Operation Manual

37
4de Voer een bepaald IP-adres in de kolom [IP address] in.
5de Subnetmasker, Gateway en DNS-server moeten met de configuratie van uw router
overeenstemmen.
6. Voer het DNS-adres in. Controleer eerst de router. De instelling moet overeenstemmen
met de instelling van de router.
7. Klik op de knop [Apply].
8. U krijgt nu op afstand toegang tot de DVR via IP
http: // public net IP: webpoort (b.v. 8080)
http: //intranet IP: webpoort (bv. 8080 – alleen voor gebruik voor intranet)
Afb. 5-33
5.3.4.2 Poortverbinding met de router
De poortverbinding is vereist, als u toegang wilt krijgen tot de DVR die aangesloten is op
de router buiten het routernetwerk.
Als PPPoE geselecteerd werd, is verzenden via de poort van de router niet nodig.
Afb. 5-34
Herinnering: Hoewel het scherm met de poortverbinding van de router kan afwijken,
moet de gebruiker bij toegang tot een virtuele server steeds de poort (bereik: 1025~65535)
van de router naar het IP-adres van de toegewezen of automatisch geregistreerde DVR
verzenden, en in de overeenkomstige protocolkolom [All] of [Both] selecteren en de
bovengenoemde instelling opslaan.
Naargelang de fabrikant kunnen bovengenoemde stappen bij de router afwijken.
Bij selectie van PPPoE onder "Type" kan de gebruiker de
gebruikersnaam en het door de internetdienstprovider
beschikbaar gestelde wachtwoord invoeren en de
mediapoor
t en webpoort instellen. U hebt nu op afstand
toegang tot uw DVR door middel van het IP-
adres, dat
bepaald werd na registratie van een domeinnaam en een
webpoort, en u kunt via het publieke net verbinding maken
met uw DVR.
1. Voer het IP-adres van de rout
er in via de op IE gebaseerde
browser, om het configuratiescherm van de router te openen,
zie afb. 5-34.
2. Klik op [Transmittal rule] om de instructies voor de
poortverbinding met de router op te vragen.
3. Het IP-adres van de DVR voor het intranet moet
<192.168.1.101> zijn; u moet telkens serverpoort en
webpoort naar dit IP
-adres sturen.
4. U hebt nu op afstand toegang tot de DVR.