product zijn gegenereerd. 1 Mini-USB-aansluiting 2 AV-uitgang* 3 Montagehouder apparaat 4 Microfoon 8 9 10 11 5 Aanraakscherm 6 Systeemindicator 7 UItknop * Alleen geselecteerde modellen.
MiVue achtercamera Afhankelijk van het model kan uw apparaat een achterruitcamera ondersteunen (apart aan te schaffen). 4 3 16 1 2 1 Montagepad 2 Cameralens 3 Bevestigingsbout 4 Micro-USB aansluiting Aan-/uittoets l l 2 seconden ingedrukt houden om de dashboardcamera handmatig in en uit te schakelen. Indrukken als de dashboardcamera is ingeschakeld om de LCD-monitor in en uit te schakelen. Systeemindicator De systeemindicator licht groen op wanneer de dashcam bezig is met opladen.
Uw dashboardcamera in een voertuig gebruiken Voorzorgsmaatregelen en mededelingen l l l l l l l l Bedien het apparaat niet tijdens het rijden. Het gebruik van dit apparaat ontheft de bestuurder niet van de volledige verantwoordelijkheid voor zijn of haar gedrag. Dit omvat het volgen van alle verkeersregels ter voorkoming van ongelukken, persoonlijk letsel of schade aan eigendommen. Bij het gebruik van de dashboardcamera in de auto is een venstermontageset nodig.
Zorg dat uw wagen op een effen bodem is geparkeerd. Volg de instructies om uw dashcam en achterruitcamera goed in een voertuig te monteren. 1. De dashcam monteren. 2. De achterruitcamera monteren (optioneel). Opmerking: l Voordat u de montage pad op het ruit plaatst is het aanbevolen het ruit eerst schoon te maken met alcohol. l Als de kleefstof van de plakband niet goed is, vervang de tape door een nieuwe.
3. De lenshoek afstellen. Wanneer u de hoek van de montage afstelt, moet u ervoor zorgen dat het camerazicht parallel is met de effen boden en dat de verhouding aarde/hemel dichtbij 6/4 ligt. 4. De kabels aansluiten. Stop de kabels door de bovenkant en de A-zuil zodat u niet wordt gehinderd tijdens het rijden. Zorg dat de kabelinstallatie de airbags of andere veiligheidsfuncties van het voertuig niet hinderen.
Een geheugenkaart plaatsen U moet een geheugenkaart plaatsen (niet meegeleverd) voordat u de opname kunt starten. We raden aan een geheugenkaart Klasse 10 te gebruiken met een capaciteit van minstens 8GB - 128GB. Houd de kaart (MicroSD) bij de randen vast en stop deze voorzichtig in de sleuf zoals weergegeven. Om een kaart te verwijderen, duwt u voorzichtig de bovenrand van de kaart in om deze vrij te geven en trekt u deze uit de sleuf. Opmerking: l Geen druk uitoefenen op het midden van de geheugenkaart.
Het externe apparaat aansluiten Aansluiten op uw computer U kunt de dashboardcamera aansluiten op uw computer om toegang te krijgen tot de gegevens op de geheugenkaart. Volg de onderstaande instructies om de dashboardcamera aan te sluiten op de computer via de USB-kabel (niet meegeleverd). De externe AV-apparatuur aansluiten Opmerking: Deze functie is niet voor alle modellen beschikbaar.
Als het systeem niet afsluit door de Power toets ingedrukt te houden, kan het geforceerd afgesloten worden door een kleine strookje te steken (zoals een rechte paperclip) in de UItknop boven op het apparaat. Het aanraakscherm gebruiken Om uw dashcam te bedienen, raakt u het scherm aan met uw vingertop. Het systeem biedt de bedieningskoppen en systeempictogrammen op het scherm.
Schermen wisselen Als u de achtercamera heeft aangesloten en begint met opnemen, geeft het scherm de PIP (beeld-inbeeld) mode weer. Het hoofdscherm toont standaard het beeld van de camera aan de voorzijde en het subscherm toont het beeld van de camera aan de achterzijde. U kunt de beelden van de camera aan de voor- en achterzijde (en omgekeerd) schakelen door licht op het subscherm te tikken.
Opnemen in rijmodus Continu opnemen Standaard start het opnemen direct na het inschakelen van de dashboardcamera. De opname kan verdeeld worden over meerdere videoclips; het opnemen stopt niet tussen de videoclips. Wanneer continu opnemen bezig is, kunt u de opname handmatig stoppen door op te drukken. Druk op en terugkeert naar het opnamescherm; start het systeem automatisch met continu opnemen. De continu opnames staan in de categorie "Video" voor het afspelen van bestanden.
