Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Nederlands September 2008
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese Gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Inhoudsopgave 1 Inleiding .............................................................................................5 1.1 Over dit handboek ....................................................................................5 1.1.1 1.1.2 1.2 Juridische aanwijzingen ...........................................................................5 1.2.1 1.2.2 1.3 2 Vragen over het product...........................................................................
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8 5.2.9 5.3 Bestemmingen beheren .........................................................................33 5.3.1 5.3.2 5.4 Het startpunt opgeven ...............................................................34 Routepunten opgeven ...............................................................34 Routepunten bewerken .............................................................35 Routes beheren ..........................................
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 1 Inleiding 1.1 Over dit handboek 1.1.1 Conventies Voor een betere leesbaarheid en ter verduidelijking worden in dit handboek de volgende schrijfwijzen gehanteerd: Vet en cursief: Productnamen KLEINE HOOFDLETTERS: Venster- en dialoognamen. Vet: Benadrukken van belangrijke tekstpassages. Onderstreept: Namen van knoppen, invoervelden en andere elementen van het gebruikersoppervlak.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 1.2.2 Handelsmerken Alle in het handboek vermelde en eventueel door derden beschermde handelsmerken zijn onbeperkt onderworpen aan de bepalingen van het telkens geldende merkenrecht en de eigendomsrechten van de telkens geregistreerde eigenaars. Alle hier genoemde handelsmerken, handelsnamen of firmanamen zijn of kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars zijn.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 2.2 2.3 Beschrijving van de NAVIGON 12xx | 22xx 1 Touchscreen (zie ook "Veiligheidsaanwijzingen voor het navigatieapparaat", pagina 8) 2 Sleuf voor MicroSD-geheugenkaart 3 Mini-USB-bus voor USB-kabel / autolaadkabel 4 Reset (zie ook "Problemen oplossen", pagina 56) 5 Aan/Uit Belangrijke veiligheidsaanwijzingen Lees a.u.b.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Opgelet! Volg de instructies van het navigatiesysteem alleen op als de omstandigheden en verkeersregels het toelaten! Het navigatiesysteem brengt u ook naar uw bestemming als u van de berekende route moet afwijken. Opgelet! Controleer voor elke rit of het navigatieapparaat correct en stevig in de houder zit.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 2.3.3 Veiligheidsaanwijzingen voor de inbedrijfstelling in het voertuig Opgelet! Bevestig de houder zodanig dat het navigatie-apparaat door de bestuurder goed te zien is en bediend kan worden. Het zicht van de bestuurder op het verkeer mag niet worden belemmerd! Opgelet! Bevestig de houder niet in het werkingsbereik van airbags.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Houder in elkaar zetten ► Zet de houder in elkaar zoals te zien is op de afbeelding. U heeft hiervoor geen gereedschap nodig. Houder bevestigen 1. Maak de plek op de voorruit schoon waar u de houder wilt aanbrengen. Deze moet droog en vrij van vuil en vet zijn. 2. Open de hendel bij de zuignap van de houder zo ver mogelijk. 3. Plaats de houder met de zuignap op de voorruit. 4. Druk de hendel bij de zuignap in de richting van de voorruit.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Navigatieapparaat in de houder plaatsen 1. Plaats het navigatie-apparaat in de onderste nokken van de houder. (zie afbeelding) 2. Druk het apparaat daarna tegen de houder, zodat de bovenste klem hoorbaar vastklikt. Navigatieapparaat van stroom voorzien Bij de levering van de NAVIGON 12xx | 22xx is een autolaadkabel inbegrepen, waarmee u het navigatieapparaat via de sigarettenaansteker van uw voertuig van stroom kunt voorzien.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx verkeersinformatie ontvangen. Indien gewenst kan het de route dynamisch wijzigen, om b.v. een file te ontwijken. 2.4.3 Geheugenkaart Een geheugenkaart is niet nodig om de NAVIGON 12xx | 22xx te gebruiken, omdat alle gegevens in het interne geheugen van het apparaat opgeslagen zijn. Als u de NAVIGON 12xx | 22xx met een USB-kabel op uw computer aansluit, wordt het interne geheugen als station 'NAVIGON' herkend.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Windows XP 1. Druk op Next >. 2. Druk op Finish.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Windows Vista ► Druk op Cancel. Windows 2000 1. Druk op Next >.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 2. Druk op Next >. 3. Druk op Next >.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 4. Druk op Finish. 