Operation Manual

8120 Installatie- en bedieningshandleiding72
Druk op
SETUP
en selecteer dan Alarmen:
17-7 Instelling > Log
Druk op
SETUP
select vervolgens Log:
De waarden kunnen onafhankelijk van elkaar
worden gereset. Deze logwaarden worden
bewaard wanneer het instrument wordt
uitgeschakeld.
Reset tochtafst
Dit reset de tochtafstand tot nul.
Reset totale afst
Dit reset de totale afstand tot nul.
Reset motoruren
Gebruik deze optie om de motoruren op
nul te resetten. Dit kan handig zijn na een
motorservice of om de motoruren tussen
onderhoudsbeurten bij te houden.
17-8 Instelling > Alarmen
Voor de XTE-, Vis- en verlies van
DGPS-positie-alarmen, selecteer om
het alarm in te schakelen of om het alarm
uit te schakelen. Voor de andere alarmen
dient een alarmreactiewaarde te worden
ingevoerd om het alarm in te schakelen. Het
alarm zal telkens als de alarmwaarde wordt
bereikt af gaan. Bijv.: Het Gevaaralarm zal
afgaan indien de boot dichter bij een gevaar-
waypoint komt dan de alarmreactiewaarde
en het Ankeralarm zal afgaan wanneer de
boot met meer dan de alarmreactiewaarde
beweegt. Voer om deze alarmen uit te
schakelen een alarmreactiewaarde in van 0
(nul).
De status van een alarm kan worden
weergegeven in de datatitel (Zie paragraaf 2-
7-3). De alarmstatus geeft een symbool weer
voor elk alarm in gebruik is. Het symbool is
normaal gesproken zwart en wordt rood als
het alarm afgaat.