Operation Manual

– 130 –
In deze airconditioning wordt een nieuwe koelstof (R410A) gebruikt. Wanneer u de
leverancier raadpleegt over service, controle en onderhoud, leg dit uit aan de
leverancier.
Is de netstroom ingeschakeld?
Problemen oplossen
Controleer het volgende voordat u contact opneemt met de servicedienst.
Slechte koeling of verwarming
Heeft u de thermostaat op een goede
temperatuur ingesteld?
Staat er direct zonlicht in de kamer?
Als de airconditioning niet correct werkt na de controle van bovenstaande punten of als u na het raadplegen van pagina 130 nog met
twijfels zit of als zaken gebeuren zoals afgebeeld op pagina 131, schakel dan de stroom uit en neem contact op met uw verdeler.
De airconditioner werkt helemaal niet.
Slechte koeling
Goed onthouden
Het apparaat start niet onmiddellijk terug op nadat u het
hebt gestopt.
(Indicator RUN brandt)
Het opnieuw inschakelen van het apparaat lukt niet tot 3
minuten na het uitschakelen, dit is om het apparaat te
beschermen.
De microcomputer zal het apparaat zelf opnieuw inschakelen
wanneer de drie minuten verstreken zijn.
Staat de tijdklok in de positie β€œON”?
Is er een warmtebron in de kamer?
Is het luchtfilter schoon? (Niet verstopt?)
Is er een stroomstoring of is er een
zekering gesprongen?
Staan er deuren of ramen open?
Zijn er teveel mensen in de kamer?
Er wordt geen lucht geblazen wanneer het apparaat net is
gestart in de werkingsmodus HEATING.
De indicator RUN knippert langzaam
(1,5 sec. ON, 0,5 sec. OFF)
De luchtstroom is gestopt totdat de warmtewisselaar is
opgewarmd (2 tot 5 min.) om te voorkomen dat koude lucht
wordt uitgeblazen (HOT KEEP programma)
In de werkingsmodus HEATING wordt de eerst 5 tot 10
minuten geen lucht geblazen, of is de lucht die geblazen
wordt niet warm.
De indicator RUN knippert langzaam
(1,5 sec. ON, 0,5 sec. OFF)
Wanneer de buitentemperatuur laag is en de vochtigheid hoog,
schakelt de airconditioner soms automatisch over op ontdooien.
U moet dan even geduld hebben. Tijdens het ontdooien kan er
water of stoom uit het buitenapparaat komen.
Er wordt geen lucht geblazen wanneer het apparaat net is
gestart in de werkingsmodus DRY.
(De indicator RUN brandt)
De ventilator kan stoppen om te voorkomen dat uit de lucht
onttrokken vocht opnieuw verdampt en om energie te sparen.
Tijdens de werkingsmodus COOL kan er stoom ontsnappen.
Dit kan gebeuren wanneer de kamertemperatuur en -vochtigheid
erg hoog zijn. Zodra de temperatuur en vochtigheid afnemen, zal
dit verdwijnen.
U ruikt iets. De lucht die uit het apparaat geblazen wordt, ruikt vreemd. Dit
wordt veroorzaakt door tabak of cosmetica die in het apparaat
zijn terecht gekomen.
U hoort een zacht gorgelend geluid. Dit wordt veroorzaakt door het stromen van de koelvloeistof in
het apparaat.
U hoort een zacht krakend geluid. Dit wordt veroorzaakt door warmte-expansie of door contractie.
U hoort een sissend of klikkend geluid.
Dit wordt veroorzaakt door de werking van de koelmiddelregel-
kleppen of de elektrische onderdelen.
RLC012A002A_NL_124-132 4/24/14, 14:36130