Operation Manual
– 25 –
• Groepen defi niëren
Op het scherm GROUP DEFINITION kunt u groepen defi niëren en confi gureren. De lijst van de volgende items
wordt voor elke groep weergegeven.
[No.]
: Toont het nummer van de groep.
[GROUP NAME]
: Toont de naam van de doelgroep. Wanneer er geen groepen geregistreerd zijn, is dit item
leeg.
[REP. ]
: Toont het teken "∗" om de representatieve unit van de doelgroep aan te duiden.
Gegevens van de representatieve unit worden overgenomen in de bedrijfsgegevens van de
groep, met uitzondering van de gegevens van de items run/stop en fi lter sign.
[UNIT No.]
: Toont de lijst met airconditioner-nummers die bij de doelgroep horen.
[DEMAND]
: Toont het verwerkingsniveau (LEVEL1, 2 of 3) wanneer er een vraagsignaal wordt
ingevoerd.
(Voor meer informatie over het verbruik raadpleegt u de gebruikershandleiding van de SL4
centrale bediening.)
[ALL COMMAND]
: Vraagt u om aan te geven of er collectieve instellingen toegepast moeten worden.
pagina 11
VALID Past collectieve instellingen toe
INVALID Past geen collectieve instellingen toe
[OPERATION]
: Stelt u in staat om groepsinstellingen te bewerken of te wissen.
Opmerking
• Vanuit de fabriek is er vooraf één airconditioner in één groep geregistreerd. Om een unit in een andere
groep te registreren, wist u de bestaande registratie eerst en registreert u de unit vervolgens in een andere
groep.
• Fabrieksinstelling: de groepsnamen worden als volgt getoond als opeenvolgende nummers:
"001,002,003,...".
• De unit-nummers worden getoond met verschillende namen, afhankelijk van de communicatiemethoden.
Voorbeeld bij het instellen van een voorgaande SL: 1-00 (superkoppelingnr. - intern adres)
Voorbeeld bij het instellen van een nieuwe SL: 005 (intern adres)
GROUP DEFINITION-scherm