Operating Instructions and Installation Instructions

FISH 4350 en FISH 4380 Manual de Instalação e Operações70
NAVMAN
vaart over een u bekende afstand.
Opmerking: voor accurate kalibratie:
De snelheid van een gps-ontvanger dient
groter te zijn dan 5 knopen.
• De snelheid
van een andere
logwieltransducer
dient tussen de
5 en 20 knopen
te zijn.
• U bereikt het
beste resultaat in
kalm water met
minimale stroming
(tijdens hoog- of
laagwater).
Gebruik de cursortoetsen zodat de snel-
heid in het venster wordt weergegeven en
vergroot of verklein dan de weergegeven
waarde zodat deze overeenkomt met de
onafhankelijk gemeten snelheidswaarde.
Temperatuur
De fabrieksinstelling zou voldoende moeten
zijn voor normaal gebruik. Indien u echter het
temperatuurbeeldscherm wenst te kalibreren,
meet dan eerst de watertemperatuur met een
thermometer die accuraat is.
Gebruik de cursortoetsen om het temperatuur-
venster weer te geven en vergroot of verklein
dan de weergegeven waarde zodat deze
overeenkomt met de onafhankelijk gemeten
temperatuurwaarde. De temperatuur kan wor-
den ingesteld op een waarde tussen 0° - 37,7°C
met een resolutie van 0,1° eenheid.
Om de eenheid te veranderen naar
°F (Fahrenheit) of °C (Celsius), zie sectie 3-6
Instelling > Eenheden.
Brandstof
Kalibratie van brandstofverbruik kan de precisie
van brandstofmetingen vergroten.
Bij twinmotoren dienen beide brandstoftrans-
ducers gekalibreerd te worden. Dit kan tege-
lijkertijd worden gedaan met twee draagbare
tanks of op een verschillend tijdstip als u één
draagbare tank gebruikt.
Voor kalibratie van brandstoftransducer(s)
is precieze meting van brandstofverbruik
noodzakelijk. Dit doet u het eenvoudigst met
een kleine draagbare tank. U dient tenminste
15 liter brandstof te gebruiken voor een ac-
curate kalibratie.
Het is vaak erg moeilijk om ondervloerse tanks
tweemaal tot precies hetzelfde niveau te vullen
als gevolg van grote luchtbellen. Des te meer
brandstof u gebruikt, des te accurater de ka-
libratie zal zijn.
Om (een) brandstoftransducer(s) te kalibreren,
volgt u de volgende stappen:
1. Noteer het niveau van de in de tank(s)
aanwezige brandstof.
2. Verbind de draagbare tank(s) aan de mo-
tor via de brandstoftransducer(s).
3. Laat de motor op normale kruissnelheid
lopen totdat minimaal 15 liter benzine is
verbruikt per motor.
4. Controleer de eigenlijke hoeveelheid
brandstof die wordt gebruikt per mo-
tor door de draagbare tank(s) tot het
oorspronkelijk niveau bij te vullen. Na het
vullen leest u het aantal liters af van de
benzinepompmeter.
5. Kies Brandstof. Gebruik de cursortoet-
sen om de afgelezen waarde voor elke
motor zo te veranderen dat ze overeenko-
men met het aantal liters dat u van de
benzinepomp heeft afgelezen.
6. Druk op ENT wanneer de afgelezen
waarde klopt.
Opmerking: Indien het erop lijkt dat de brand-
stofkalibratieopties na bepaalde tijd foutieve
waarden geven, controleer dan eerst dat
de brandstofsensor correct is geïnstalleerd,
in overeenstemming met de bijgeleverde
instructies en check vervolgens Appendix B
- Problemen oplossen.Important : si, après
avoir étalonné la consommation d’essence,
les données essence afÞ chées à l’écran vous
semblent erronées au bout de quelques temps,
vériÞ er l’installation du capteur (voir notice de
montage du capteur). Si l’installation est cor-
recte, consulter alors l’appendice B “En cas
de problème”.
Kielafstand
Kielafstand is een dieptecorrectie die de ver-
ticale afstand tussen de dieptetransducer en
de plaats waar vanuit de diepte gemeten zou
moeten worden weergeeft.
Voer een positieve kielafstandwaarde in indien
de transducer zich onder het wateroppervlak
bevindt, maar weergave van de totale diepte
gewenst wordt.
Voer een negatieve kielafstandwaarde in wan-
neer weergave van de diepte onder het diepste
deel van de boot wordt gewenst (zoals de kiel,
het roer of de propeller) en de transducer zich
dichter bij het wateroppervlak bevindt.
Gebruik de cursortoetsen om Kielafstand te
kiezen en druk dan op
om het Kielafstand-
venster weer te geven.
Gebruik de
of
cursortoetsen om de waarde
aan te passen.
Opmerking: De boot in de illustratie is een ’door-de-romp’-transducer
Wateroppervlak
Diepte van de transducer
Negatieve
waarde
Transducer
Positieve
waarde