2.5 Navigatie met GPS GPS is gebaseerd op in totaal minimaal 24 satellieten, die rond de aarde draaien en daarbij voortdurend hun positie en hun tijd uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt deze gegevens en berekent uit de verschillende positie- en tijdinformatie van de verschillende satellieten zijn eigen geografische positie. Voor een positiebepaling die exact genoeg is, zijn de gegevens nodig van ten minste drie satellieten.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx (Aan/Uit)! Als Opgelet! Druk niet langer dan 2 seconden op de toets u de toets langer dan 10 seconden lang indrukt, wordt een reset van de hardware uitgevoerd. Na een reset van de hardware moet u het touchscreen opnieuw kalibreren. Bovendien wordt de GPS-ontvanger opnieuw geïnitialiseerd, wat tot 20 minuten in beslag kan nemen.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 4 NAVIGON 12xx | 22xx bedienen 4.1 Informatie Langs de bovenrand van heel veel vensters bevinden zich diverse pictogrammen die informatie aangeven. GPS Het pictogram GPS kan de volgende toestanden van de GPS-ontvangst weergeven: Geen GPS (Geen symbool): De ingebouwde GPS-ontvanger is niet gereed voor gebruik. Neem contact op met de klantenservice, wanneer dit probleem zich al langer voordoet.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Zender wordt gezocht: De TMC-ontvanger is gereed voor gebruik, maar vindt geen zender die TMC-signalen uitzendt. Er is echter nog verkeersinformatie aanwezig. Dat kan bv. voorkomen als u net door een tunnel rijdt. TMC op stand-by: Verkeersinformatie kan worden ontvangen. Opmerking: De TMC-antenne is in de autolaadkabel geïntegreerd. Het pictogram Zender wordt gezocht kan daarom pas verschijnen, als de autolaadkabel niet op de NAVIGON 22xx aangesloten is.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Bij de invoer van bestemmingsgegevens hoeft u geen speciale tekens en accenten in te voeren. Het navigatiesysteem vult deze tekens automatisch voor u aan. Als u bv. naar de plaats "Bärnau" zoekt, dan voert u gewoon "BARNAU" in. Speciale tekens kunnen bij de benoeming van opgeslagen bestemmingen en routes handig zijn. 4.2.1 Speciale toetsen voegt een spatie in. wist het teken voor de cursor. opent het toetsenbord met cijfers.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Speciale tekens, accenten, andere letters Voor elk schrift is een ander toetsenbord met speciale tekens beschikbaar. opent het toetsenbord met Latijnse speciale tekens. opent het toetsenbord met cyrillische speciale tekens. opent het toetsenbord met Griekse speciale tekens. Zodra u een speciaal teken heeft ingevoerd, verschijnt automatisch weer het toetsenbord met letters. 4.2.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 4.3 Opties In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt bereiken. Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk "Opties" op pagina 38. 4.4 Menu's Sommige knoppen bevatten een menu dat bij bediening van de knoppen wordt geopend. ► Druk op een menupunt, om de functie ervan uit te voeren. Wanneer u het menu wilt sluiten zonder één van zijn functies uit te voeren, dan drukt u op de knop waarmee u het menu heeft geopend.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx ► Wanneer u de tekst volledig gelezen en begrepen heeft, druk dan op OK. Wanneer u deze aanwijzing niet wilt accepteren, druk dan op Annuleren, om de navigatieapparaat weer uit te schakelen. Het venster NAVIGATIE wordt geopend. Van daaruit heeft u toegang tot alle functies van de navigatietoepassing. Initialisatie van de GPS-ontvanger Zodra het navigatieapparaat is ingeschakeld, begint de initialisatie van de GPS-ontvanger.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 5.2 Bestemming opgeven Onder Nieuwe bestemming geeft u bestemmingen op waarheen u nog niet heeft genavigeerd of die u niet heeft opgeslagen. U kunt hier een adres opgeven, een POI selecteren of een bestemming van de snelle toegang selecteren. Opmerking: Als u voor de eerste keer een nieuwe bestemming opgeeft, wordt u gevraagd het land te selecteren waarin uw bestemming ligt.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 4. Voer het huisnummer in. Wanneer u het huisnummer niet kent, dan laat u het veld leeg. Wanneer u het huisnummer niet kent, maar wel de naam van een dwarsstraat in de buurt, druk op het veld Dwarsstraat en voer daar deze naam in. Het navigatiesysteem berekent dan een route naar de kruising van de beide opgegeven straten. Opmerking: U hoeft niet alle adresgegevens in te voeren.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Bijzondere bestemming in de buurt Bijzondere bestemmingen in de buurt zijn bijzondere bestemmingen die zich in een bepaalde omtrek van uw actuele locatie bevinden. U kunt zo bv. altijd gemakkelijk het volgende tankstation vinden, waar u zich ook bevindt. Opmerking: De GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de positiebepaling. Voldoende GPS-ontvangst herkent u aan het symbool (GPS gereed).
