Operation Manual

Gebruikershandboek MobileNavigator 6
Voordat u begint - 7 -
Fins: support.fin@navigon.com
Frans:
support.fr@navigon.com
Italiaans:
support.it@navigon.com
Nederlands:
support.nl@navigon.com
Noors:
support.no@navigon.com
Zweeds:
support.se@navigon.com
Spaans:
support.es@navigon.com
2 Voordat u begint
2.1 Installatie van de software
1. Plaats de meegeleverde geheugenkaart in het apparaat.
Omerking: De geheugenkaart moet tijdens het gebruik van
het navigatiesysteem in het apparaat blijven.
2. Schuif de hoofdschakelaar op de onderkant van het
apparaat met de stift op de positie ON.
De installatie wordt uitgevoerd.
2.2 Navigatie met GPS
GPS is gebaseerd op in totaal 24 satellieten, die rond de aarde
draaien en daarbij voortdurend hun positie en hun tijd
uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt deze gegevens en
berekent uit de verschillende positie- en tijdinformatie van de
verschillende satellieten zijn eigen geografische positie.
Voor een positiebepaling die exact genoeg is, zijn de gegevens
nodig van ten minste drie satellieten. Met de gegevens van 4
of meer satellieten kan ook de hoogte boven de zeespiegel
worden bepaald. De positiebepaling gebeurt daarbij tot op 3
meter nauwkeurig.
Wanneer
MobileNavigator 6 uw positie heeft bepaald, kan
deze positie als uitgangspunt dienst doen voor een
wegberekening.
Het kaartmateriaal van uw navigatie-apparaat bevat de
geografische coördinaten van alle digitaal vastgelegde
bijzondere bestemmingen, straten en plaatsen. Het navigatie-
apparaat kan zodoende een weg berekenen vanaf een
beginpunt naar een bestemming.