Installation manual
43
6. Elektrischeaansluitingen
7. Proefdraaien
7.1. Voordatugaatproefdraaien
►
Controleer nadat u de binnen-en buitenapparaten, inclusief pijpen en be-
drading, volledig heeft geïnstalleerdhet geheel op lekken van koelstof,
losseelektrischecontacteninvoedingofbesturingsbedradingenpolariteit
encontroleerofergeenverbrekingvaneenfaseindevoedingis.
► Controleer met behulp van een megohmmeter van 500 volt of deweer-
stand tussen denetspanningsaansluitpunten ende aarde minimaal 1,0
M
W
bedraagt.
► Voerdezetestnietuitopdeaansluitpuntenvandebesturingsbedrading
(laagspanningscircuit).
Waarschuwing:
Umagdeairconditionernietgebruikenalsdeisolatieweerstandminderdan
1,0M
W
bedraagt.
Isolatieweerstand
Na de installatie of nadat de voeding van het apparaat langere tijd is uitgescha
-
keld, daalt de isolatieweerstand tot onder 1 M
W door de ophoping van koelstof in
de compressor. Dit is geen storing. Volg de onderstaande procedures.
1. Haal de bedrading van de compressor los en meet vervolgens de isolatieweer
-
stand van de compressor.
2. Als de isolatieweerstand lager is dan 1 M
W, is de compressor defect of is de
weerstand gedaald door de ophoping van koelstof in de compressor.
3. Sluit de bedrading van de compressor weer aan en schakel de voeding in. De
compressor zal nu beginnen met warmdraaien. Meet de isolatieweerstand op
-
nieuw nadat de voeding gedurende de hieronder aangegeven periode is inge
-
schakeld.
•
De isolatieweerstand daalt door de ophoping van koelstof in de compressor. De weer-
stand stijgt tot boven 1 M
W
nadat de compressor 4 uur heeft warmgedraaid.
(De tijd die de compressor nodig heeft om warm te draaien varieert afhanke-
lijk van de atmosferische omstandigheden en de ophoping van koelstof.)
• Bij ophoping van koelstof in de compressor moet deze voor gebruik ten min
-
ste 12 uur warmdraaien om storingen te voorkomen.
4. Als de isolatieweerstand stijgt tot boven 1 M
W, is de compressor niet defect.
Voorzichtig:
• Decompressorwerktuitsluitendalsdefase-aansluitingvandenetspan
-
ning correct is.
• Zetdenetspanningschakelaarruim12uurvoordatudeairconditioner
gaatgebruikenaan.
-
Als u het apparaat meteen nadat u de netschakelaar heeft omgedraaid aanzet,
kunnen de interne onderdelen ernstig beschadigd worden. Gedurende het seizoen
waarin u het apparaat gebruikt, moet u de netschakelaar altijd aan laten staan.
► Controleerookhetvolgende.
• Het buitenapparaat is niet defect. LED1 en LED2 op het bedieningspaneel van
het buitenapparaat knipperen als het apparaat defect is.
• Zowel de gas- als vloeistofafsluitkraan staan volledig open.
• Het DIP-schakelaarpaneel op het bedieningspaneel van het buitenapparaat is
voorzien van een beschermplaatje. Verwijder het beschermplaatje om de DIP-
schakelaars eenvoudig te kunnen bedienen.
Waarschuwing:
BijhetaansluitenvanA-controldientuerrekeningmeetehoudendatereenhogespanningopaansluitingS3staat.Ditkomtdoorhetontwerpvanhetelektrischecircuit,datgeenelek-
trischescheidingkenttussendeleidingvandekrachtstroomendeleidingvanhetcommunicatiesignaal.Zetdaaromdehoofdschakelaaruitalsuonderhoudwiltuitvoeren.Enraakde
aansluitingenS1,S2enS3nietaanbijingeschakeldespanning.Alsutussenhetbinnen-enbuitenapparaateenscheiderwilttoepassen,gebruikdaneenscheidervanhet3-poligetype.
AANSLUITGEGEVENSVOOR220-240V50Hz
(AANSLUITKABELBINNEN-BUITEN)
Doorsnede kabel
Aderdoorsnede (mm
2
)
Aantal aders Polariteit L (m)*6
Rond
2,5 3
Rechtsom : S1-S2-S3
* Let op geel-groen-gestreepte ader
(30)
*2
Vlak
2,5 3
Niet van toepassing
(Omdat de middelste ader geen afscherming heeft)
Niet van toepassing
*5
Vlak
1,5 4
Van links naar rechts : S1-Open-S2-S3
(18)
*3
Rond
2,5 4
Rechtsom : S1-S2-S3-Open
* Sluit S1 en S3 aan op tegenoverliggende aders
(30)
*4
*1 : De voedingskabels van de apparatuur mogen niet dunner zijn dan volgens ont-
werp 60245 IEC of 227 IEC.
*2 : Bij kabel met geel-groene ader.
*3 : Bij aansluiting volgens normale polariteit (S1-S2-S3) bedraagt de aderdiameter
1,5 mm
2
.
*4 : Bij aansluiting volgens normale polariteit (S1-S2-S3).
*5 : Indien de vlakkabels volgens de afbeelding zijn aangesloten, mogen ze 30 m
lang zijn.
*6 : De genoemde kabellengte is een richtwaarde.
Deze kan afwijken, afhankelijk van de installatieomstandigheden, materiaal
-
vochtigheid, enz.
(3 aders: dubbele vlakkabel)
Zorg ervoor dat de verbindende kabels voor het binnen-buitenapparaat altijd direct met de eenheden verbonden zijn (geen tussentijdse verbindingen).
Tussentijdse verbindingen kunnen leiden tot communicatiefouten in geval van water in de kabels en onvoldoende isolatie met de grond veroorzaken of tot een slecht
elektrisch contact bij het tussentijdse verbindingspunt.
(Als een tussentijdse verbinding noodzakelijk is, neem dan maatregelen ter voorkoming van het binnendringen van water in de kabels.)
BG79U791K01_nl.indd 43 9/18/2007 10:04:53 AM










