Operation Manual

18
VERHELPEN VAN PROBLEMEN
Neem de volgende items door alvorens om hulp te vragen.
DE APPARATUUR WERKT HELEMAAL NIET
Is de stroomschakelaar van de
voeding uitgeschakeld?
Is er een stroomstoring of zijn
de stoppen doorgeslagen?
Is de aardlekschakelaar
geactiveerd?
Gevaarlijk. Schakel onmiddelijk
de voedingschakelaar uit
en neem contact op met uw
leverancier.
Schijnt er zonlicht of
een ander fel licht op de
ontvangsteenheid?
(draadloze apparatuur)
ON
OFF
Is het luchtfilter
verstopt?
Staan de lamellen
horizontaal (tijdens het
verwarmen)?
Als de lamellen
horizontaal
staan
bereikt de
luchtstroom
mogelijk niet
de vloer.
Worden de lucht in- en
uitvoerroosters door
iets geblokkeerd?
Komt het zonlicht
direct de kamer
binnen?
• Bevinden zich
misschien
onopgemerkte
warmtebronnen in
de kamer?
• Bevinden zich te
veel mensen in de
kamer?
Is de apparatuur bezig
met het van te voren
opwarmen?
Zie pagina 18
EEN SLECHTE KOELING OF VERWARMING SLECHTE KOELING
Als de airconditioner na de bovenstaande zaken te hebben gecontroleerd nog steeds niet juist functioneert, dient u het gebruik direct te
staken en contact op te nemen met uw leverancier.
• Als de stoppen en aardlekschakelaar vaak doorslaan. Als er water druppelt bij het koelen/ontvochtigen. • Als het lawaai tijdens het functioneren abnormaal is.
• Indien het controleindicatielicht knippert.
De onderstaande fenomenen zijn geen storingen.
ER WORDT GEEN LUCHT UITGEBLAZEN TIJDENS HET VERWARMEN
Het klinkt alsof er water loopt
uit het airconditioningsysteem.
Een ritselend of gorgelend geluid kan worden waargenomen als het apparaat wordt ingeschakeld, als de compressor
wordt geactiveerd/gedeactiveerd tijdens het gebruik of als het apparaat wordt uitgeschakeld. Dit zijn geluiden die worden
veroorzaakt door de koelvloeistof die door het systeem stroomt.
De ritselende of gorgelende
geluiden kunnen
worden waargenomen
bij uitgeschakelde
binnenapparatuur.
Deze geluiden kunnen worden waargenomen als het airconditioningsysteem automatisch wordt bediend.
VERHELPEN VAN PROBLEMEN
De onderstaande fenomenen zijn geen storingen.
De lucht uit het binnenapparaat
stinkt.
De lucht van de binnenapparatuur kan stinken als de rook van sigaretten, cosmetica en/of meubels het
airconditioningsysteem hebben verzadigd.
Er komt witte stoom vrij uit de
binnenapparatuur tijdens het
gebruik.
Witte stoom kan tijdens het gebruik worden uitgestoten als het systeem wordt gebruikt op plaatsen waar veel gebruik
wordt gemaakt van olie en vet, zoals bijvoorbeeld in een restaurant. Raadpleeg in dit geval uw leverancier en maak de
warmtewisselaar schoon.
Er werd tijdens het koelen
overgegaan naar de ventilator.
Er kan automatisch worden overgeschakeld naar de ventilator om te voorkomen dat zich ijs ophoopt op het oppervlak van
de warmtewisselaar. Er wordt binnen korte tijd teruggeschakeld naar de koeling.
Er werd tijdens het koelen
overgegaan naar de ventilator
(in het geval van FDFW-type).
Als de relatieve vochtigheid 73% of meer is, kan de bediening afwisselen tussen de ventilatorbediening en de koeling,
zelfs als de thermostaat niet is geactiveerd. Het doel van deze bedieningsmodus is het verhinderen van de vorming van
condensatie en het binnendringen van condensdruppels in de luchttoevoer van de binnenapparatuur.
De binnenventilator stopt
niet, zelfs als het apparaat
wordt uitgeschakeld in de
verwarmingsmodus.
De ventilator van de binnenapparatuur kan gedurende 40 seconden blijven werken om de resterende warmte uit de
binnenapparatuur te verwijderen.
LET OP
Schakel de voeding niet uit totdat de ventilator is gestopt.
Het airconditioningsysteem
kan niet direct opnieuw worden
opgestart na hem te hebben
gestopt.
Gedurende de eerste 3 minuten na hem te hebben gestopt is het niet mogelijk om de koeling, ontvochtiging of verwarming
in te schakelen, zelfs als er op de ON/OFF-toets is gedrukt om hem in te schakelen. Dit komt doordat er een mechanisme
is geactiveerd dat dient ter bescherming van de compressor (de ventilator is op dat moment actief).
Er wordt geen lucht uitgeblazen
tijdens het ontvochtigen. Het
luchtstroomvolume kan niet
worden aangepast.
Tijdens het ontvochtigen wordt de snelheid van de ventilator automatisch aangepast voor lage snelheid/stop cycli om
zowel een drastische daling van de temperatuur te voorkomen als een toename van de vochtigheid.
De lamellen verplaatsen
zich zonder dat dit wordt
aangegeven.
