GEBRUIKERSHANDLEIDING
3300 ICP - 7.
Inhoudsopgave 1 OVER DE TELEFOON De 5220 IP-telefoon in externe modus gebruiken Functietoegangscodes Voor gebruikers van resilient 3300 ICP-systemen TIPS TER VERHOGING VAN UW GEMAK EN VEILIGHEID Klem de hoorn niet tussen uw hoofd en schouders! Bescherm uw oren De weergavehoek wijzigen 3 3 4 4 4 4 5 6 DE TELEFOON AANPASSEN Belsignaal regelen Volumeregelknoppen handset Volumeregeling luidspreker Contrastregeling van de display Functietoetsen Taal wijzigen GESPREKKEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN Een gesprek pla
16 GESPREKKEN AFHANDELEN Wacht Doorschakelen Conferentie Conferentie splitsen Gesprek dat in de wacht staat toevoegen Wisselen Gesprekdoorschakeling Gesprekdoorschakeling: op afstand Gesprekdoorschakeling: keten beëindigen Gesprekdoorschakeling: gedwongen Gesprekdoorschakeling: negeren Berichten: adviestekst Berichten: terugbellen GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN Accountcodes Terugbellen Wachtstand - Extern ophalen In wacht Gesprek opnemen Achter Niet storen Negeren Paging Directe oproepen Herinnering Hoofd
DE LIJNINTERFACEMODULE GEBRUIKEN Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de toets Analoog Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de Overnamemodus -iii- 43 44 45
OVER DE TELEFOON De MITEL NETWORKS 5220IP -telefoon beschikt over tien toetsen met vaste functies ( Superkey, Doorz./Conf., Kies opn., Bericht, Wachten, Annuleren, Luidspreker, Microfoon, , ), drie softkeys en 14 persoonlijke toetsen met ingebouwde statusindicatoren. De persoonlijke toets rechtsonder is altijd uw hoofdlijn; de overige persoonlijke toetsen kunt u programmeren als functie- of lijnweergavetoets of als toets voor verkort kiezen.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
BELANGRIJK VOOR GEBRUIKERS VAN HOOFDTELEFOONS: Hoofdtelefoons van Mitel Networks met functieschakelaar moeten worden aangesloten op de daarvoor bestemde hoofdtelefoonaansluiting (de aansluiting het dichtste bij de voorkant van het apparaat). Door installatie wordt de microfoon van de hoorn uitgeschakeld. Wanneer u de hoofdtelefoon loskoppelt bij de aansluiting of de snelle-ontkoppelingsstekker, wordt de hoofdtelefoon weer ingeschakeld.
Voor gebruikers van resilient 3300 ICP-systemen Als u gedurende een gesprek twee pieptonen hoort die om de 20 seconden worden herhaald, betekent dit dat de telefoon wordt overgeschakeld naar een secundair 3300 ICP-systeem. U kunt het gesprek voortzetten; sommige toetsen en functies op uw telefoon werken nu anders. De telefoon werkt weer normaal nadat deze weer is overgeschakeld naar het primaire systeem.
De weergavehoek wijzigen U kunt de telefoon kantelen met de ingebouwde standaard, zodat u een beter zicht heeft op de toetsen. De telefoon kantelen voor een beter zicht: 1. Druk op de ontgrendelingsnokjes aan de zijkanten van de standaard. 2. Draai de twee voorste haken en schuif de twee achterste haken van de standaard in de bovenste of onderste uitsparingen aan de achterzijde van de telefoon.
DE TELEFOON AANPASSEN Belsignaal regelen Het volume van het belsignaal aanpassen wanneer de telefoon overgaat: z Druk op of . De beltoon aanpassen wanneer de telefoon niet actief is: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Druk Druk Druk Druk Druk Druk op op op op op op Superkey. de softkey Nee tot "Beltoon?" verschijnt. de softkey Ja. de softkey Ja. of . Superkey. Volumeregelknoppen handset Het volume van de handset aanpassen wanneer u de handset gebruikt: z Druk op of .
