Operation Manual
– 26 –
Handige functies
Cijfers en tekens invoeren
■ Cijfers invoeren
1. Druk op de knop voor de numerieke waarde die u wilt invoeren.
BS : backspace (een cijfer verwijderen).
CLEAR : de invoer wissen (alle cijfers verwijderen).
2. Druk op OK.
Het cijfer wordt veranderd en het scherm gesloten. Druk op CANCEL (Annuleren) om de wijziging te annu-
leren.
■ Tekens invoeren
1. Selecteer Alphabet of Numeric en druk op de knop.
2. Vul de naam van de groep in.
Als u Alphabet selecteert, worden verschillende letters aan
elke knop toegewezen. Telkens als u op de knop drukt, ver-
andert het teken (zie de tabel rechts).
Alphabet : letters invoeren.
Numeric : cijfers invoeren.
BS : backspace (een teken verwijderen).
SPC : een spatie invoeren.
<> : de cursor een positie naar links of naar
rechts verschuiven.
3. Druk op OK.
De naam wordt veranderd en het scherm gesloten. Druk op CANCEL (Annuleren) om de wijziging te annu-
leren.
* De namen van het blok of de groep mogen mag maximaal 16 tekens lang zijn.
[Alphabet]
./ @
ABC DEF
./ _@ AB Cabc DEFdef
GH I J KL M N O
GH Ighi JK Ljkl MNOmno
PQ RS TU V WXYZ
PQ RS pqrs TU Vt uv WXYZwxyz
()"
,:; -!&
()" ,:; -!&
1
2
1
2
3