Operation Manual
Gebruikershandboek NAVIGON 2100 | 2110 max
Navigatie - 47 -
3 Rij-instructie en evt. naam van de straat waarin u moet afslaan.
4 Geeft aan of u over het betreffende routetraject wilt rijden of niet.
(Toestaan): Het betreffende traject mag deel van de route zijn.
(Verbieden): De route mag niet over het betreffende traject lopen.
Routetrajecten blokkeren
1. Druk op de routetrajecten waar u niet over wilt rijden, zodat ernaast
het pictogram
(Verbieden) verschijnt.
2. Druk op
(Route wijzigen).
Het navigatiesysteem berekent een uitwijkroute, zodat de
routetrajecten worden ontweken. In het venster
R
OUTEBESCHRIJVING verschijnen de nieuwe rij-instructies.
3. Druk op
(Terug), om het venster ROUTEBESCHRIJVING
weer te sluiten.
Blokkeringen opheffen en oorspronkelijke route gebruiken
De blokkering van de trajecten kunt u te allen tijde weer opheffen.
► Druk in het venster ROUTEBESCHRIJVING op Opties >
Oorspronkelijke route berekenen
.
6.7.4 TMC (Verkeersberichten)
Door zijn geïntegreerde TMC-ontvanger beschikt het navigatiesysteem
over actuele verkeersinformatie. Het kan indien gewenst de route
dynamisch wijzigen, om b.v. een file te ontwijken.
Verkeersinformatie weergeven
De actueel geldige verkeersinformatie kan via de opties van vele
vensters worden bereikt.
1. Druk op Opties
> Verkeer.
Het venster V
ERKEERSBERICHTEN wordt geopend.
Boven de lijst laat de knop Verkeersberichten
zien wat voor soort
verkeersinformatie in de lijst staat en hoeveel meldingen aanwezig
zijn.
2. Druk op Verkeersberichten
, om vast te leggen welke meldingen
worden weergegeven.
Voor elke verkeersinformatie in de lijst wordt informatie over plaats en
soort verkeersbelemmering weergegeven.
► Druk op een melding om de details ervan te zien te krijgen.