Operation Manual
24 Persoonlijke instellingen
7 Persoonlijke instellingen
7.1 Handset tonen
7.1.1 Handset belvolume
Het volume van de handset kan op verschillende niveau’s worden ingesteld. Kies uit 5
volumes of UIT.
1. Druk op
M, blader
d
naar
PERS.INSTEL.
en druk op M.
2. Het display toont
HANDSET TOON
, druk op M.
3. Het display toont
VOL.BELSIGN.
, druk op M .
4. Druk op
u of
d
en selecteer het volume (1 - 5 of UIT).
5. Druk op
M om te bevestigen of p om terug te gaan naar het vorige menu.
OPMERKING
Als de telefoon overgaat, dan kunt u het belvolume instellen door op
u of
d
te drukken.
7.1.2 Handset belmelodie
U kunt verschillende belmelodieën voor uw oproepen instellen. U kunt uit 5 verschillende
belmelodieën kiezen.
U hoort een voorbeeld van de melodie als u door elke melodie bladert.
1. Druk op
M, blader
d
naar
PERS.INSTEL.
en druk op M.
2. Het display toont
HANDSET TOON
, druk op M.
3. Blader met
d
naar
BELT.MELODIE
en druk op M.
4. Druk op
u of
d
om de belmelodie te selecteren (1 - 5).
5. Druk op
M om te bevestigen of p om terug te gaan naar het vorige menu.
7.1.3 Toetstoon
Als u een toets op het toetsenpaneel indrukt, hoort u een pieptoon. U kunt deze toetstoon
in- en uitschakelen.
1. Druk op
M, blader
d
naar
PERS.INSTEL.
en druk op M.
2. Het display toont
HANDSET TOON
, druk op M.
3. Blader met
d
naar
TOETS TOON
en druk op M.
4. Druk op
u of
d
en selecteer
AA
N of
UIT
.
5. Druk op
M om te bevestigen of p om terug te gaan naar het vorige menu.
7.2 Handsetnaam
Als u meer dan één handset met uw T3 basisstation gebruikt, kunt u een persoonlijke naam
aan elke handset toewijzen om ze gemakkelijk uit elkaar te houden.
1. Druk op
M, blader
d
naar
PERS.INSTEL.
en druk op M.
2. Blader met
d
naar
HANDSET NAAM
en druk op M.