Functietoetsen Met de Superkey op uw telefoon en met het bureaubladprogramma kunt u persoonlijke toetsen programmeren. Het bureaubladprogramma is een browserinterface waarin u snel en eenvoudig toetsen kunt programmeren. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie over het bureaubladprogramma. Informatie over een toets weergeven: 1. Druk op Superkey. 2. Druk op een persoonlijke toets of op Kies opn. 3. Druk op Superkey. Een persoonlijke toets opnieuw programmeren: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
GESPREKKEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN Een gesprek plaatsen 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op een lijnweergavetoets als u geen hoofdlijn wilt gebruiken. 3. Kies het gewenste nummer, - OF Druk op een toets voor verkort kiezen. - OF Druk op Kies opn. Een oproep beantwoorden z Neem de hoorn van de haak. - OF Druk op de knipperende lijnweergavetoets en neem de hoorn van de haak.
Noodoproepen Waarschuwing voor het bellen van alarmnummers: Vraag de plaatselijke overheden naar alarmnummers en de beschikbaarheid van 112 of vergelijkbare diensten in uw regio. Alarmnummers kunnen op twee manieren worden gebeld, afhankelijk van de programmering van de 3300 ICP: z z Routering van noodoproepen NIET geprogrammeerd Routering van noodoproepen WEL geprogrammeerd Voorzichtig: Vraag de systeembeheerder hoe u alarmnummers kunt bellen.
Wanneer er geen IP-verbinding kan worden gemaakt, belt u een alarmnummer als volgt via de LIM-lijn: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op de geprogrammeerde LIM-toets. Op het toestel verschijnt de mededeling IP FAIL: ANALOG CALL. 3. Kies het lokale alarmnummer. ALARMNUMMER BELLEN WANNEER ROUTERING VAN NOODOPROEPEN WEL IS GEPROGRAMMEERD Opmerking: Deze procedure geldt als aanvulling op de methoden die hiervoor zijn beschreven.
Telefoonboek Voor elke letter in de naam drukt u op de betreffende toets op het toetsenblok totdat de letter wordt weergegeven. Als u bijvoorbeeld de C nodig heeft, drukt u driemaal op het cijfer 2. Als u een fout maakt, corrigeert u deze met de softkey . Als de volgende letter van de naam bij dezelfde toets hoort als de voorgaande letter, drukt u op de softkey voordat u verdergaat. Gebruik zonodig de softkey om een spatie in te voegen tussen de voor- en achternaam. Het telefoonboek gebruiken: 1. 2. 3. 4.
Snelgesprektoetsen U kunt toetsen voor verkort kiezen gebruiken om een gesprek te plaatsen of om tijdens een gesprek een reeks cijfers te verzenden (druk bijvoorbeeld tijdens een gesprek op een toets Verkort kiezen om een wachtwoord van meerdere cijfers te verzenden). Een opgeslagen nummer voor verkort kiezen kiezen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op een toets voor verkort kiezen. Een nummer voor verkort kiezen opslaan: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Pers.
Verkort kiezen: persoonlijk U kiest als volgt een opgeslagen privé-nummer voor verkort kiezen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies *58. 3. Voer een indexnummer in tussen 00 en 09. U slaat als volgt een privé-nummer voor verkort kiezen op: 1. 2. 3. 4. Neem de hoorn van de haak. Kies *67. Voer een indexnummer in tussen 00 en 09.
Handsfree-functie Met de handsfree-functie gesprekken tot stand brengen: 1. Druk op een lijnweergavetoets als u geen hoofdlijn wilt gebruiken. 2. Kies het gewenste nummer. 3. Communiceer via de luidspreker en de microfoon. Met de handsfree-functie gesprekken beantwoorden: 1. Druk op de knipperende lijntoets. 2. Communiceer via de luidspreker en de microfoon. Ophangen tijdens het gebruik van de handsfree-functie: z Druk op Luidspreker.
Automatisch beantwoorden Automatisch antwoorden in- of uitschakelen: 1. Druk op Superkey. 2. Druk op de softkey Nee totdat "AutoBeantw.?" verschijnt. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de toets ZetAan om de functie Automatisch beantwoorden in te schakelen. Druk op de toets ZetUit om de functie Automatisch beantwoorden uit te schakelen. Een gesprek beantwoorden wanneer u de terugbeltoon hoort: z Communiceer via de luidspreker en de microfoon.
GESPREKKEN AFHANDELEN Wacht Een gesprek in de wacht zetten: z Druk op Wachten. Een gesprek uit de wacht halen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op de knipperende lijntoets. Een gesprek uit de wacht opnemen op een ander station: z Druk op de knipperende lijntoets. - OF Kies **1 en het nummer van het station waarop het gesprek in de wacht is gezet. Doorschakelen Een actief gesprek doorschakelen: 1. Druk op Doorz./Conf. 2. Kies het nummer van de derde partij. 3.
