Operation Manual
23De telefoon gebruiken
4.  De telefoon gebruiken 
OPMERKING
Uw handset houdt automatisch de duur van alle externe oproepen bij en u ziet een 
oproeptimer op het scherm. Aan het einde van de oproep wordt de totale duur van het 
gesprek 3 seconden lang getoond.
4.1    De handset aan/uitzetten
Houd e ingedrukt om de handset aan of uit te zetten.
4.2 Oproepen
Nadat u de IT.6 hebt gekoppeld aan uw mobiel, kunt u met de IT.6 handset oproepen 
doen via de vaste lijn of het mobiele netwerk. Om de IT.6 te koppelen aan uw mobiel: zie 
pagina 20.
4.2.1    Een oproep doen
1.  Druk op 
r. 
Vaste lijn
 is gemarkeerd.
2.  Blader naar de gewenste lijn en druk op 
OK
.
3.  Wanneer u de kiestoon hoort, kunt u het gewenste nummer bellen.
OPMERKING
Als u Mobiel 1 of Mobiel 2 kiest en er geen mobiel is gekoppeld, keert de handset terug 
naar standby.
4.2.2    Oproep voorbereiden
1.  Voer het telefoonnummer in. Druk als u een fout maakt op 
Wis
 om het laatste nummer 
te wissen.
2.  Blader naar 
P, / of \.
3.  Druk op 
r om het nummer te bellen.
OPMERKING
Om een pauze (P) in te voeren bij voorkiesnummers: zie pagina 29.
4.2.3    Oproep doen via Snel bellen
1.  Houd het desbetreende toetsenbloknummer ingedrukt om het opgeslagen nummer 
meteen te bellen. 
OPMERKING
Om een snelkiesnummer toe te wijzen: zie pagina 32
4.2. Oproep beëindigen
Druk op 
e of plaats de handset terug op de basis of lader.
4.2.5    Oproep ontvangen van de vaste lijn
Als u een externe oproep ontvangt, hoort u het belsignaal en ziet u een avatar op de 
display.










