Operation Manual

Gebruiksaanwijzing Nederlands
45
OCR-stand:
sleutel naar links van normale stand
op stand voor achteruit maaien
/I/ draaien en op de
schakelaar (1) drukken.
De controlelamp (2) brandt en geeft
aan dat er nu achteruit en vooruit
met de machine kan worden
gemaaid.
Stoppen:
Draai de sleutel naar links op /0.
Aanwijzing
Gebruik de OCR-functie alleen
indien beslist noodzakelijk en werk
anders in de normale stand.
De OCR-functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra de sleutel in de
nulstand wordt gedraaid of de motor
wordt uitgeschakeld (stopstand of
uitschakeling van de motor door
het veiligheidsblokkeersysteem).
PTO-schakelaar (I)
Afbeelding 8
Met de PTO-schakelaar schakelt
u het maaimechanisme of het
toebehoren via een elektro-
mechanische koppeling in en uit.
Inschakelen = trek aan de
schakelaar.
Uitschakelen = druk op de
schakelaar.
Aanwijzing
Bij automatische uitschakeling door
het veiligheidsblokkeersysteem
(bijvoorbeeld achteruitrijden met
ingeschakeld maaimechanisme)
moet de schakelaar eerst in de stand
„uit” en vervolgens weer in de stand
„aan” worden gezet om de
blokkering van de koppeling op
te heffen.
Combinatie-indicatie (J)
Afbeelding 9
De combinatie-indicatie kan
afhankelijk van de uitvoering uit
de volgende elementen bestaan:
Oliedruk (1):
Als de indicatielamp brandt terwijl
de motor loopt, dient u de motor
onmiddellijk uit te schakelen en het
oliepeil te controleren. Laat de
machine indien nodig nazien.
Rem (2):
De indicatielamp brandt als bij het
starten van de motor het rempedaal
niet is ingedrukt resp. de vastzetrem
niet is vergrendeld.
Snijmechanisme (PTO) (3):
De indicatielamp brandt als bij het
starten van de motor het maai-
mechanisme (PTO) niet is
uitgeschakeld.
Oplaadindicatie accu (4):
Als de indicatielamp brandt terwijl
de motor loopt, worde de accu niet
voldoende opgeladen. Laat de
machine indien nodig nazien.
Bedrijfsurenteller/Accuspanning (5):
Geeft het aantal bedrijfsuren in hele
uren en
1
/
10
van uren in het display
aan.
Aanwijzingen
Als de ontsteking wordt
ingeschakeld, wordt kort de
accuspanning weergegeven.
Vervolgens wordt het aantal
bedrijfsuren weergegeven.
Bedrijfsuren worden altijd geteld,
behalve wanneer de contact-
sleutel op „Stop" staat of uit het
contact is getrokken.
Elke 50 bedrijfsuren
(afhankelijk van de uitvoering)
wordt 5 minuten lang in het
display een indicatie voor het
verversen van de olie „CHG/OIL“
weergegeven. Deze melding
wordt de volgende 2 bedrijfsuren
weergegeven. Zie het motor-
handboek voor intervallen voor
het verversen van de olie.
Blikjeshouder (K)
Afbeelding 1
Hendel voor
transmissieontgrendeling (L)
Afbeelding 10
Als u de machine wilt duwen,
schakelt u de motor uit en trekt
u beide hendels omhoog.
Vervolgens trekt u de hendels naar
buiten en duwt u deze omlaag.
Als u met de machine wilt rijden,
zet u beide hendels weer terug
en duwt u deze naar binnen.
Motorkaphouder (M)
Afbeelding 1
Als u de motorkap wilt openen,
maakt u het vasthoudrubber los.
Stoelverstelhendel (N)
Afbeelding 11
Met de verstelhendel kunt u de stoel
instellen.
Instelhendel voor
maaihoogte (O)
Afbeelding 12
Grote maaihoogte, maai-
mechanisme hoog = hendel op „H”.
Kleine maaihoogte, maai-
mechanisme laag = hendel op „L”.
Als u de hendel wilt verstellen, drukt
u de knop (a) in en verstelt u de
hendel (b). Laat de knop los en laat
de hendel in de gewenste stand
vastklikken.
Aanwijzing
Bij het wisselen van de maaihoogte
moeten de maaiwerkwielen en rollen
opnieuw worden ingesteld. Zie het
gedeelte „Instelling van het
maaiwerk“.
Blokkeerplaat voor
instelling maaihoogte (P)
Afbeelding 1
Verstelmogelijkheid van de
maaihoogte van ca. 3,8 cm tot ca.
11 cm. Elke inkeping komt overeen
met een hoogteverstelling van ca.
0,9 cm.