Opnamen in Parkeerstand Uw dashboardcamera ondersteunt de parkeeropnamefunctie. U moet een extra voeding gebruiken om de video op te nemen tijdens Parkeermodus, zoals een onderbrekingsvrije voedingskabel van Mio Smart Box, die afzonderlijk wordt verkocht. Raadpleeg de meegeleverde documentatie voor meer informatie over het gebruik van de Mio Smart Box. Parkeerstand is standaard uitgeschakeld. U moet de functie inschakelen via het > > > > .
instructies op het scherm om video’s te bekijken het continu opnemen te hervatten. De parkeeropnamen kunt u terugvinden in de categorie “Parkeren” voor bestandsweergave. Cameramodus Met de dashboardcamera kunt u ook fotograferen. l l Als de opname bezig is, drukt u op om een foto te maken. Deze functie is niet beschikbaar wanneer de achtercamera is aangesloten. Tik op > > . U kunt de foto’s vinden in de categorie “Foto” voor weergave. Weergavemodus Een video of foto selecteren voor het afspelen: 1.
l Tik op om het bestand te verplaatsen naar de categorie “Gebeurtenis”. Het "D"-pictogram dat wordt weergegeven naast het bestand op de afspeellijst, geeft aan dat de video is voorzien van een overeenkomende video achteraan. In dit geval kunt u schakelen tussen de video's voor/achter door op het weergavescherm te tikken op . l Opmerking: De videobestanden die zijn opgenomen door de voor- en achtercamera’s, worden apart opgeslagen in de overeenstemmende mappen van de geheugenkaart.
17
Wanneer een flits camera verschijnt en in de detecteerbare richting wordt geplaatst, ontvangt u waarschuwingen. Het scherm toont een visuele waarschuwing en u hoort ook geluidswaarschuwingen. Als de instelling voor waarschuwingsgeluiden is ingesteld op Piep: l l l Als uw auto in de buurt van een flitscamera komt, hoort u een normale piepwaarschuwing.
Gegevens over safety cams bijwerken MiTAC garandeert niet dat gegevens over alle soorten en locaties van safety cams beschikbaar zijn, omdat camera's verwijderd of verplaatst kunnen worden en nieuwe camera's worden geïnstalleerd. MiTAC kan u af en toe updates aanbieden van gegevens over safety cams. Bezoek de Mio-website voor beschikbare downloads en volg de instructies om het bijwerken te voltooien.
Volg de onderstaande stappen om de draadlozeverbinding tussen de dashboardcamera en uw smartphone te maken: 1. Schakel de draadloze functie van de smartphone in. 2. Open de MiVue Pro-app op uw smartphone en volg de instructies op het scherm om de verbinding tot stand te brengen. l Wanneer u de volgende keer uw telefoon gebruikt om te verbinden met de dashboardcamera, wordt u niet meer gevraagd het wachtwoord opnieuw in te voeren tenzij u uw telefoon reset naar de fabriek standaardinstellingen.
handmatig inschakelen door te tikken op > > > . Volg de stappen voor het koppelen van de dashboardcamera met een smartphone die Bluetooth 4.0 of hoger ondersteunt. 1. Schakel de Bluetooth-functie van de smartphone in. 2. Open de MiVue Pro-app op uw smartphone en volg de instructies op het scherm om het koppelen te starten. 3. Wanneer het koppelen is uitgevoerd, staat uw dahsboardcamera klaar voor het ontvangen en weergeven van de meldingen van de smartphone.
1. Rij het voertuig naar het midden van de rijbaan. 2. Vraag aan een passagier om de optie te selecteren en volg dan de instructies op het scherm op om de calibratie te voltooien. Pas het toestel aan door de rode lijn te richten op de horizon en de groene lijn op het midden van de rijbaan. Richt de blauwe lijn op de motorkap. Opmerking: U wordt geadviseerd het systeem constant te calibreren om op het juiste moment gewaarschuwd te worden.
voor u optrekt na langer dan 10 seconden te hebben stilgestaan. De standaardinstelling is Uit. Instellingen Hiermee kunt u de systeeminstellingen van het apparaat wijzigen. Zie "Systeeminstellingen" voor meer informatie. Systeeminstellingen Druk op > om de systeeminstellingen aan te passen. Opmerking: Sommige instelopties zijn misschien niet beschikbaar, dit hangt af van uw MiVue model. Flitser l l l l l l Alarm: Selecteer Piep, Spraak of Geluid dempen.
