Operation Manual
– 119 –
• Wanneer de verwarming wordt ingeschakeld, wordt de uitlaat voor koude lucht geblokkeerd.De flap en lamellen worden respectievelijk in de horizontale stand en
de middenstand gezet en nemen de stand weer in die was ingesteld nadat de warme luchtuitvoer begint.
• Wanneer de compressor stopt omdat de kamertemperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur en de werkingsmodus is ingesteld op DEFROSTING, wordt de
flap in de horizontale stand en de lamellen in de middenstand gezet.
• De richting van de luchtstroom kan in de bovenstaande gevallen niet worden ingesteld. Wijzig de instellingen van de richting van de luchtstroom nadat de warme
lucht begint te stromen en de flap zich in de richting van de luchtstroom beweegt die was ingesteld.
Procedure voor bijstellen luchtstroom
■ U kunt de richting naar links of naar rechts aanpassen met de knop AIRFLOW (LINKS/RECHTS) op de afstandsbediening. Telkens als u
op deze knop drukt, verandert de modus als volgt:
Wijzing naar modus AIRFLOW (LINKS/RECHTS).
MEMORY FLAP (FLAP OF LAMEL GESTOPT)
Wanneer u één keer op de knop AIRFLOW (OMHOOG/OMLAAG of LINKS/RECHTS) drukt terwijl
de flap of lamel in werking is, stopt deze met schommelen in een hoek. Aangezien deze hoek wordt
opgeslagen in de microcomputer, wordt de flap of lamel automatisch weer op deze hoek ingesteld
wanneer het apparaat opnieuw wordt ingeschakeld.
OPMERKING
3D AUTO werking
■ De ventilatorsnelheid en de luchtstroomrichting worden automatisch geregeld, zodat het effect van de airconditioning doeltreffend en gelijkmatig
over de gehele kamer wordt gespreid.
OPMERKING
2
• De 3D AUTO werking wordt uitgeschakeld wanneer u overstapt op een ander
bedieningsprogramma.
• Het 3D AUTO lampje blijft branden zolang het apparaat in 3D AUTO werking is.
• Wanneer de 3D AUTO werking wordt uitgeschakeld, verandert de luchtstroomrichting
naar die eerder werd gebruikt, voordat de 3D AUTO functie werd ingeschakeld.
• De 3D AUTO functie is niet beschikbaar tijdens gebruik van de DRY of FAN functies.
HEAT
COOL, DRY
• Aanbevolen hoek voor de flap bij het stoppen
(Luchtstroom
schuin naar voren)
(Horizontale
luchtstroom)
Geen aanduiding
(Normale werking)
GEVAAR
• Stel uw lichaam niet urenlang bloot aan een constante luchtstroom.
VOORZICHTIG
• Laat het apparaat in de werkstanden COOL en DRY geen uren achtereen aan
staan met de luchtstroom direct naar beneden gericht. Hierdoor kan er vocht
condenseren op het buitenste rooster en er kan water gaan druppelen.
• Probeer de flappen en lamellen niet handmatig aan te passen aangezien hierdoor
de controlehoek kan veranderen of de flap of lamellen niet goed meer zouden
kunnen sluiten.
De richting van de luchtstroom aanpassen
■ U kunt de richting naar boven/naar benedenaanpassen met de knop AIRFLOW
(OMHOOG/OMLAAG) op de afstandsbediening. Telkens
als u op deze knop drukt, verandert de modus als volgt:
Wijziging naar modus AIRFLOW (OMHOOG/OMLAAG)
(Lamel gestopt)
(Schommelen)
(Schommelen)
(Flap is gestopt)
1
Druk op de ON/OFF toets.
Druk op de 3D AUTO toets.
• Wanneer de werkingsmodus is ingesteld op AUTO, COOL of HEAT.
Elke keer als de knop 3D AUTO wordt ingedrukt, wordt de weergave gewijzigd in
de volgorde:
Uitschakelprocedure
Druk op de 3D AUTO toets zodat het 3D AUTO indicatorlampje dooft.
RWA012A246_Du.p65 06.10.13, 6:03 PM119