Operation Manual

8120 Installatie- en bedieningshandleiding12
2 Normaal gebruik
Toetsenoverzicht
ESC
– Ga terug naar een eerder menu of venster. Alle
gemaakte veranderingen worden genegeerd. In de
landkaartstand wordt de landkaart gecentreerd rond de
boots positie.
DISPLAY
– Dit is een krachtige functietoets die u in staat stelt
om het beeldscherm op uw eigen manier in te stellen.
Hoofdbeeldschermen kunnen worden bewaard als favoriete
beeldschermen voor eenvoudige toegang via de -toets.
MENU
– Geeft een optiemenu weer voor het huidige actieve
venster.
ENTER
– Begin een actie of accepteer een verandering.
/
– Deze toets verandert het bereik in een venster, bv.
Landkaart of Sonarzoom
,
,
,
– Cursortoetsen, om de cursor of de
selectiemarkering te bewegen.
– De toets selecteert met welk venster uw werkt.
Het actieve venster wordt door een rode rand gemarkeerd.
– De -toets stelt u in staat om snel tussen uw
favoriete beeldschermen te schakelen.
GOTO
AUTO
– Voor een navigatiebeeldscherm: Begin naar een punt,
waypoint of over een route te navigeren (zie paragraaf 3-4).
Voor sonarbeeldscherm: Selecteer een sonarbedieningsstand
(zie paragraaf 8-1).
SETUP
– De instellingstoets brengt u naar het instellingsmenu
dat uitgebreide configuratie van de 8120 biedt.
– Deze toets plaats een waypoint op het actieve
landkaartvenster.
– Man overboord (MOB, zie paragraaf 2-3).
– Schakel instrument aan en uit (zie paragraaf 2-2); pas het
achtergrondlicht aan (zie paragraaf 2-3).
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Beeldscherm – Alle vensters en de datatitel/het kompas
Venster – Een deel van het beeldscherm waarin een bepaalde functie wordt weergegeven,
bijv. Het landkaartvenster op een Landkaart + Sonarbeeldscherm.