Pilot 3380 Fish 4432 A U T /O 4433 P I L O T F I S H F I N D E R S www.navman.
Inhoud 1 Introductie ............................................................................................................................................4 1-1 Voordelen van de FISH 4432/4433 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1-2 Hoe de FISH 4432/4433 werkt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2 Normaal gebruik ..........................................................
6 Installatie en onderhoud ..................................................................................................................... 27 6-1 Wat er bij dit product geleverd wordt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 6-2 Opties en accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 6-3 Bevestigen en verwijderen van het beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Introductie Gefeliciteerd met uw keuze voor een Navman fishfinder. Voor optimaal gebruiksgemak raden we aan deze handleiding, voor installatie en gebruik, goed te lezen. Deze handleiding legt ook uit hoe de FISH 4432/4433 effectief bediend wordt en geeft oplossingen voor problemen en tips voor beter functioneren. Deze handleiding beschrijft de installatie en instelling van de FISH 4432/4433 en de bijbehorende dubbele frequentie spiegeltransducer.
1-2 Hoe de FISH 4432/4433 werkt pixellijn wordt weergegeven. De recentste echo’s verschijnen uiterst rechts op het scherm, terwijl de oudere echo’s naar links worden gescrollt, om uiteindelijk van het scherm te verdwijnen. De FISH 4432/4433 bestaat uit twee onderdelen: - de transducer die aan de romp vastzit - het beeldscherm. De transducer genereert een ultrasoon signaal (buiten het menselijk gehoorbereik), dat zich naar de bodem beweegt met een snelheid van 1463 m/sec en dat zich in kegelvorm uitspreidt.
de transducer niet opzettelijk was verbroken, dient u de fishfinder uit te schakelen en verwijzen we naar Problemen oplossen in Appendix B.) Stroom Aan / Auto-power Druk op om de fishfinder in te schakelen. Indien de fishfinder auto-power-bedrading heeft zal het instrument automatisch inschakelen als het contact van de boot wordt in geschakeld. Dit zorgt ervoor dat de motorurenteller en optionele brandstoffuncties worden geactiveerd. Een titelbeeldscherm verschijnt voor een ogenblik.
Simulatiestand Een interne simulator stelt gebruikers in staat om op de wal te leren hoe de fishfinder werkt. In de simulatiestand flikkert het woord Simulatie onderin het beeldscherm. De fishfinder genereert data zodat de belangrijkste beeldschermen lijken te functioneren. Gebruik Instelling > Simulatie als volgt: 1. Druk tweemaal op MENU om het instellingsmenu weer te geven. 2. Markeer Simulatie. 3. Druk op ENT om te selecteren of niet aan te vinken.
Het instellingsmenu en -opties Systeem - zie paragraaf 3-1 Sonar - zie paragraaf 3-2 Brandstof - zie paragraaf 3-3 Log - zie paragraaf 3-4 Alarmen - zie paragraaf 3-5 Eenheden - zie paragraaf 3-6 Communicatie - zie paragraaf 3-7 Kalibratie - zie paragraaf 3-8 Simulatie - zie paragraaf 2 8 NAVMAN FISH 4432/4433 Installatie- en bedieningshandleiding
3-1 Instelling > Systeem Druk een of meerdere keren op MENU totdat het Instellingsmenu wordt weergegeven en kies dan Systeem: van de boot wordt uitgeschakeld. Dit is alleen van toepassing als het beeldscherm autopower-bedrading heeft. Sluimerstand Deze stroom besparende optie verlaagt het peilingstempo (tijd tussen elke ultrasonische trilling) naar een door de gebruiker ingestelde interval, van 5 minuten tot 2 uur. De fishfinder lijkt uitgeschakeld te zijn hoewel alle alarmen normaal functioneren.
Snelle scroll-snelheden in combinatie met een langzame bootsnelheid (typisch tussen de 2 en 6 knopen) geven het meeste visdetail weer. Medium of Langzame scroll-snelheden zorgen ervoor dat sonarinformatie over een langere periode, maar met minder detail wordt weergegeven. Zie sectie 4-1 Het beeldscherm begrijpen, voor meer informatie. Laag om ruis en kleine vis te weren. Kies Hoog om het maximale aantal vissen waar te nemen.
