Operation Manual

Om te voorkomen dat anderen de netwerknaam van uw telefoon zien, vinkt u Mijn
apparaat verbergen aan.
Als u het huidige wachtwoord wilt weergeven, raakt u Geavanceerd > Wachtwoord
hotspot aan.
Als het hotspotsignaal interferentie ondervindt: raak u Geavanceerd aan en verander
het uitzendkanaal/de band naar 5 GHz. Als het hotspotsignaal zwak is, verandert u het
naar 2 GHz. (Deze functie is niet in alle landen beschikbaar.)
Apparaten met wifi-hotspot verbinden
1. Controleer of de optie Mobiele gegevens is ingeschakeld. Als de optie Mobiele gegevens is
uitgeschakeld, heeft uw telefoon geen internetverbinding die kan worden gedeeld.
2. Ga naar Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering.
3.
Raak Wi-Fi hotspot aan en schakel het in . Leg uw telefoon aan de oplader. Als u de
hotspot gebruikt, raakt de accu van uw telefoon erg snel leeg!
Wanneer uw hotspot actief is, wordt in de statusbalk weergegeven.
Tip: Als u de hotspot voor het eerst inschakelt, wordt toegevoegd aan uw snelle
instellingen. Veeg daarna de statusbalk naar beneden en raak aan om de hotspot in
of uit te schakelen.
4. Als u een apparaat wilt verbinden, opent u de Wi-Fi-instellingen van het apparaat,
selecteert u de hotspot van uw telefoon en voert u het hotspotwachtwoord in.
Als u de verbinding tussen apparaten en uw hotspot wilt verbreken, raakt u Wi-Fi hotspot aan
om deze vervolgens uit te schakelen. Apparaten met het wachtwoord kunnen automatisch weer
verbinding maken als u de hotspot weer inschakelt. Wijzig het wifi-wachtwoord als u dit wilt
voorkomen.
Wifi-hotspotverbindingen beheren
Door een wachtwoord toe te wijzen wanneer u uw hotspot instelt, zorgt u ervoor dat mensen
geen verbinding kunnen maken met uw hotspot zonder uw medeweten of toestemming.
De verbinding verbreken van alle apparaten en gebruikers beletten opnieuw verbinding te
maken:
1. Schakel de hotspot uit.
2. Wijzig het wachtwoord.
3. Schakel de hotspot weer in om deze weer te gebruiken.
Netwerk en internet
145