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Bijzondere bestemming van nationale betekenis Bijzondere bestemmingen van nationale betekenis zijn luchthavens, bezienswaardigheden en monumenten van nationale betekenis, grotere havens e.d. Zo kunt u b.v. bekende bezienswaardigheden ook vinden, wanneer u niet weet bij welke plaats deze horen. 1. Druk in het venster NAVIGATIE op Nieuwe bestemming > POI zoeken > in het hele land. Het venster POI IN HET HELE LAND wordt geopend. 2.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 3. Geef op uit welke categorie u een bijzondere bestemming wilt zoeken. Categorieën waaruit in de opgegeven stad geen bestemmingen aanwezig zijn, kunt u niet opgeven. Wanneer er voor de gekozen categorie subcategorieën zijn, wordt de lijst Subcategorie geopend. 4. Geef op uit welke subcategorie u een bijzondere bestemming wilt zoeken. De lijst Bestemming wordt geopend. Deze bevat, alfabetisch gesorteerd, bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie. 5.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx ► Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Algemeen, om in te stellen welke categorieën in de snelle toegang ter beschikking staan. Opmerking: De categorieën voor de functie Snelle toegang zijn dezelfde die ook voor de functie POI's op de route ter beschikking staan. (zie "Functies van de kaart in de modus Navigatie", pagina 44) Opmerking: De GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de positiebepaling.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx ► 5.2.5 Druk op (Kaart), om de bestemming op de kaart te zien. Laatste bestemmingen NAVIGON 12xx | 22xx slaat de laatste 12 bestemmingen waarheen u een navigatie heeft gestart, op in de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN. 1. Druk in het venster NAVIGATIE op Mijn bestemmingen > Laatste bestemmingen. 2. Druk op de bestemming waarheen u wilt navigeren. 3. Druk op op Navigatie starten. De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op de kaart weergegeven.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Meer informatie over het invoeren van het thuisadres vindt u in het hoofdstuk "Bestemming als thuisadres vastleggen" op pagina 33. ► Druk in het venster Naar huis op NAVIGATIE. Wanneer u uw adres nog niet heeft opgegeven, wordt u in een dialoogvenster daarop gewezen. De navigatie start. Hetzelfde routeprofiel als bij de laatste navigatie is van toepassing. 5.2.8 Bestemming op de kaart bepalen U kunt de bestemming voor een navigatie direct op de kaart bepalen.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx De navigatiebestemming is door een klein vlaggetje weergegeven. Het rijtraject en de vermoedelijke aankomsttijd worden weergegeven. ► Druk op aankomsttijd, als u in plaats daarvan de vermoedelijke rijduur wilt zien. Routeprofiel Aan de berekening van de route ligt een zogenoemd routeprofiel ten grondslag. ► Wanneer u dit routeprofiel nu wilt bekijken of wijzigen, druk dan op Routeprofiel.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Opmerking: Als u de bestemming op de kaart had gekozen, is de knop Demo niet beschikbaar. 5.3 Bestemmingen beheren Elke bestemming die u opgeeft en de bestemmingen uit de lijsten LAATSTE BESTEMMINGEN kunt u opslaan in de lijst FAVORIETEN. Dat is vooral zinvol wanneer u vaker naar deze bestemming gaat. Opmerking: Favorieten worden op de kaart door een klein vlaggetje met hun naam weergegeven.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx opslaan om ze opnieuw te gebruiken en zo een willekeurig aantal routes plannen, bijvoorbeeld voor uw vakantie. 1. Druk in het venster Opties op NAVIGATIE. De lijst met opties wordt geopend. 2. Druk op de optie Routeplanning. Het venster ROUTEPLANNING wordt geopend. 5.4.1 Het startpunt opgeven Het startpunt van een route is het punt waarop u met de rit wilt beginnen.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Vóór elk routepunt is het volgnummer ervan op een knop zichtbaar. 1. Druk op het veld Routepunt toevoegen. Het menu ROUTEPUNT wordt geopend. 2. Druk op de knop voor de gewenste manier om de bestemming op te geven. 3. Geef het routepunt op. (Zie het betreffende deel van het hoofdstuk "Bestemming opgeven", pagina 24 e.v.) 4. Druk op Toevoegen. Het gekozen routepunt is nu naast zijn volgnummer te zien.