Operation Manual

Gebruikershandboek NAVIGON 63xx
- 84 - Handsfree-module
1. Zorg ervoor dat Bluetooth zowel op de mobiele telefoon als op de
NAVIGON 63xx geactiveerd is. Om ervoor te zorgen dat vanaf de
mobiele telefoon kan worden gekoppeld, moeten op de
NAVIGON 63xx ook de functies Te herkennen door anderen
en
Andere mogen verbinden
zijn geactiveerd.
2. Laat uw mobiele telefoon naar andere Bluetooth-apparaten zoeken.
Het navigatie-apparaat wordt als NAVIGON herkend.
3. Breng een verbinding op gang met het herkende apparaat
NAVIGON.
De mobiele telefoon vraagt u om een toegangscode in te voeren.
4. Voer een toegangscode in (1-16 cijfers).
De NAVIGON 63xx vraagt u om een toegangscode in te voeren.
5. Voer in het veld Code
dezelfde toegangscode in als op de mobiele
telefoon en druk op
(OK).
De koppeling wordt uitgevoerd en de beide apparaten verbinden
zich. Het verbonden apparaat verschijnt in de lijst V
ERTROUWDE
APPARATEN
. (Groen symbool (Verbonden))
11.1.3 Apparaat verbinden
Met verbinden wordt elke verdere verbinding tussen reeds een keer
gekoppelde Bluetooth-apparaten aangeduid. Daarbij hoeft geen
toegangscode meer te worden ingevoerd.
Automatisch verbinden
Opmerking: De NAVIGON 63xx moet op uw mobiele telefoon in de
Bluetooth-instellingen als "geautoriseerd" of "geautoriseerd apparaat"
zijn opgeslagen, zodat een automatische verbinding mogelijk is (de
precieze bewoording kan afhankelijk van de fabrikant variƫren). Verdere
informatie vindt u in het handboek van uw mobiele telefoon.
Als het apparaat waarmee u een verbinding tot stand wilt brengen, het
laatst verbonden apparaat was en de instelling Laatste verbinding tot
stand brengen is geactiveerd, dan wordt de verbinding automatisch tot
stand gebracht zodra het apparaat zich binnen bereik bevindt.
Handmatig verbinden
Als net een Bluetooth-verbinding met een apparaat bestaat, hoeft u
deze verbinding niet eerst te verbreken, voordat u met een ander
apparaat een verbinding tot stand brengen. De bestaande verbinding
wordt automatisch verbroken zodra u de verbinding met een ander
apparaat tot stand brengt.
1. Zorg ervoor, dat Bluetooth op uw navigatie-apparaat geactiveerd is.