Operation Manual

36
FUEL 3100 / DIESEL 3200 Installatie- en bedieningshandleiding
NAVMAN
CAL .F
Kalibratie
brandstofsensor(en)
(zie sectie 3-4)
Twinmotoren: zie sectie 3-2
dUAL (twee tanks)
Stel aantal brandstof-
tanks in:
Off (Uit): 1 tank
On (Aan): 2 tanks
(zie sectie 3-2
3-3 Instellingsmenu en -gegevens
Druk in het hoofdmenu tegelijkertijd op ENT + ESC om het instellingsmenu te starten.
SnelheidsmenuBrandstofmenu
FUEL (brandstof)
Instelling brandstof
in tank(s) wanneer u
brandstof toevoegt of
verwijdert (zie sectie 5)
Twee tanks: zie sectie 3-3
SIZE
Formaat van de
brandstoftank(s)
instellen (zie sectie 3-4)
motor
Stel aantal motoren
in, 1 of 2
(zie sectie 3-1)
dAmP.F
Brandstofdemping
instellen (zie sectie 3-5)
InPUt
Selecteer snelheidsinput:
No: Geen
GPS: GPS/NMEA
SEn: Logwielsensor
(zie sectie 4-4)
dAmP.S
Snelheidsdemping
instellen (zie sectie 3-7)
Druk op of om instellingsmenu te selecteren
Ruk op of om instelling data te selecteren
Alleen beschikbaar indien InPUt = SEn
Zie ook sectie 4-1
Kies bak- of stuurboord motor
Druk 2 sec op ENT om te
resetten naar een enkele
motorinstallatie. Er klinkt een
PIEP wanneer dit gedaan is.
Alleen stroom naar
bakboordsensor. Zie sectie
3-1.5. Houd ENT 2 seconden
ingedrukt om bakboordscherm
naar bakboordsensor te
configureren. Er klinkt een
PIEP wanneer dit gedaan is.
Druk op of om
onderstaande schermen te zien
Alleen stroom naar stuurboordsensor.
Zie sectie 3-1.5. Houd ENT 2 seconden
ingedrukt om stuurboordscherm naar
stuurboordsensor te configureren.
Er klinkt een PIEP wanneer dit gedaan is.
ENT
ENT
ESC
ESC
ESC
CAL .L
Kalibreer snelheidssensor
door log (zie sectie 3-8).
CAL .S
Kalibreer snelheidssensor
door vaarsnelheid
(zie sectie 3-9)