De lamellen kantelen automatisch tweemaal als de schakelaar van de voeding wordt ingeschakeld. Dit is geen storing. De
lamellen verplaatsen zich automatisch naar de horizontale positie als “PREPARATION OF HEATING” wordt weergegeven.
De buitenapparatuur stoot
water of stoom uit tijdens het
verwarmen.
Er wordt water of stoom uitgestoten tijdens het ontdooien van het oppervlak van de warmtewisselaar in de
buitenapparatuur tijdens de verwarmingsmodus.
De werkingsmodus kan
niet geselecteerd worden
(in het geval van het hitte
herstelsysteem KXR).
Wanneer de bedieningsmodus op hoofd en sub binneneenheid tijdens het hitte herstelsysteem KXR is ingesteld, kan de
bedieningsmodus van het subnet niet worden geselecteerd. (In dit geval, conformeert het systeem aan de werkingsmodus
van de hoofdeenheid.)
De ventilator van de
buitenapparatuur draait niet
terwijl het systeem actief is.
De ventilatorsnelheid wordt automatisch aangepast in overeenstemming met de omgevingstemperatuur. Hij kan worden
uitgeschakeld in het geval van een hoge omgevingstemperatuur tijdens het verwarmen en bij een lage omgevingstemperatuur
tijdens het koelen. Ook wordt de ventilator gestopt tijdens het ontdooien.
LET OP
De ventilator start mogelijk onverwacht ondanks dat het apparaat is gestopt. Stop geen
vingers en/of stokken in het apparaat.
Kletsende geluiden zijn
hoorbaar.
Deze geluiden worden veroorzaakt door plastic componenten die uitzetten of krimpen door warmte en vervolgens tegen
elkaar aan wrijven.
Sissende geluiden kunnen
hoorbaar zijn als de apparatuur
wordt gestopt of tijdens het
ontdooien.
Deze geluiden worden veroorzaakt als de klep van de koelvloeistof in het airconditioningsysteem wordt geactiveerd.
De airconditioner start
automatisch zodra de voeding
wordt ingeschakeld.
In het geval dat de automatische herstartfunctie is ingeschakeld en de voeding opnieuw wordt ingeschakeld, start het
systeem automatisch met dezelfde instellingen van voor het afsluiten van de voeding op.
Zie hieronder
De temperatuurinstelling
kan niet worden aangepast
(temperatuurinstelling knippert).
Als het instellen van de temperatuur niet wordt toegelaten met behulp van de afstandsbediening, kan deze instelling ook
niet worden aangepast door op
S
of
T
te drukken.
Zie rechts
DEr ontstaat een zwakke
luchtstroom als de
werkingsmodus tijdens de
werking van het systeem wordt
gewijzigd (bij het KXR koel- en
verwarmingsmultisysteem met
vrije lay-out).
Als u tijdens de werking van het systeem de werkingsmodus wijzigt van KOELEN in VERWARMEN of van VERWARMEN
in KOELEN, ontstaat er gedurende 3 minuten een zwakke luchtstroom.
In het geval van de draadloze
afstandsbediening, reageert de
apparatuur niet op toetsen als
het inspectielicht knippert op
de binnenapparatuur.
Als het systeem wordt bediend met behulp van een andere gecentraliseerde afstandsbediening, worden de rest van de
afstandsbedieningen geblokkeerd.
ONDERHOUD VAN DE APPARATUUR
AAN HET BEGIN VAN EEN PERIODE VAN LANGDURIG GEBRUIK
(na langdurig gebruik)
AAN HET EINDE VAN EEN PERIODE VAN LANGDURIG GEBRUIK
(na een lange periode zonder gebruik)
Maak het apparaat schoon door hem af te nemen met een
stuk zachte, droge stof. Als de apparatuur erg vies is kunt u
wat neutraal reinigingsmiddel oplossen in lauw water en hem
ermee afnemen. Het reinigingsmiddel dient vervolgens volledig te
worden verwijderd met schoon water.
• Maak het luchtfilter schoon en monteer hem opnieuw.
• Maak de binnen/buitenapparatuur schoon.
Controleer het luchtfilter. Als het vuil is dient u hem schoon te
maken en vervolgens opnieuw te monteren.
Zet de schakelaar van de voeding aan gedurende 6 uur
alvorens de apparatuur in gebruik te nemen.
Schoonmaken
1 Neem hem af om hem schoon te maken. Als hij niet echt vuil
is kunt u hem schoontikken of schoonmaken met behulp van
reinigingsmiddel.
Als hij heel vies is, kunt u wat neutraal reinigingsmiddel oplossen in
lauw water (ongeveer 30°C) en hem ermee afspoelen en vervolgens
het wasmiddel volledig wegspoelen.
2 Monteer het luchtfilter nadat het is gedroogd op de hoofdbehuizing
en druk vervolgens op de RESET-toets.
LET OP
Droog hem niet door hem bloot te stellen aan direct zonlicht of vuur.
Dit zou het filter kunnen beschadigen.
• Gebruik de airconditioner niet zonder filter. Dit zou problemen kunnen
veroorzaken.
ONDERHOUD
PJZ012A087B_DU.indd 18PJZ012A087B_DU.indd 18 2014-4-8 10:22:142014-4-8 10:22:14