Operation Manual

8120 Installatie- en bedieningshandleiding68
17-4 Instelling > GPS
Druk een of meerdere keren op
MENU
, totdat
het Instellings-menu wordt weergegeven en
selecteer GPS:
GPS-bron
NMEA: Gebruik de bijgeleverde externe
GPS-antenne of een externe GPS- of
DGPS-bron aangesloten via NMEA (zie
paragraaf 18-12).
NavBus: Gebruik een externe GPS- of
DGPS-bron, aangesloten via NavBus (zie
paragraaf 18-11).
DGPS-bron
Zie paragraaf 18-5
Herstart GPS
Zie paragraaf 18-5
Statische navigatie
Wanneer de boot stopt of heel langzaam
vaart worden de GPS-snelheid en -koers
grillig. Statische navigatie zorgt ervoor dat
onregelmatige waarden worden uitgefilterd:
0,01 tot 99,9: Indien de snelheid van de
boot lager is, dan wordt de snelheid als nul
weergegeven en zal de koers onveranderd
blijven.
0 (Uit): De berekende snelheid en koers
worden altijd gebruikt.
Snelheid- en koersfilter
Golven en wind zorgen ervoor dat de
snelheid en de koers van de boot enigszins
fluctueren. Voor stabiele aflezingen zal het
instrument deze waarden berekenen door
verschillende metingen te doen en hiervan
het gemiddelde te nemen.
Een lagere waarde neemt het gemiddelde
over een kortere periode. Dit geeft de
meest precieze waarden maar ook de
grootste schommelingen.
Een hogere waarde neemt het
gemiddelde over een langere periode.
Dit geeft de meest stabiele waarde maar
zal een aantal [werkelijke] plotselinge
snelheidsveranderingen negeren.
Stel de snelheid- en koersfilters in op de
laagste waarden die nog een stabiele aflezing
geven. Het bereik van elk filter is van 1 tot 60
seconden of Uit (0).
Oppervlakte opruimfilter
Gebruik dit filter om oppervlakteruis te
verbergen. Belangrijke echo’s, zoals van vis,
zullen nog steeds worden weergegeven.
Signaallengte
Dit kan worden gebruikt om de lengte
van het verzonden ultrasone signaal te
specificeren. Een korte signaallengte
verbetert het vensterdetail maar bevat
minder energie en daarom dringt het niet zo
ver in het water door als een langer signaal.
Er is een keuze uit Auto, Kort, Medium
of Lang. De Auto-instelling wordt
aanbevolen.
Signaalsterkte
Dit kan worden gebruikt ter specificatie
van de stroomoutput van het verzonden
ultrasone signaal. Een lagere stroomoutput
spaart de accu en produceert een heldere
weergave in ondiep water.
Er is een keuze uit Auto, Kort, Medium
of Lang. De Auto-instelling wordt
aanbevolen.