Operation Manual

U hoort een ruisend of gorgelend geluid als het airconditioningssysteem
wordt aangezet, als de compressor tijdens de werking wordt geacti-
veerd/gedeactiveerd of als de werking wordt beëindigd. Deze geluiden
zijn afkomstig van de koelvloeistof die door het systeem stroomt.
Deze geluiden kunnen optreden op het moment dat het airconditionings-
systeem automatisch wordt geregeld.
De luchtstroom uit de binnenunit geurt soms. Dit wordt veroorzaakt door de geur
van sigaretten, cosmetica en/of meubilair die in het apparaat zijn achtergebleven.
Tijdens de werking van het systeem kan er witte stoom worden gegene-
reerd als het systeem wordt gebruikt in een omgeving waarin frequent
met olie en vetten wordt gewerkt, zoals in restaurants. Raadpleeg in dit
geval de leverancier en reinig de warmtewisselaar.
Het systeem schakelt automatisch over naar ventilatorwerking om te
voorkomen dat er zich ijs ophoopt op de oppervlakte van de warmte-
wisselaar. Het koelen wordt spoedig hervat.
De binnenventilator werkt nog ongeveer 40 seconden door nadat de
verwarmingseenheid is uitgeschakeld om de nawarmte van het hulp-
verwarmingselement te verwijderen.
Tijdens de eerste 3 minuten na het stoppen van de werking is het niet
mogelijk om te koelen, ontvochtigen of te verwarmen, zelfs niet als u de
operation/stop-knop op “operation” zet. Dit komt omdat er een
beschermingsschakeling van de compressor wordt geactiveerd (de
ventilator werkt wel tijdens deze fase).
Het airconditioningssysteem klinkt alsof
er water wegloopt.
U hoort een ruisend of gorgelend geluid
uit een stilgezette binnenunit.
De luchtstroom uit de binnenunit stinkt.
Tijdens de werking van het
airconditioningssysteem komt er witte
stoom uit de binnenunit.
Tijdens het koelen schakelt het systeem
over naar ventilatorwerking.
Bij het verwarmen stopt de binnen-
ventilator niet, zelfs niet als het systeem
wordt uitgeschakeld.
Het airconditioningssysteem mag niet
direct na het uitzetten weer worden
aangezet.
De volgende situaties duiden niet op slecht functioneren van de unit.
De unit doet het helemaal niet.
Is de netspanning ingeschakeld? Is de aardlekschakelaar geactiveerd?
Deze situatie is gevaarlijk. Zet de
hoofdschakelaar onmiddellijk uit en neem
contact op met de leverancier.
Zijn de luchtinvoer- en uitvoeropeningen
geblokkeerd door obstakels?
Zijn er onverwachte warmtebronnen in de kamer?
Zijn er teveel mensen in de kamer?
Controleer eerst of onderstaande situaties van toepassing zijn voordat u een serviceaanvraag indient.
Geen luchtstroom bij verwarming
Komt er direct zonlicht binnen in de kamer?
PROBLEMEN OPLOSSEN
Slechte koeling of verwarming
Slechte koeling
zet de aan/uit-schakelaar pas uit nadat de ventilator is gestopt.
106
Is de unit aan het voorverwarmen?
Zie pagina 108
WAARSCHUWING
Tijdens het ontvochtigen komt er geen
lucht uit het systeem. Het luchtstroom-
volume kan niet worden gewijzigd.
Het uitblaasrooster beweegt uit zichzelf.
Tijdens het verwarmen loost de binnen-
unit water of stoom.
Het werkingsmodusdisplay op de
afstandsbediening knippert (bij koelen,
verwarmen en ontvochtigen).
De ventilator van de buitenunit draait
niet tijdens de werking van het
airconditioningssysteem.
U hoort een krakend geluid.
U hoort sissende geluiden als de werking
van het airconditioningssysteem wordt
beëindigd of tijdens het ontdooien.
Het airconditioningssysteem startte
automatisch nadat de hoofdschakelaar
werd aangezet.
De ingestelde temperatuur kan niet
worden gewijzigd (de weergave van de
ingestelde temperatuur knippert).
Er ontstaat een zwakke luchtstroom als de
werkingsmodus tijdens de werking van het
systeem wordt gewijzigd (bij het KXR koel- en
verwarmingsmultisysteem met vrije lay-out).
Tijdens het ontvochtigen werkt de ventilator automatisch met een
zwakke luchtstroom/stopcyclus om een te sterke afkoeling en
temperatuurstijging te voorkomen.
Het uitblaasrooster beweegt automatisch twee keer op en neer als de
hoofdschakelaar wordt aangezet. Dit is geen fout. Het uitblaasrooster
wordt ook automatisch in de horizontale stand gezet als de melding
“
” (VOORVERWARMING) op het display wordt
weergegeven.
Water of stoom wordt geloosd als ijs, dat zich heeft gevormd op de opper-
vlakte van de warmtewisselaar in de buitenunit, wordt verwijderd (ontdooien).
Het werkingsmodusdisplay knippert als de werkingsmodi van binnenunits
verschillend zijn ingesteld en er wordt geventileerd. Gebruik de binnen-
units in dezelfde werkingsmodus of schakel andere units uit (bij KXR, het
koel- en verwarmingsmultisysteem met vrije lay-out, is het mogelijk om
binnenunits in verschillende koel-/verwarmingsmodi te laten werken).
De ventilator wordt automatisch stilgezet tijdens het ontdooien en verwar-
men als de temperatuur van de buitenlucht hoog is. Bij het koelen wordt
eveneens een functie geactiveerd om het aantal werkende ventilatoren te
regelen als de temperatuur van de buitenlucht laag wordt.
Deze geluiden ontstaan op het moment dat harscomponenten vanwege
de warme lucht uitzetten en krimpen.
Deze geluiden ontstaan als de koelvloeistofklep binnen het
airconditioningssysteem wordt geactiveerd.
Indien de stroomonderbrekingscompensatie is ingeschakeld, wordt het
systeem na een stroomonderbreking automatisch opnieuw opgestart
onder dezelfde omstandigheden als voor de stroomstoring. Het kan ook
zijn dat de hoofdschakelaar uit stond.
Als de temperatuur vast is ingesteld, kan de ingestelde temperatuur niet
worden gewijzigd, zelfs niet als u op de knoppen
en drukt.
Als u tijdens de werking van het systeem de werkingsmodus wijzigt van
KOELEN in VERWARMEN of van VERWARMEN in KOELEN, ontstaat
er gedurende 3 minuten een zwakke luchtstroom.
Verzoek:
de blazer kan, zelfs als u deze hebt uitgezet, plotseling in werking
treden; steek er geen vingers en/of andere lange voorwerpen in.
Zie pagina 108
Zie pagina 108
Is het luchtfilter verstopt?
Staat het uitblaasrooster in de horizontale
stand (bij het verwarmen)?
Als het uitblaasrooster in de
horizontale stand staat, bereikt de
luchtstroom mogelijk de vloer niet.
Als het airconditioningssysteem nog steeds niet normaal werkt nadat u de bovenstaande
punten hebt gecontroleerd, zet u het airconditioningssysteem uit en neemt u contact op
met de leverancier.
● Als de stoppen regelmatig doorslaan en de aardlekschakelaar regelmatig afslaat
● Als er water druppelt tijdens het koelen/ontvochtigen
● Bij een abnormale werking of abnormaal veel geluid
● Als het controle-indicatielampje knippert
ON
OFF
Is er een stroomstoring of is er een
zekering gesprongen?
PCA012A001H_NL_P106 05.11.16, 15:26106