4. Selecteer Resterend instellen en pas de waarde op het scherm aan. Het is essentieel om dit altijd te doen wanneer brandstof wordt toegevoegd of verwijderd. Anders hebben de informatie op het brandstofbeeldscherm (zie paragraaf 5-7 Brandstofbeeldscherm) en het Weinigbrandstofalarm (zie paragraaf 3-5 Instelling > Alarmen) geen betekenis. Verbruikt opschonen Selecteer Verbruikt opschonen om Verbruikt (de hoeveelheid gebruikte brandstof) op nul te zetten.
3-5 Instelling > Alarmen Druk een of meerdere keren op MENU totdat het Instellingsmenu wordt weergegeven en selecteer Alarmen: Symbool Alarmnaam Piepercyclus Alarmconditie wordt bereikt wanneer: Te ondiep 1 5 Diepte minder is dan de alarmreactiewaarde Te diep 1 2 / sec Diepte groter is dan de alarmreactiewaarde Vis Alarmreactiewaarden kunnen als volgt worden gedefinieerd zodat ze geschikt zijn voor de boot en individuele voorkeuren: Alarmen kunnen zodanig worden ingesteld (ingeschakeld) dat ze
Brandstof Temperatuur Maak een keuze uit: • Liters • VSGal (VS gallons) • ImpGal (Imperische Gallons) Kies uit: • °F (Fahrenheit) • °C (Celsius) 3-7 Instelling > Communicatie (alleen 4433) Gebruik deze functie wanneer de FISH 4432/4433 is aangesloten op andere Navman-instrumenten via NavBus of een ander compatible NMEA-instrument. Appendix A - Specificaties en paragraaf 5-8 Databeeldscherm, voor informatie over het weergeven van NMEA-data).
Gebruik de cursortoetsen om het snelheidvenster weer te geven en verhoog of verlaag dan de waarde, zodat deze overeenkomt met de onafhankelijke snelheidswaarde. Snelheidsfilter* Vergroot deze instelling om een onregelmatige snelheidaflezing te stabiliseren. Verlagen om de aflezingsgevoeligheid te verbeteren. Het snelheidsfilter kan worden ingesteld van 0 tot 30 seconden. * alleen beschikbaar op de 4433 van twee draagbare tanks, of op een verschillend tijdstip met gebruik van een draagbare tank.
boot wordt gewenst (zoals kiel, roer of schroef) en de transducer zich dichter bij het oppervlak bevindt. Wateroppervlakte Positieve Diepte van transducer waarde Negatieve Transducer Gebruik de cursortoetsen om Kiel-offset te selecteren en druk vervolgens op om het Kiel-offset-venster weer te geven. Gebruik de of aan te passen.
Zachte bodems, zoals modder, zeewier en zand worden als smalle banden weergegeven Echosterkte De kleuren geven de verschillen in echosterkte weer. De sterkte is van verschillende factoren afhankelijk, zoals: • Het formaat van de vis, school of andere objecten. • De diepte van vis of objecten. • De locatie van vis of objecten. (Het gebied dat door het ultrasone signaal bestreken wordt is grofweg een kegelvorm en de echo’s zijn het sterkst in het midden.) • Helderheid van het water.
Schaduw In gebieden waar de ultrasone straal niet kan ‘zien’ wordt schaduw gecreëerd. Dit zijn onder andere: holtes in de bodem of naast rotsen en randen, waar sterke echo’s die terugkaatsen van de rotsen, de zwakkere echo’s van de vis slecht zichtbaar maken en ook een dubbel bodemtracé kunnen creëren. Hier volgt een voorbeeld van het sonarbeeldscherm in zo’n omgeving. Op het beeldscherm wordt een dubbel bodemtracé weergegeven.
Vergelijking van hetzelfde vis-scenario weergegeven op verschillende frequenties: Nu 30 seconden geleden 1 minuut geleden 83 kHz beeldscherm 200 kHz beeldscherm Let op smallere, gedefinieerde visbogen en meer bodemdetail.
4-3 Zoeken en weergeven van vis Waar vis te vinden is Elementen onder water, zoals riffen, wrakken en rotsachtige uitsteeksels zijn aantrekkelijk voor vissen. Gebruik de 83/200 kHz frequentiebeeldschermen om deze elementen te vinden en zoek dan naar vis door verschillende keren over het element te varen, gebruik makende van het Zoom-beeldscherm (zie paragraaf 5-2 Sonarzoombeeldscherm). Indien er stroming is, dan bevindt de vis zich vaak stroomafwaarts van het element.
