Operation Manual
36
5.3.4 Netwerk
5.3.4.1 Netwerkinstelling
Klik op [Main menu
Network
Network] om het scherm (zie afb. 5-30) te openen.
Afb. 5-30
DNS:
De DNS-server wordt in principe door lokale internetproviders aangeboden. Voer hieronder het IP-adres van uw
DNS in.
Afb. 5-31
4 Stuur de door de DVR aangemaakte IP-adres en webpoort naar een router.
5 Verschaf u op afstand toegang tot een DVR
http: // public net IP: webpoort (bv. 8080)
http: //intranet IP: webpoort (bv. 8080 – alleen voor intranet gebruiken)
6 Voer het IP-adres van uw domeinnaamserver in.
Herinnering:
1. Alle door u ingestelde parameters zijn pas beschikbaar, als u op [Apply] klikt en het systeem
herstart.
2. De gebruiker moet het MAC-adres wijzigen, als er zich meerdere DVR's in hetzelfde lokale netwerk
bevinden. Details zie paragraaf 5.6.2.5 – Systeeminformatie.
Afb. 5-32
Bij selectie van DHCP onder "Type" wordt aan de
DVR automatisch het IP-
adres van de router toegewezen.
Bij elke nieuwe start kan het door uw DVR aange
maakte
IP-
adres verschillend zijn. Daarom is het doorsturen van
de poort vereist, als u op afstand toegang wilt krijgen tot
de DVR.
1.Selecteer DHCP en klik op [Save].
2.Verlaat DVR en herstart.
3.Voer mediapoort en webpoort in.
Na het selecteren van de netwerkmodus -
zoals
DHCP, PPPOE of vaste toewijzing –
en het instellen
van webpoorten kunt u via netwerk of internet
afstandstoegang krijgen tot de DVR.
UPnP (Universal Plug and Play)-functie:
Als de
router de UPnP-functie onderste
unt en als <UPnP> op
"On" is ingesteld, stuurt het systeem automatisch van
de poort door naar de router.
Bij selectie van "Static"
onder "Type" kan de gebruiker
IP-
adres, subnetmasker, gateway en DNS rechtstreeks
instellen, zie afb. 5-33 hieronder.
1. Stel het netwerktype in op "Static".
2.
Voer het nummer van de mediapoort (bv. 9000) in.
De poort moet naar een router doorgestuurd
worden.
3.
V
oer het webpoortnummer in (bv. 8080). De poort
moet naar een router doorgestuurd worden
.