Conferentie Een conferentie tot stand brengen als er al twee personen met elkaar in gesprek zijn, of een andere partij toevoegen aan een bestaande conferentie: 1. 2. 3. 4. Druk op Doorz./Conf. Kies het nummer van de volgende persoon. Wacht op een antwoord. Druk op Doorz./Conf. Een telefonische conferentie verlaten: z Hang op. Conferentie splitsen Een conferentie splitsen en een privé-gesprek voeren met de oorspronkelijke persoon: z Druk op de softkey Splits.
Wisselen U belt als volgt een andere persoon wanneer u zich bevindt in een gesprek waarbij twee partijen zijn betrokken: 1. Druk op Doorz./Conf. 2. Kies het gewenste nummer. U wisselt als volgt tussen de twee personen: z Druk op de softkey Wissel.
Gesprekdoorschakeling Hiermee kunt u inkomende gesprekken doorschakelen naar een ander nummer. Bij Altijd worden alle binnenkomende gesprekken altijd doorgestuurd, ongeacht de status van uw telefoon. Bij Int-Bez worden interne gesprekken doorgeschakeld als de telefoon bezet is en bij Ext-Bez worden externe gesprekken doorgestuurd als de telefoon bezet is.
U schakelt Gesprekdoorschakeling als volgt in of uit (wanneer de functie is ingeprogrammeerd): 1. 2. 3. 4. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Druk op de softkey Volgende totdat het type gesprekdoorschakeling wordt weergegeven. 5. Druk op de softkey Herzien. 6. Druk op de softkey Wijzig 7. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de toets ZetAan om de functie Gesprekdoorschakeling in te schakelen.
Gesprekdoorschakeling: op afstand Gesprekken van een station op afstand doorsturen naar uw huidige locatie: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Druk op de softkey Volgende totdat "Ik ben hier" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Kies het extensienummer van het station op afstand. Druk op de softkey Opslaan. Gesprekdoorschakeling annuleren: op afstand vanaf het station waarop dit is ingesteld: 1. 2. 3. 4.
Gesprekdoorschakeling: keten beëindigen Gesprekken niet meer laten doorsturen door het nummer van de doelextensie: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies 64. 3. Hang op. Als u gesprekken weer wilt kunnen laten doorschakelen door het nummer van de doelextensie: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies **73. 3. Hang op. Gesprekdoorschakeling: gedwongen U zorgt er als volgt voor dat een binnenkomend gesprek hoe dan ook wordt doorgestuurd: z Druk op de softkey Omleid.
Berichten: adviestekst Berichten: adviestekst inschakelen: 1. 2. 3. 4. 5. Druk Druk Druk Druk Druk op op op op op Superkey. de softkey Nee totdat "Gepr. Berichten" verschijnt. de softkey Ja. de softkey Volgende tot het gewenste bericht verschijnt. de softkey ZetAan. Berichten: adviestekst uitschakelen: 1. 2. 3. 4. Druk Druk Druk Druk op op op op Superkey. de softkey Nee totdat "Gepr. Berichten" verschijnt. de softkey Ja. de softkey ZetUit.
Berichten: terugbellen Een indicatie dat een bericht wacht achterlaten op een telefoon wanneer u de ingesprektoon of terugbeltoon hoort: z Druk op Bericht. Reageren op een indicatie dat een bericht wacht op uw telefoon: 1. Druk op Bericht. 2. Als u een wachtwoord moet invoeren, voert u uw wachtwoord in en drukt u op de softkey Invoer. 3. Druk op de softkey Ja. 4.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen (maximaal 7 cijfers, geen 0): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Nieuw Wachtw?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u een nieuw wachtwoord wilt invoeren, voert u een nieuw wachtwoord in. Als u het wachtwoord wilt wijzigen of wissen, voert u het huidige wachtwoord in. Druk op de softkey Invoer.
GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN Accountcodes U gebruikt als volgt geforceerde accountcodes: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies de cijfers van de accountcode. 3. Druk op #. U voert als volgt een accountcode in tijdens een gesprek: 1. 2. 3. 4. 5. Druk op Superkey. Druk op de softkey Ja. Kies de cijfers van de accountcode. Druk op de softkey Opslaan. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de softkey Ja voor een gecontroleerde accountcode.
