Operation Manual

Gebruikershandboek MobileNavigator 6
Werken met de kaart - 37 -
Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter,
maar u ziet minder details.
Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner,
maar u ziet meer details.
Zoomen: Wanneer deze knop actief is, kunt u met de stift of
met uw vinger een kaartfragment tekent.
Tekent u het kaartfragment van linksboven naar rechtsonder,
dan wordt het vervolgens naar beeldschermgrootte gezoomd.
Tekent u het kaartfragment van rechtsonder naar linksboven,
dan wordt uit de kaart uitgezoomd.
Verschuiven: Wanneer deze knop actief is, kunt u met de stift
of met uw vinger het weergegeven kaartfragment veranderen.
Schuif de kaart gewoon in de gewenste richting.
Hele route: Zoomt de kaart zodanig, dat de hele route
zichtbaar is.
Huidige locatie: Kiest het weergegeven kaartfragment zodanig,
dat de huidige locatie in het midden ligt.
8.4.1 Werken in de Bestemming zoeken modus
1. Druk op het punt waarheen u wilt navigeren.
Het punt van bestemming waarop u heeft gedrukt,
verschijnt onder het dradenkruis.
In het onderste derde deel van het beeldscherm
verschijnen de geografische coördinaten van het punt van
bestemming en het betreffende adres.
2. Druk op de knop
(OK).
Er verschijnen knoppen met verschillende functies.