• Bereik is belangrijk. Het zal veel eenvoudiger zijn om visbogen te zien indien de zoomstand wordt gebruikt om een bepaald deel van het water weer te geven, i.p.v. alles tussen de bodem en het oppervlak weer te geven. Zoomen vergroot de schermresolutie en is noodzakelijk voor goede visbogen. • Het is moeilijk om in ondiep water visbogen te verkrijgen omdat de sonarstraal van de transducer zich dicht bij het oppervlak bevindt en vissen zich niet lang genoeg in de straal bevinden om een boog te maken.
4-5 Bereik Bereik is de verticale diepte weergegeven op de FISH 4432/4433. Om de instelling vanuit de huidige stand te veranderen: De Navman fishfinder heeft twee bereikstanden, Auto-bereik en Handmatig bereik: 1. Druk op MENU in een willekeurig sonarscherm om het Optiemenu weer te geven. • • 2. Markeer Bereik en gebruik vervolgens de cursortoetsen om Auto of Handmatig te selecteren.
5 De beeldschermen Druk op DISP om het Beeldschermmenu weer te geven. Gebruik of om de beeldschermtab te selecteren en selecteer vervolgens een bepaald beeldscherm m.b.v. de of cursortoetsen. Het Beeldschermmenu Het beeldschermmenu wordt hier samengevat en elk beeldscherm wordt in de volgende paragrafen weergegeven. De meeste beeldschermen hebben een optiemenu, zodat de relevante kenmerken snel kunnen worden veranderd.
2. Gebruik de cursortoetsen om tussen de datavelden heen en weer te bewegen. Data-titel De data-titel kan worden in- of uitgeschakeld. Wanneer data-titel wordt geselecteerd, is het een aanpasbare functie, die kan worden ingesteld om maximaal 9 data-items weer te geven, zoals alarmen of watertemperatuur. Markeer, om het formaat van de data-titel aan te passen Formaat en druk op ENT. U heeft de keuze uit Klein en Groot. Om de data-items die worden weergegeven aan te passen: 1.
2. Gebruik de < of > cursortoetsen om de positie van de scheidingslijn aan te passen en druk dan op ENT. De aanpasbare splitsingsratio is van 20% tot 80%. Voor 100% zoom is het ‘volledige zoom’beeldscherm beschikbaar. Splitsingsratio Maak gebruik van deze functie om de splitsingsratio tussen de weergegeven zoom- en sonarverledensectie te veranderen. De standaard splitsingsratio is 50%. 1. Markeer splitsingsratio en druk op ENT.
5-5 Sonar A-Scope-beeldscherm De gebruiker kan het niveau van de zwakste en sterkste echo’s die op de sonarbeeldschermen worden weergegeven definiëren door het gebruik van de Gain- en Drempelinstellingen. Zie paragraaf 4-4 Gain, voor meer informatie. Om het Sonar A-scope-beeldscherm weer te geven: druk op DISP, kies Sonar Tab, kies Sonar A-scope en druk op ENT. Gebruik deze functie om sonardata te analyseren en de Gain-instelling te optimaliseren.
5-6 A-Scope perspectief overzicht De sterkte van de echo’s in dit overzicht worden bepaald door de hoogte van de echo die op het scherm zichtbaar is. 5-7 Brandstofbeeldscherm (alleen voor 4433) Om het Brandstofbeeldscherm weer te geven: Druk op DISP en kies Andere Tab, kies Brandstof en druk op ENT. Er zijn geen opties. (zie paragraaf 3-3 Instelling > Brandstof voor informatie over de instelling van de brandstofwaarden.
5-8 Databeeldscherm De grafiek is handig voor het lokaliseren van warme en koude plekken in het water. Om data-items te veranderen: 1. Druk op MENU totdat het Optiemenu wordt weergegeven. Markeer 2. Data-instelling en druk op ENT. 3. Gebruik de cursortoetsen om tussen de datavelden heen en weer te bewegen. 4. Druk in een willekeurig dataveld op ENT om een lijst met data-items weer te geven die in dat veld kunnen worden weergegeven. 5. Markeer het gewenste data-item en druk op ENT.
