Operation Manual

Gebruikershandboek NAVIGON 14xx | 24xx
- 38 - Navigatie
Wissen: wist het geselecteerde routepunt. Een dialoogvenster vraagt u
om het wissen te bevestigen.
5.4.4 Routes beheren
Elke geplande route kunt u onder een bepaalde naam opslaan.
Opmerking: Alleen het startpunt en de routepunten worden
opgeslagen, maar niet de berekende route. Wanneer u een opgeslagen
route laadt, moet deze vóór de navigatie opnieuw worden berekend.
Opgeslagen routes kunt u laden, een nieuwe naam geven of wissen.
Route opslaan
Het venster ROUTES EN TRACKS is geopend. U heeft het startpunt en ten
minste één routepunt opgegeven.
1. Druk op Opties
> Route opslaan.
2. Voer een naam in voor de route.
3. Druk op Opslaan
.
De bestemming is nu opgenomen in de lijst O
PGESLAGEN ROUTES
EN TRACKS
. Het dialoogvenster wordt gesloten.
5.4.5 Route of track laden
1. Druk op Opties > Opgeslagen routes en tracks.
De lijst O
PGESLAGEN ROUTES EN TRACKS wordt geopend. Daarin
worden alle opgeslagen routes en tracks in alfabetische volgorde
weergegeven.
Een pictogram voor de naam geeft aan of het om een route (
)
of om een track (
) gaat.
Als u een route wilt laden:
2. Druk op de route die u wilt laden.
3. Druk op Route laden
.
Het venster R
OUTES EN TRACKS wordt geopend. Het startpunt en de
routepunten van de geladen route zijn genoteerd. Bij de
routeberekening wordt het startpunt vervangen door de actuele
positie. De navigatie gaat dan naar het eerste routepunt.
Als u een track wilt laden:
2. Druk op de track die u wilt laden.
3. Druk op Track laden
.
Het venster R
OUTES EN TRACKS wordt geopend. Als startpunt is de
actuele locatie genoteerd. De geladen track is als routepunt 1