Operation Manual
Gebruikershandboek NAVIGON 63xx
Navigatie - 45 -
Wanneer u een ander startpunt wilt opgeven:
2. Druk op de betreffende knop.
3. Geef het startpunt op. (zie het betreffende deel van het hoofdstuk
"
Bestemming opgeven", pagina 27)
4. Druk op Startpunt instellen
.
Het gekozen startpunt wordt nu naast de knop 0
(Startpunt)
weergegeven.
Startpunt wijzigen
► Druk op het startpunt (knop 0).
Het menu S
TARTPUNT wordt geopend. U kunt nu een ander startpunt
opgeven. Ga te werk zoals hierboven beschreven.
7.4.2 Routepunten opgeven
De routepunten van een route zijn de bestemmingen waarheen u wilt
navigeren.
Vóór elk routepunt is het volgnummer ervan op een knop zichtbaar.
1. Druk op het veld Routepunt toevoegen
.
Het menu R
OUTEPUNT wordt geopend.
2. Druk op de knop voor de gewenste manier om de bestemming op
te geven.
3. Geef het routepunt op. (zie het betreffende deel van het hoofdstuk
"
Bestemming opgeven", pagina 27)
4. Druk op Toevoegen
.
Het gekozen routepunt is nu naast zijn volgnummer te zien.
Herhaal deze stappen voor elke verdere bestemming die u aan de route
wilt toevoegen.
7.4.3 Routepunten bewerken
Routepunten kunnen uit een route worden gewist. De volgorde van de
routepunten kan naar believen worden veranderd.
Opmerking: Het startpunt (volgnummer "0") kunt u noch verschuiven
noch wissen. U kunt echter een ander routepunt tot startpunt maken,
wanneer voor het startpunt niet de instelling Actuele locatie
werd
gekozen.
► Druk op het routepunt dat u wilt bewerken.
Het contextmenu bevat de volgende knoppen:
Routepunt naar voren: schuift het gekozen routepunt verder naar voren.
(Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 1)