Parkeerstand l l l l l Detectie: Indien de dashboardcamera is ingeschakeld, zal deze de opname automatisch starten bij detectie van bewegingen of als er zich een voorval voordoet in de Parkeerstand. Detectiemethode: Selecteer Alleen g-sensor, Alleen beweging of Zowel beweging als g-sensor. Automatische invoer: Stelt de modus in (Laag, Middel, Hoog of Handmatig) voor het systeem in om de Parkeermodus automatisch op te roepen. Bewegingsdetectie: Selecteer Laag, Middel of Hoog. G-sensorgevoel.
l Tekststempel: Geeft de aangepaste informatie weer op de opgenomen video. Systeem l l l l l l l l l Satellieten: Toont de status van de GPS/GLONASS-signaalontvangst. U kunt als dat nodig is op drukken en GPS of GLONASS selecteren voor een betere signaalontvangst. Datum/tijd: Stelt de systeemdatum en -tijd in. Raadpleeg het hoofdstuk "De datum en tijd instellen" voor meer informatie. Systeemgeluid: Schakelt de geluiden bij systeemmeldingen in of uit.
MiVue Manager MiVue Manager™ is een hulpmiddel waarmee u de video's bekijkt die zijn opgenomen op een MiVue dashboardcamera. Opmerking: Niet alle mogelijkheden zijn beschikbaar op elk model. MiVue Manager installeren Download MiVue Manager van de klantenservicepagina van Mio-website (www.mio. com/support) en volg de prompts op het scherm om het te installeren. Zorg dat u de juiste softwareversie (Windows of Mac) downloadt volgens het besturingssysteem van uw computer. De opgenomen bestanden afspelen 1.
4. De afspeelknoppen zijn de volgende: 1 2 3 4 5 6 7 1 Naar vorige/volgende bestand in de lijst. 2 Start of pauzeert de weergave. 3 Verandert afspeelsnelheid in 1/4x, 1/2x, 1x (default), 1,5x of 2x. 4 Dempt het geluid en maakt het weer hoorbaar. 5 Stelt de geluidssterkte in. 6 Speelt de video op het volledige scherm. 7 Toont de voortgang van het afspelen. U kunt op een punt in de balk klikken om direct naar een ander afspeelpunt te gaan. 5.
1 Selecteert de map die de opgenomen bestanden heeft opgeslagen. 2 Vertoont en druk het huidige videobeeld af. 3 Slaat de geselecteerde bestanden in de aangewezen locatie van uw computer op. 4 Legt het huidige videobeeld vast en slaat het op in de aangewezen locatie van uw computer. 5 Opent het instellingenmenu. Het menu Instellingen is als volgt: l Taal wijzigen: Stelt de taal in waarmee MiVue Manager zich presenteert. l Skin veranderen: Stelt het kleurschema van MiVue Manager in.
Voor meer informatie Uw apparaat verzorgen Een goed onderhoud van uw apparaat garandeert een foutloze werking en vermindert het risico op schade. l Houd het apparaat uit de buurt van overmatig vocht en extreme temperaturen. l Vermijd blootstelling van het apparaat aan direct zonlicht of sterk ultraviolet licht gedurende langere perioden. l Plaats niets bovenop het apparaat en laat geen objecten op het apparaat vallen. l Laat het apparaat niet vallen en stel het niet bloot aan heftige schokken.
l zichtbaar achterlaten in een onbeheerd voertuig. Oververhitting kan het apparaat beschadigen. Veiligheidsmaatregelen Over het laden l l Gebruik alleen de lader die bij uw apparaat is geleverd. Het gebruik van een andere lader zal leiden tot een defect en/of gevaar. Dit product is bedoeld voor gebruik in combinatie met een IN DE LIJST OPGENOMEN voeding gemarkeerd met "LPS", "Beperkte voedingsbron" en met een nominaal uitgangsvermogen van + 5 V dc / 1,0 A (MiVue 785) of 2,0 A (MiVue 766/786/788).
niet demonteren, samenpersen, doorprikken of in vuur of water gooien. l Gebruik een aanbevolen batterij in het apparaat. l Belangrijke instructies (alleen voor onderhoudspersoneel) l l Opgelet: Explosiegevaar als de batterij wordt vervangen door een onjuist type. Gooi de gebruikte batterijen weg volgens de instructies. Alleen vervangen door hetzelfde of een equivalent type dat is aanbevolen door de fabrikant. l De batterij moet op een juiste wijze worden gerecycled of weggegooid.
Producten met het CE-keurmerk voldoen aan de richtlijn inzake radioapparatuur (RED) (2014/53/EU) - uitgegeven door de Commissie van de Europese Gemeenschap.