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Route opslaan Het venster ROUTEPLANNING is geopend. U heeft het startpunt en ten minste één routepunt opgegeven. 1. Druk op Opties > Route opslaan. 2. Voer een naam in voor de route. 3. Druk op Opslaan. De bestemming is nu opgenomen in de lijst OPGESLAGEN ROUTES. Het dialoogvenster wordt gesloten. Route laden 1. Druk op Opties > Opgeslagen routes. 2. Druk op de route die u wilt laden. 3. Druk op Route laden. Het venster ROUTEPLANNING wordt geopend.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Simulatie beëindigen De simulatie kan te allen tijde worden beëindigd. ► Druk op (Terug). Het venster ROUTEPLANNING wordt geopend. 5.4.7 Navigatie starten U heeft een route laten berekenen en weergeven. Routeprofiel Aan de berekening van de route ligt een routeprofiel ten grondslag. Wanneer u dit profiel nu wilt bekijken of wijzigen, druk dan op Routeprofiel.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 5.5 Opties In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt bereiken. ► Druk op Opties, om de lijst met opties te openen. ► Druk op de optie die u wilt uitvoeren. ► Wanneer u de lijst met opties wilt sluiten zonder een optie uit te voeren, dan drukt u weer op Opties. Aan route toevoegen: Opent de routeplanning. Het opgegeven adres wordt als startpunt van een nieuwe route ingevoegd.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Route opslaan: Opent een venster waarin u de geplande route onder een bepaalde naam kunt opslaan. (Zie "Route opslaan", pagina 36) Routebeschrijving: Toont een gedetailleerde beschrijving van de route met alle punten waar u moet afslaan. (Zie "Routebeschrijving", pagina 49) Routeplanning: Opent het venster ROUTEPLANNING. Daar kunt u routes plannen, geplande routes beheren en de navigatie op een geplande route starten.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Weergave van kaart > Landen in, om te zien welke kaarten momenteel worden gebruikt. U kunt daar ook een ander continent kiezen, als kaarten van landen van andere continenten op het navigatieapparaat ter beschikking staan. 5.6.2 Kaart in de modus Preview U heeft een bestemming opgegeven en op Navigatie starten gedrukt. - OF U heeft een route gepland of geladen en op Route weergeven gedrukt.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx informatie voor de afzonderlijke etappes kan niet worden geconfigureerd. ► ► Druk op Routeprofiel, om de instellingen te zien en evt. te wijzigen, die ten grondslag liggen aan de berekening van de route. Druk op Navigatie starten, om met de rit te beginnen. Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven, wordt evt. de route opnieuw berekend. Als startpunt wordt nu uw actuele locatie in de berekening opgenomen.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Wanneer u de kruising nadert, verschijnt behalve de afstandsinformatie ook een puntweergave: Hoe meer gele punten worden weergegeven, des te dichter bent u bij de kruising. Wanneer u lang niet hoeft af te buigen, verschijnt alleen een pijl voor rechtdoor met afstandsinformatie eronder, die aangeeft hoe ver u de betreffende weg moet volgen. ► 6 Druk op het grote pijlveld, om een actuele rij-instructie te horen.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 10 Uw actuele positie is op de kaart te zien (oranje pijl). Daarbij zorgt een continu veranderend kaartfragment ervoor, dat de actuele positie altijd op de kaart wordt weergegeven.. 11 Wanneer u op een route met meerdere etappes navigeert, ziet u in het veld Etappe de resterende afstand tot de volgende tussenbestemming en de vermoedelijke aankomsttijd. ► ► Druk op aankomsttijd, als u in plaats daarvan de vermoedelijke rijduur wilt zien.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Navigatie beëindigen Druk op (Terug), om de navigatie te beëindigen. Een dialoogvenster vraagt u om een bevestiging. Functies van de kaart in de modus Navigatie Druk op een willekeurig punt van de kaart in de modus Navigatie. Er worden knoppen met verschillende functies getoond. 2D/3D: Wisselt tussen 2D- en 3D-modus. Het pictogram geeft de momenteel ingestelde modus weer. Dag/Nacht: Wisselt tussen de display-modi "Dag" en "Nacht".
