Operation Manual

8120 Installatie- en bedieningshandleiding96
Appendix C Woordenlijst en navigatiedata
Luchttemp - Luchttemperatuur (hiervoor is
een Navman 7200 VHF radio benodigd).
Alarmstatus - Geeft symbool weer (zie
paragraaf 17-8) voor elk alarm dat is
ingeschakeld. Het symbool is normaal
gesproken zwart en wordt rood als het alarm
afgaat.
Aandachtsgebied - Een belangrijk gebied op
de landkaart, zoals een beperkte ankerplaats
of een ondiep gebied (zie paragraaf 17-2).
Dieptelijn - Een dieptecontourlijn op de
landkaart.
Landkaartkaart - Een insteekkaart waarop
data voor een bepaald gebied staat (zie
paragraaf 1-3).
C-MAP landkaartkaart - Zie landkaartkaart
C-MAP gebruikerskaart - Zie
gebruikerskaart.
Cursor - Een -symbool op het beeldscherm
(zie paragraaf 3-2).
DGPS - Differential Global Positioning
Systeem. Navigatiegereedschap, gebaseerd
op GPS waarvoor een aantal fouten wordt
gecorrigeerd (zie paragraaf 8).
DTN - Afstand tot de volgende positie waar
de 8120 naartoe navigeert, of een waypoint
of de cursor.
Visvoorspeller - Een geschatte
waarschijnlijkheid om vis te vangen,
gebaseerd op barometrische druk. Des te
meer vissen worden weergegeven, des te
groter de waarschijnlijkheid (Navman 7200
VHF radio benodigd).
Versnelling - De versnelling waarin de motor
zich bevindt (SmartCraft is benodigd).
Ganaar - Een eenvoudige manier om
simpelweg rechtstreeks naar een waypoint
of naar de cursorpositie te navigeren (zie
paragraaf 3-1).
GPS - Differential Global Positionings
Systeem. Satelliet-gebaseerd
navigatiegereedschap (zie paragraaf 8).
Etappe - de rechte segmenten van een
route tussen waypoints. Een route met vier
waypoints heeft drie etappes.
MOB - Man overboord.
MOB-functie - Start navigatie terug naar de
plaats waar iemand overboord is gevallen (zie
paragraaf 2-4).
NavBus - Een manier om Navman
instrumenten op elkaar aan te sluiten om
data te delen (zie paragraaf 18-11).
NMEA - National Marine Electronics
Association.
NMEA 0183 - Een standaard voor het
interfasen van scheepvaartelektronica (zie
paragraaf 18-12).
Route - Twee of meer waypoints die op
volgorde worden gelinkt zodat ze een koers
voor de boot vormen (zie paragraaf 7).
Sonarstatus - Een samenvatting van de
sonarinstelling.
TTN - Tijd tot de volgende positie waar de
8120 naartoe navigeert, dit is of een waypoint
of de cursor.
Gebruikerskaart - een insteekkaart die
waypoints, routes en trajecten bewaart (zie
paragraaf 1-2).
UTC - Universal Time Coordinated of
gecoördineerde universele tijd. Dit is een
standaard wereldtijd, voorheen Greenwich
Mean Time (GMT) genaamd.
Waypoint - Een positie die ingesteld kan
worden op de instrument-landkaart, bijv.
een visplek of een punt op een route (zie
paragraaf 6).
Weer - Een schatting van het weer,
gebaseerd op barometrische druk (Navman
7200 VHF radio benodigd).