Wachtstand - Extern ophalen U kunt als volgt een gesprek ophalen dat in de wachtstand is gezet door de telefonist: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies *23. 3. Kies de console-ID en het nummer van de locatie waar het gesprek in de wacht is gezet.
In wacht Met de functie In wacht kunt u een gesprek in de wacht zetten. Vervolgens kunt u of iemand anders het gesprek uit de wacht halen vanaf elk toestel in het systeem. Nadat een gesprek in de wacht is gezet, kunt u automatisch worden verbonden met een oproepsysteem zodat u de gewenste persoon kunt informeren over het gesprek. U kunt als volgt een actief gesprek in de wacht zetten: 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de functietoets In wacht (moet zijn geprogrammeerd). Druk op DS.
U kunt als volgt een gesprek uit de wacht ophalen: 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies *8#. Druk op de functietoets Uit wacht (moet zijn geprogrammeerd). 2. Kies het nummer van de telefoonlijst waarbij het gesprek in de wacht staat (niet nodig als het nummer is geprogrammeerd onder de functietoets In wacht ). 3. Als er onder het nummer meerdere gesprekken in de wacht staan, kiest u het tweecijferige indexnummer om een specifiek gesprek op te halen.
Niet storen U schakelt de functie Niet storen als volgt in of uit: z Druk op de functietoets Niet storen. Niet storen uitschakelen vanaf een station op afstand: 1. Neem de hoorn op. 2. Kies **5. 3. Kies het nummer van het station waarvoor u Niet storen wilt inschakelen. 4. Hang op. Niet storen uitschakelen vanaf een station op afstand: 1. 2. 3. 4. Neem de hoorn op. Kies ##5. Kies het nummer van het station waarop Niet storen is ingeschakeld. Hang op.
Directe oproepen Met Directe paging kunt u een persoon pagen via de luidspreker van de telefoon. Als bij de opgeroepen persoon de functie Aankondiging via luidspreker is ingeschakeld, is de oproep hoorbaar, ook wanneer die persoon een gesprek voert via de hoorn of de hoofdtelefoon. Iemand pagen: 1. 2. 3. 4. Neem de hoorn van de haak. Druk op de functietoets Directe oproep. Kies het extensienummer. Spreek met de gekozen persoon nadat u de toon hoort.
Herinnering U programmeert als volgt een herinnering: 1. 2. 3. 4. 5. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Herinnering?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Voer de tijd in in een 24-uursnotatie. Druk op de softkey Opslaan. U kunt als volgt een ingestelde herinnering weergeven, wijzigen en/of annuleren: 1. 2. 3. 4. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Herinnering?" verschijnt. Druk op de softkey Ja.
Hoofdtelefoon (met functieschakelaar) BELANGRIJKE OPMERKING: Hoofdtelefoons van Mitel Networks met functieschakelaar moeten worden aangesloten op de daarvoor bestemde hoofdtelefoonaansluiting (de aansluiting het dichtste bij de voorkant van het apparaat). Door installatie wordt de microfoon van de hoorn uitgeschakeld. Wanneer u de hoofdtelefoon loskoppelt bij de aansluiting of de snelleontkoppelingsstekker, wordt de hoofdtelefoon weer ingeschakeld.
Muziek Muziek in- en uitschakelen wanneer de telefoon niet actief is: 1. Druk op Superkey. 2. Druk op de softkey Nee totdat "Muziek?" verschijnt. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de softkey ZetAan om de muziek in te schakelen. Druk op de softkey ZetUit om de muziek uit te schakelen. 4. Druk op Superkey. Groepsoproep / Meet Me beantw Met Groep-paging kunt u een groep telefoons oproepen via de ingebouwde luidsprekers.
Trunk Flash Met de functie Trunk Flash heeft u toegang tot de Centrex-functies (voorzover beschikbaar) als u een extern gesprek voert. U voert als volgt een flash van de lijn uit wanneer u een extern gesprek voert: 1. 2. 3. 4. Druk op Doorz./Conf. Kies *57 voor één flash of *56 voor een dubbele flash. Wacht op de kiestoon. Kies de toegangscode voor de Centrex-functie.