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx ► de afrit waar u de autosnelweg moet verlaten NAVIGON 12xx (Reality View light): ► de afrit waar u de autosnelweg moet verlaten De modus Reality View laat heel duidelijk zien welke bewegwijzering en welke banen u moet volgen. Deze weergave blijft onveranderd tot u het weergegeven punt bent gepasseerd. Daarna wisselt de kaart weer naar de modus Navigatie. ► Druk op een willekeurig punt van de kaart, om eerder naar de modus Navigatie te wisselen.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter, maar u ziet minder details. Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, maar u ziet meer details. Zoomen: Wanneer deze knop actief is, kunt u met de stift of met uw vinger een kaartfragment tekenen. Tekent u het kaartfragment van linksboven naar rechtsonder, dan wordt het vervolgens naar beeldschermgrootte gezoomd.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 2. Druk op (OK). Er verschijnen knoppen met verschillende functies. Daarheen navigeren: Start de navigatie naar het gekozen punt. Wanneer u zich net in een navigatie bevindt, wordt deze afgebroken. Tussenbestemming: Stelt het gekozen punt als tussenbestemming in. De navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kunt u de navigatie naar uw oorspronkelijke bestemming voortzetten.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Op de onderste helft van het venster vindt u knoppen voor 4 categorieën: Tankstation, Politie, Ziekenhuis, Apotheek. ► Druk op de betreffende knop. Het dichtstbijzijnde hulppunt van de gekozen categorie wordt weergegeven. U komt de naam, het adres, het telefoonnummer (indien bekend), en hoever en in welke richting het hulppunt van u verwijderd ligt te weten.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Opmerking: De blokkade heeft uitsluitend geldigheid voor de actuele navigatie. Bij een nieuwe navigatie is zij niet meer aanwezig. U voert net een navigatie uit. De kaart is geopend in de modus Navigatie. 1. Druk op een willekeurig punt op de kaart. Er worden knoppen met verschillende functies getoond. 2. Druk op Blokkade. Het menu BLOKKADE wordt geopend. 3. Voer in hoeveel kilometer u vanaf uw actuele locatie wilt blokkeren. De route wordt opnieuw berekend.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 2 Afstand tot deze kruising. 3 Rij-instructie en evt. naam van de straat waarin u moet afslaan. 4 Geeft aan of u over het betreffende routetraject wilt rijden of niet. (Toestaan): Het betreffende traject mag deel van de route zijn. (Verbieden): De route mag niet over het betreffende traject lopen. Routetrajecten blokkeren 1. Druk op de routetrajecten waar u niet over wilt rijden, zodat ernaast het pictogram 2. Druk op (Verbieden) verschijnt. (Route wijzigen).
