Operation Manual

SPEED 2100 Installatie- en BedieningshandleidingNAVMAN
40
4. Om deze functie te verlaten, druk beide toetsen
en gelijktijdig een seconde in.
Indrukken om de instelfunctie te verlaten
De display zal nu de ingesteide waarden
aangeven.
Calibreren van SNELHEID tegen een
bekende waarde
1. Selecteer SNELHEID
2. Houdt de
en toetsen gedurende 5
seconden ingedrukt.
3. Laat de toetsen los wanneer het display het
volgende weergeeft:
CAL
4. Wanneer u met een bekende snelheid vaart,
druk dan op de toets om de weergegeven
snelheid te verhogen of op de
toets om de
snelheid te verlagen.
Dagteller op nul zetten
Selecteer de DAGTELLER. Houdt de toets
ingedrukt totdat het display op nul gaat.
Houdt ingedrukt
Het instrument moet worden gecalibreerd na
installatie om nauwkeurige snelheidsweergaven te
verzekeren.
Kiezen van meeteenheden
De SPEED 2100 geeft de snelheid in KNOPEN
(nautische mijlen), in MPH of KILOMETERS per uur.
Om de uitlezing te veranderen handelt men als volgt:
1. Zet de spanning aan terwijl de
wordt
ingedrukt.
Indrukken wanneer de spanning wordt aangezet
2. Als het instrument aan staat, de druktoets
ioslaten. De display toont dan:
Knopen (nautische mijlen)
MPH (mijlen)
KPM (km per uur)
3. Om de gewenste eenheid te selecteren,
gebruik de
en toets om de
uitleeswaarde te veranderen.
Totaalteller op nul zetten
Houdt de en toetsen tijdens het inschakelen
gedurende minimaal 30 seconden ingedrukt totdat
de DAGTELLER op nul gaat.
Houdt gedurende 30 seconden ingedrukt
Instrument instelling





