Operation Manual

45VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
NAVMAN
Appendix B - Foutopsporing
1. De zendontvanger wil niet opstarten.
Een zekering kan doorgebrand zijn OF de voltage bereikt de zendontvanger niet.
a) Controleer de kabel op sneeën, breuken of geplette stukken.
b) Nadat u de bedrading gecontroleerd hebt, vervangt u de zekering van 7 Amp (er zijn twee
reserve zekeringen meegeleverd).
c) Controleer het voltage van de batterij. Deze moet hoger zijn dan 10,5V.
2. De zendontvanger doet de zekering doorbranden als deze aangezet wordt.
De electriciteitsdraden kunnen omgewisseld zijn.
a) Zorg ervoor dat de rode draad aangesloten is op de positieve batterijterminal en de
zwarte draad op de negatieve batterijterminal.
3. De luidspreker maakt een klappend of en jankend geluid als de motor draait.
Electrisch geluid kan voor interferentie zorgen bij de zendontvanger.
a) Leid de voedingskabels om, verder weg van de motor.
b) Zet een geluidsonderdrukker op de voedingskabel.
c) Gebruik resistente bougiekabels en/of gebruik een lter tegen het geluid.
4. Er komt geen geluid uit de externe luidspreker.
a) Controleer of de kabel van de externe luidspreker fysiek aangesloten is.
b) Controleer de soldering van de kabel van de externe luidspreker.
5. Transmissies zijn altijd op laag vermogen, ook al selecteert u hoog (HI) vermogen.
De antenne kan gebrekkig zijn.
a) Test de zendontvanger met een andere antenne.
b) Laat de antenne nakijken.
6. Het Batterij-symbool wordt weergegeven.
De voeding is te laag of te hoog.
a) Controleer het voltage van de batterij.
b) Controleer de ompoler op het schip.
7. Er wordt geen positie-informatie weergegeven.
De GPS kabel kan gebrekkig zijn of de GPS-instelling kan onjuist zijn.
a) Controleer of de GPS-kabel fysiek aangesloten is.
b) Controleer de polariteit van de GPS-kabel.
c) Controleer de baud rate instelling van de GPS, indien toepasbaar. De baud rate instelling
dient 4800 voor NMEA te zijn, of 38400 voor NAVBUS. Pariteit moet op NONE ingesteld
worden.