Operation Manual

8120 Installatie- en bedieningshandleiding13
2-1 Gebruik van de toetsen
In deze handleiding betekent:
Drukken dat voor minder dan een
seconde op een toets wordt gedrukt.
Vasthouden dat de toets ingedrukt blijft.
De interne pieper piept wanneer een toets
wordt ingedrukt (om het piepvolume aan te
passen, zie paragraaf 19-1).
Gebruik van de menu’s
Bedien het instrument door items van
de menus te selecteren. Items kunnen
submenus, commando’s of data zijn.
Selectie van een submenu
Een na een menu geeft een submenu weer,
bijv. een Landkaart . Druk op
of
om de
markering naar het submenu te verplaatsen
en druk dan op
ENTER
.
Beginnen van een commando
Druk op
of
om de markering naar het
commando te verplaatsen, bijv. Ga naar
cursor en druk dan op
ENTER
.
Verandering van data
Druk eerst op
of
om de markering te
verplaatsen naar de te veranderen data en
vervolgens:
a) Om een aanvinkvakje te veranderen
betekent Aan of Ja
betekent Uit of Nee.
Druk op
ENTER
of
om het aanvinkvakje te
veranderen.
b) Om een optie te selecteren
1 Druk op
ENTER
om een lijst met opties
weer te geven.
2 Druk
of
om de markering te
verplaatsen naar de gewenste optie en
druk vervolgens op
ENTER
.
c) Om een naam of nummer te veranderen:
1 Druk op
ENTER
om naam of nummer weer
te geven:
2 Druk op
of
om een letter of cijfer
die/dat veranderd moet worden te
selecteren. Druk op
of
om een letter
of cijfer te veranderen.
Herhaal dit om andere letters of cijfers te
veranderen.
3 Druk op
ENTER
om de nieuwe waarde
te accepteren. Of druk op
ESC
om de
veranderingen te annuleren.
d) Om een glijdende waarde te veranderen
Druk op
om de waarde te verlagen of
om de waarde te verhogen.