Operation Manual

8120 Installatie- en bedieningshandleiding71
17-6 Instelling > Traject
Druk op
SETUP
en selecteer vervolgens
Traject:
Traceren registreert de koers en geeft deze
weer op de kaart (zie paragraaf 3-5). Vijf
verschillende trajecten kunnen worden
geregistreerd: traject 1 heeft maximaal 2000
punten en trajecten 2, 3, 4 en 5 hebben elk
maximaal 500 punten.
Registreren
Uit: Het instrument stopt de registratie
van een traject.
1 tot 5 (selecteer een trajectnummer):
Het instrument begint de koers van de
boot te registreren op het geselecteerde
traject.
Weergave
Uit: Er wordt geen traject weergegeven
op de landkaart.
1 tot 5 (selecteer een trajectnummer):
Het geselecteerde traject wordt
weergegeven op de landkaart.
Plottinginterval
Selecteer de plotting- en de
registratieinterval. De opties zijn Afstand
of Tijd.
Afstand
Selecteer de afstandsplottinginterva:
0,01, 0,05, 0,1, 0,5, 1,0, 2,0, 5,0 of 10,0
afstandseenheden.
Tijd
Selecteer de tijdsplottinginterval: 1, 5, 10 of
30 seconden of 1 minuut.
Gebruikt geheugen
Het percentage van het geheugen dat wordt
gebruikt voor registratie van dit traject.
Tip: Gebruik het gebruikerskaartvenster
om het aantal geregistreerde punten per
traject te controleren
(zie paragraaf 15).
Traject verzenden
Deze optie is inbegrepen voor compatibiliteit
met oudere instrumenten. Neem voor
informatie contact op met uw Navman-
leverancier.
Traject wissen.
De data van het traject dat geselecteerd was
voor registratie (zie bovenstaand) wordt
gewist.