Operation Manual
Gekoppeld apparaat gebruiken
Tip: Bluetooth-verbindingen kunnen de accu snel leegtrekken. U kunt energie besparen 
door Bluetooth uit te schakelen als u niet verbonden bent met een apparaat.
Na het koppelen met een apparaat, moet u opties voor delen instellen en vervolgens kunt u 
Bluetooth gebruiken om:
• Bellen en oproepen ontvangen met een headset
• Bellen en oproepen ontvangen en muziek afspelen via het audiosysteem van uw auto
• Muziek overbrengen
• Foto's delen
• Contacten delen
• De internetverbinding van uw telefoon delen met uw computer
Opties voor delen instellen:
1.  Ga naar Instellingen > Verbonden apparaten.
2.  Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Voor een op dat moment verbonden apparaat, raakt u de apparaatnaam aan.
• Voor een gekoppeld apparaat waarmee u niet bent verbonden, raakt u Eerder 
verbonden apparaten aan en vervolgens   naast de apparaatnaam.
3.  Schakel opties voor delen in of uit.
4.  Zoek op het gekoppelde apparaat of in de app van het apparaat naar Bluetooth-instellingen 
zodat u deze kunt bekijken en zo nodig kunt aanpassen. Zie voor meer informatie de 
instructies van de fabrikant bij het gekoppelde apparaat.
Opnieuw verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
1. 
Open de snelle instellingen en raak   aan om de functie in te schakelen.
2.  Schakel het Bluetooth-apparaat in.
Bluetooth uitschakelen
Bluetooth gebruikt meer stroom. Schakel de functie daarom uit wanneer u deze niet gebruikt.
Open de snelle instellingen en raak   aan om de functie uit te schakelen.
Verbonden apparaten
149










