Operation Manual
8
AANSLUITINGEN
OVERIGEN
KENMERKEN
VOORBEREIDINGEN
OPLOSSEN
VAN STORINGEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
INHOUD
11
11
1 USB-AANSLUITING
Gebruikt voor het aansluiten van de USB-kabel.
Zie blz. 9.
22
22
2 DIP-SCHAKELAARS
Gebruikt om diverse functies van dit toestel in te stellen.
Zie blz. 10.
ZIJ- EN ACHTERPANEEL
KENMERKEN EN FUNCTIES
AC LINE
4
2
1
3
3
(LINKERZIJDE)
(ACHTERZIJDE)
A. B. C.
INSTALLEREN VAN DE PAPIEROPVANG
Haak de papieropvang vast met de nokjes. Installeer de papieropvang niet wanneer u het afdrukpapier van
13x18(5x7”) of 15x23(6x9”) gebruikt.
Gaten voor papierformaat 10 x 15
(Papierbreedte 152 mm)
33
33
3 TRANSPORTHANDVAT
Neem het toestel bij dit handvat en vooraan bij de
onderkant vast wanneer u het verplaatst.
44
44
4 NETAANSLUITING (AC LINE)
Sluit het bijgeleverde netsnoer op deze aansluiting aan.
Zorg ervoor, dat het netsnoer goed wordt aangesloten.