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 1 De knop Verkeersberichten laat zien wat voor soort verkeersinformatie in de lijst staat en hoeveel meldingen aanwezig zijn. ► 2 3 Druk op Verkeersberichten, om vast te leggen welke meldingen worden weergegeven. Deze markering geeft weer dat de betreffende melding van een PremiumTMC-provider stamt. Hier ziet u hoe ernstig de belemmering is. Rood: Het traject is door de hindernis onpasseerbaar. Dat kan bv. bij zeer lange files of bij wegblokkades het geval zijn.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Met de knoppen (Omhoog) en van de meldingen bladeren. ► ► (Omlaag) kunt u door de lijst Druk op een melding om de details ervan te zien te krijgen. Druk op te sluiten. (Terug), om het venster VERKEERSBERICHTEN weer Opmerking: De meeste radiozenders melden uitsluitend verkeersbelemmeringen uit hun eigen land. Stem daarom altijd af op een zender van het land waarin u zich bevindt.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 6 NAVIGON 12xx | 22xx configureren Het venster INSTELLINGEN is het uitgangspunt voor alle aanpassingen waarmee u NAVIGON 12xx | 22xx naar uw persoonlijke voorkeur instelt. Instellingen kunnen worden bereikt via de opties van vele vensters van de navigatietoepassing. ► Druk op Opties > Instellingen. Het venster INSTELLINGEN van de navigatietoepassing heeft meerdere knoppen: Navigatie, Routeprofiel, Weergave van kaart en Algemeen.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Bij elke instelling is er een knop (Help). Wanneer u daarop drukt, vindt u een nauwkeurige toelichting bij de betreffende instelling. U kunt instellingsvensters op twee manieren sluiten: ► Druk op OK. ► Druk op Annuleren. Wijzigingen die u heeft uitgevoerd, worden overgenomen. Wijzigingen die u heeft uitgevoerd, worden niet overgenomen.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 7 Bijlage 7.1 Technische gegevens Afmetingen Gewicht Gebruiksomstandigheden 95,8 x 72,3 x 17,6 mm ca.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 7.2 Conformiteitsverklaring Het in dit handboek beschreven apparaat NAVIGON 12xx | 22xx is o.a. voorzien van de CE-markering.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Ik heb een laadapparaat op de NAVIGON 12xx | 22xx aangesloten. Op het display wordt een verbinding met een computer weergegeven. of Ik heb de NAVIGON 12xx | 22xx op de computer aangesloten, maar deze wordt niet herkend als verwisselbaar opslagmedium. De USB-stekker van het laadapparaat is niet helemaal in de behuizing gestoken. 1. Trek de stekker uit. Het navigatie-apparaat voert een nieuwe start uit. Wacht tot de navigatiesoftware weer geladen is. 2.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Ik kan de instelling "Waarschuwen voor verkeerscontroles" niet wijzigen. Het veld is gedeactiveerd. ► Druk eerst op de knop (Help) van deze instelling. Een venster met een opmerking wordt geopend. Lees deze opmerking. ► Druk op OK. Het venster met de opmerking wordt gesloten. Nu kunt u de functie Waarschuwen voor verkeerscontroles activeren. Opmerking: Gebruik uitsluitend accessoires die door NAVIGON uitdrukkelijk voor de NAVIGON 12xx | 22xx beoogd zijn.
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx 9 Trefwoordenregister A Actuele locatie Opslaan ........................................ 48 Adres ................................................. 24 B Bestemming Adres ............................................ 24 Favorieten ..................................... 30 Laatste bestemmingen ................. 30 Mijn bestemmingen....................... 24 Naar huis ................................ 30, 33 Navigatie starten...........................
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx M R Menu ................................................. 22 Mijn bestemmingen ........................... 24 Reality View ...................................... 44 Routebeschrijving Blokkade....................................... 50 Tonen ............................... 32, 37, 49 Routeplanning ................................... 33 Routeprofiel................................. 32, 37 Routepunt overslaan ......................... 44 Routepunten Startpunt ........
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx Troubleshooting................................. 56 Tuningmodus..................................... 52 Tussenbestemming ........................... 44 V Veiligheidsaanwijzingen...................... 7 Verkeersberichten Nieuwe berekening....................... 52 Tonen ........................................... 50 Tuningmodus ................................ 52 Volume .............................................. 43 W Waarschuwen voor verkeerscontroles............