Een gesprek opnemen Met deze functie kunt u telefoongesprekken opnemen via het voicemailsysteem. Opmerking: in sommige rechtsgebieden bent u wettelijk verplicht om de andere partij op de hoogte te brengen van het feit dat u een gesprek opneemt. Neem contact op met de systeembeheerder voor specifieke instructies. De opname starten tijdens een gesprek met twee partijen: z Druk op de toets Gesprek opnemen.
Een opname beluisteren: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Open de voicemailbox. 3. Volg de aanwijzingen om de opname te zoeken.
Hot Desking Via Hot Desking kunt u een flexibele aanmelding bij het telefoonsysteem uitvoeren. U kunt zich dan aanmelden vanaf elke telefoon die als Hot Desk is ingesteld. U krijgt een toestelnummer voor Hot Desking toegewezen waarmee u zich bij een telefoon kunt aanmelden. Uw snelgespreknummers, functietoetsen, doorschakelingsinstellingen, lijnweergaven en taalvoorkeur voor de display zijn dan automatisch op de telefoon beschikbaar.
Externe afmelding voor Hot Desking Als een gebruiker vergeten is zich af te melden bij een Hot Desk, kan deze worden afgemeld vanaf elke telefoon die ondersteuning biedt voor een externe afmelding voor Hot Desking. Een externe afmelding bij een telefoon voor Hot Desking uitvoeren: 1. Kies 111. 2. Kies het toestelnummer voor Hot Desking dat u wilt afmelden.
Gesprek van label voorzien Met de functie Gesprek van label voorzien kunt u aangeven dat u het slachtoffer bent van een gesprek met een bedreigend of kwaadwillig persoon. Met dit label kan uw systeembeheerder of telefoonmaatschappij de oorsprong van het gesprek achterhalen en deze informatie doorspelen aan het betreffende personeel of de autoriteiten. VOORZICHTIG: Wanneer een gesprek met een niet-kwaadwillig persoon van een label wordt voorzien, kunnen boetes of andere straffen worden opgelegd.
Gesprekshistorie Met Gesprekshistorie kunt u de namen (indien beschikbaar) en de telefoonnummers bijhouden van gemiste gesprekken, uitgaande beantwoorde gesprekken en externe uitgaande gesprekken. Als de functie eenmaal op uw telefoon is ingeschakeld door de systeembeheerder, werkt Gesprekshistorie automatisch. U kunt als volgt de gesprekshistorie weergeven en gespreksgegevens bekijken: 1. Druk op de functietoets Gesprekshistorie.
U kunt als volgt een gesprek beantwoorden: 1. Kies het gesprek dat u wilt beantwoorden. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Als het een intern gesprek betreft en de naam van de beller bekend is, drukt u op de functietoets Bel. Bij onbekende nummers wordt de functietoets Bel niet weergegeven.
DE LIJNINTERFACEMODULE GEBRUIKEN De 5220 IP-telefoon biedt ondersteuning voor de Mitel-lijninterfacemodule (LIM). Met de lijninterfacemodule kunt u oproepen plaatsen en ontvangen via een analoge lijn (LIM-lijn) die op de telefoon is aangesloten. De lijninterfacemodule werkt in een van de twee volgende modi, afhankelijk van de modus die door de systeembeheerder is ingesteld: z z LIM-modus: Op de telefoon kunt u altijd de LIM-lijn gebruiken.
Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de toets Analoog U plaatst als volgt een gesprek via de analoge lijn: 1. Lift the handset. 2. Druk op de toets die als LIM-toets is geprogrammeerd. ANALOG CALL wordt weergegeven. 3. Kies het gewenste nummer. Opmerking: Wanneer u via de analoge lijn een extern gesprek plaatst, hoeft u geen prefix voor het nummer te kiezen.
U zet als volgt het huidige gesprek in de wacht om een inkomende analoge oproep te beantwoorden: z Druk op de gemarkeerde LIM-toets. U kunt als volgt schakelen tussen het huidige gesprek en het gesprek in de wacht wanneer voor een van de gesprekken de analoge lijn wordt gebruikt: z z Als u voor het huidige gesprek de analoge lijn gebruikt, drukt u op de knipperende lijntoets van het gesprek in de wacht. Het analoge gesprek wordt automatisch in de wacht gezet.
TM, ® Handelsmerk van Mitel Networks Corporation. © Copyright 2006, Mitel Networks Corporation. Alle rechten voorbehouden.