Operation Manual

8120 Installatie- en bedieningshandleiding80
Optionele sensoren en instrumenten
Externe alarmen: Lichten of piepers aan
boord om alarmen te doen klinken (zie
paragraaf 18-4).
GPS of DGPS-antenne: voor GPS-navigatie,
zie paragraaf 18-5.
Sonartransducer: Voor dieptepeilingen en
fishfinding, zie paragraaf 18-6.
Brandstofsensors: Voor brandstoffuncties.
Het instrument kan deze optionele
brandstofdebietsensors gebruiken, geplaatst
op een of twee motoren.
Navman benzinesensors (zie paragraaf
18-7)
Navman dieselsensors (zie paragraaf 18-8)
SmartCraft brandstofsensors (zie
paragraaf 18-10)
DSC VHF-radio: Traceert andere boten met
GPS-ontvangers en DSC-radios en geeft
barometrische druk weer (zie paragraaf 18-9).
SmartCraft: Met een of twee Mercury
benzinemotoren die geschikt zijn voor
SmartCraft kan het instrument motordata
en trim weergeven en sleeplijnsnelheid
beheersen (zie paragraaf 18-10).
Andere instrumenten: Het instrument kan
ook data ontvangen en versturen van/naar
andere instrumenten via NavBus of NMEA (zie
paragrafen 18-11 en 18-12).
Vraag uw Navman-leverancier om meer
informatie.
Reserve logwiel
C-MAP™ NT-MAX, NT+ of NT-landkaart SD-kaarten.
NAVMAN draagtas.
NAVMAN NavBus aansluitdozen vereenvoudigen bedrading, in het bijzonder wanneer
meerdere instrumenten worden aangesloten. Voor meer informatie, zie de NavBus
Installatiehandleiding.
18-2 Installatie: Opties en accessoires