6-1 Wat er bij dit product geleverd wordt Standaard configuratie: • FISH 4432/4433-beeldscherm • Stroomkabel • Bevestigingsbeugel (incl. schroeven) • Garantieregistratiekaart • Deze handleiding • Stofkap voor beeldscherm • Vlakke bevestigingskit • Dubbele frequentie sonar spiegeltransducer (inclusief kabelkit en schroeven) • Spiegeltransducer installatiehandleiding Bevestigingsbeugel Schroeven.
Vlakke bevestiging Verwijderen van het beeldscherm 1. Maak m.b.v. de vlakke bevestigingsmal een gat in het tussenpaneel voor het beeldscherm. 2. Boor vier gaten voor de bevestigingsbouten m.b.v. de vlakke bevestigingsmal. 3. Schroef de vier bouten in de koperen gaten aan de achterkant van het beeldscherm. 4. Plaats het beeldscherm en maak de ringen en moeren vast aan de bouten.
DEPTH 2100 REPEAT 3100 Diepte-repeater Repeater voor diepte, snelheid, watertemperatuur en accu- voltage. Accepteert NavBus of NMEA data-input van andere instrumenten. TRACKER 5430/5380 Kleuren GPS-Kaartplotter met wereldwijde dekking 6-5 Schoonmaak en onderhoud Om schade te voorkomen dient het scherm, als het vies is, of bedekt met zeezout, alleen met een vochtige doek en een mild afwasmiddel te worden schoongemaakt. Vermijd schuurmiddelen, benzine en andere oplosmiddelen.
Appendix A - Specificaties Specificaties FISH 4432 FISH 4433 16 Grijsschalen Beeldschermtype: Schermresolutie 360 hoog x 240 breed (pixels) Witte LED-achtergrondverlichting Formaat scherm: 110mm diagonaal Stroomvoorziening: 10 tot 16V DC Stroomspanning: bij 13,8 V 170 mA min - geen achtergrondlicht 250 mA max - volledig achtergrondlicht Bedieningstemperatuur: 0° tot 50°C Omgeving: IPx6 en IPx7 Overeenkomst met EMCrichtlijnen: USA FCC Onderdeel 15 Klasse B Europa (CE) EN60945 (alleen EMC) Nie
Appendix B - Afmetingen Appendix C - Problemen oplossen Deze handleiding voor het oplossen van problemen gaat ervan uit dat de gebruiker de relevante paragrafen in deze handleiding gelezen en begrepen heeft. b) Controleer dat de connector voor de stroomkabel aan de achterkant van het beeldscherm er stevig ingestoken is en dat de sluitmoer goed is aangedraaid. De sluitmoer dient stevig te zijn aangedraaid voor een waterdichte verbinding.
f) Controleer dat de stroomkabelconnector niet verroest is en maak schoon of vervang indien nodig. g) Controleer zekeringen die in lijn met de stroomkabel zijn geplaatst. Een zekering die er goed uitziet kan toch gesprongen of verroest zijn. Test de zekering of vervang deze met een zekering die zeker goed is. g) Inspecteer de stroomkabel van het ene tot het andere eind op schade, zoals inkepingen, breuken en geplette of vastzittende stukken.
a) Indien de motor loopt terwijl de fishfinder is uitgeschakeld, dan registreert de fishfinder de hoeveelheid brandstof die op dat moment wordt verbruikt niet. Als gevolgd daarvan zal de resterende brandstofwaarde hoger zijn dan de eigenlijke hoeveelheid die zich nog in de tank bevindt. 5. Weergave van de bodem is te ver bovenin het scherm: De fishfinder kan ingesteld zijn op Handmatig bereik en de geselecteerde Bereikwaarde is te hoog voor de diepte.
d) Inspecteer de brandstofkabel van het ene tot het andere eind op schade, zoals inkepingen, breuken, beknelde of vastzittende stukken. e) Controleer of het brandstoffilter schoon is. 11. Een twin-motorinstallatie geeft maar een debiettempo weer: a) Controleer of het aantal motoren is ingesteld op 2. Zie paragraaf 3-3 Instelling > Brandstof. 12. Grillige brandstofdebietwaarden: a) De brandstoftransducer is misschien te dicht bij de brandstofpomp geplaatst en lijdt daarom onder te sterke trillingen.
Lon 174° 44.535’E Lat 36° 48.