Operation Manual

Schermvergrendeling instellen
Opties schermvergrendeling
Wanneer u het scherm vergrendelt, wordt u verzocht uw telefoon te ontgrendelen, telkens
wanneer u de telefoon inschakelt of het scherm activeert.
Geen vergrendeling:
Geen: Biedt geen bescherming, maar u heeft snel toegang tot uw startscherm.
Vegen: Veeg omhoog. Voorkomt per ongeluk bellen maar beveiligt de telefoon niet.
Vergrendelen:
Patroon: teken een patroon op een raster.
PIN: Voer een code van vier tot zestien cijfers in. De code is veiliger naarmate hij langer is.
Wachtwoord: Voer een wachtwoord van vier tot zestien letters, cijfers of symbolen in. Een
lang, sterk wachtwoord is de veiligste optie.
Wanneer u een van de drie soorten vergrendeling gebruikt, kunt u ook ontgrendelen met uw
vingerafdruksensor en uw telefoon instellen op automatisch ontgrendelen in bepaalde
omstandigheden.
Schermvergrendeling instellen of wijzigen
1. Ga naar Instellingen > Beveiliging en locatie.
2. Raak Schermvergrendeling aan en kies het gewenste soort vergrendeling.
Sommige opties zijn niet beschikbaar als u een VPN of werk-e-mailaccount heeft
toegevoegd aan uw telefoon.
Uw wachtwoord of patroon verbergen
U kunt uw wachtwoord of patroon verbergen om te voorkomen dat anderen zien wat u invoert
als u uw scherm ontgrendelt.
Voor wachtwoorden:
1. Ga naar Instellingen > Beveiliging en locatie > Geavanceerd.
2.
Schakel Wachtwoorden weergeven uit .
Voor patronen:
1. Ga naar Instellingen > Beveiliging en locatie.
2.
Raak aan.
3.
Schakel Patroon zichtbaar maken uit .
Overige instellingen : Beveiliging en locatie : Telefoon vergrendelen en
ontgrendelen
170