Operation Manual
Nederlands Gebruiksaanwijzing
44
iÉí=çé
eçìÇ=êÉâÉåáåÖ=ãÉí=ÇÉ=ãçåí~ÖÉJ
îçäÖçêÇÉ=Äáà=äçëJ=Éå=î~ëíã~âÉå=î~å=
ÇÉ âäÉããÉå=î~å=ÇÉ=~ÅÅìK
iÉí=Éêçé=Ç~í=ÇÉ=îÉáäáÖÜÉáÇëJ
~ÑëÅÜÉ êãáåÖ =î~ å=ÇÉ =êçÇ É= â~ ÄÉä= EHL
éäìëéççäF=ÅçêêÉÅí=çé=ÇÉ=éäìëéççä=òáíK
Montage:
Maak eerst de rode kabel (+/
pluspool) en vervolgens de zwarte
kabel (–/minpool) vast.
Demontage:
Sluit eerst de zwarte kabel (–/
minpool) en vervolgens de rode
kabel (+/pluspool) aan.
Transportbeveiliging aan
de uitwerpklep verwijderen
(machines met zijwaartse
uitworp)
Afbeelding 3
Borgplaat of kabelband (afhankelijk
van de uitvoering) verwijderen.
De uitwerpklep sluit automatisch.
Bedienings- en indicatie-
elementen
iÉí=çé
_ÉëÅÜ~ÇáÖáåÖ=î~å=ÇÉ ã~ÅÜáåÉ
eáÉê= ïçêÇÉå=ÉÉêëí=ÇÉ= ÑìåÅíáÉë= î~å=ÇÉ=
ÄÉÇáÉåáåÖëJ=Éå=áåÇáÅ~íáÉJÉäÉãÉåíÉå=
ÄÉëÅÜêÉîÉåK=sçÉê=åçÖ=ÖÉÉå=ÑìåÅíáÉë=
ìáí>
Afbeelding 1
A Stuurwiel
B Pedaal vooruitrijden
C Pedaal achteruitrijden
D Transportstandpedaal voor
raam van maaimechanisme
E Rempedaal/vastzetrem
F Stuurverstelling (optioneel)
G Gashendel
H Contactslot met OCR-functie
I PTO-schakelaar
J Combi-indicatie
K Blikjeshouder
L Hendel voor
transmissieontgrendeling *
M Motorkaphouder
N Stoelverstelhendel *
O Instelhendel voor maaihoogte
P Blokkeerplaat voor instelling
maaihoogte
Q Chokehendel (afhankelijk van
uitvoering)
R Armsteunen links en rechts
(optioneel)
S Expansietank hydraulische olie
T Brandstoftank
U Indicatie tankinhoud *
* Niet zichtbaar
Pedaal vooruitrijden (B)
Afbeelding 1
Regelt de rijsnelheid in voorwaartse
richting.
Pedaal achteruitrijden (C)
Afbeelding 1
Regelt de rijsnelheid in
achterwaartse richting.
Opmerking over het pedaal
vooruit-/achteruitrijden
– Hoe verder u het pedaal indrukt,
hoe sneller het voertuig rijdt.
– Laat het pedaal los als u wilt
stoppen of van richting wilt
veranderen.
Transportstandpedaal voor
raam van maaimechanisme
(D)
Afbeelding 1
Dient voor het optillen van het
complete raam van het maaimecha-
nisme, bijvoorbeeld bij het rijden
over de rand van een stoep.
Raam van maaimechanisme optillen
= pedaal stevig intrappen en
vasthouden.
Raam van maaimechanisme laten
zaken = pedaal langzaam loslaten.
Opmerking:
– Bij het naar beneden rijden van
een helling van meer dan 20 %
kan het raam van het maaimecha-
nisme om veiligheidsredenen niet
meer worden opgetild.
– Bij het naar beneden rijden van
een helling van meer dan 17%
met een opgetild raam van het
maaimechanisme (ingetrapt
transportstandpedaal) wordt
de motor om veiligheidsredenen
uitgeschakeld.
Rempedaal (E)
Afbeelding 5a
Het rempedaal kan worden gebruikt
voor snel afremmen en voor
activeren en deactiveren van
de vastzetrem.
Vastzetrem (E)
Afbeelding 5
Vastzetrem bedienen:
– Pedaal helemaal indrukken
(afbeelding 5a).
– Op het achterste gedeelte van het
pedaal trappen tot het vastklikt
(afbeelding 5b).
Vastzetrem losmaken:
Druk het pedaal vooraan in.
Het pedaal komt los (afbeelding 5c).
Stuurverstelling (F)
(optioneel)
Afbeelding 1
Dient voor de instelling van de
stuurpositie.
Gashendel (G)
Afbeelding 6
Stel het motortoerental traploos in.
Snel motortoerental = .
Langzaam motortoerental = .
Contactslot met
OCR-functie (H)
Afbeelding 7
Dit contactslot is voorzien van een
OCR-functie (door de gebruiker
bestuurd achteruit maaien)
Starten:
Starten: draai de sleutel naar rechts
tot de motor loopt. Laat de
sleutel vervolgens los. Sleutel staat
op /I/ (normale stand) en
staat voorwaarts maaien toe.